Thematopper
Alle aspecten van een dag ‘carnaval vieren in een kleuterklas’ komen in dit boek in de gekende stijl van Nannie Kuiper aan bod. Het biedt de mogelijkheid kleuters die zich niet zo graag verkleden gerust te stellen en hen voor te bereiden op een drukke carnavalsdag in de klas of op de school.
Kuiper, N. (2010). Verkleedfeest. Amsterdam: Ploegsma.
⇒ LESSUGGESTIES ⇐
– Laat kleuters op papier of met echte voorwerpen alle attributen van een kostuum bij elkaar zoeken bv. een toverstaf, vleugels, een kanten rok, een diadeem voor een toverfee, een cowboyhoed, een oogmasker, een cape voor Zorro, …
– Doe een modeshow wanneer alle kleuters verkleed zijn.
– Organiseer een verkiezing voor Prins en Prinses Carnaval. Doe dat volgens het principe van de boon in Driekoningengebak: bak samen met de kleuters een cake en verstop in het deeg twee figuurtjes. Wanneer de cake klaar is, krijgt elke kleuter een stukje. De kleuters met het figuurtje in hun plak zijn Prins en Prinses Carnaval.
– Doorbreek de leeftijdsgroepen en laat kleuters kiezen in welk thema ze verkleed willen gaan. Doe beroep op ouders voor verkleedkleding maar besef dat de verkleedkoffers in de school ook al sterk kunnen helpen, zeker als je maskers en andere attributen samen met de kleuters vervaardigt.
– Vergeet geen foto’s te maken van de modeshow, de optocht, … Bekijk die foto’s achteraf met de kleuters en bied hen op die manier een gespreksonderwerp.
JONGSTE KLEUTERS
Dit kartonboek met afgeronde hoeken bevat niet echt een verhaal. Op elke linkse bladzijde staat een hoed afgebeeld met daaronder de vraag wie de eigenaar ervan is. Op de rechterbladzijde kunnen de kleuters dan kiezen tussen vier personen. Daarop volgt een dubbele bladzijde waarop je de hoeddrager aan het werk ziet in een grappige situatie. Dit boek lokt gesprek uit en kan via de verschillende hoeden een mooie insteek bieden voor het belangstellingscentrum ‘carnaval’.
Akveld, J. (2015). Van wie is die hoed? Haarlem: Gottmer.
⇒ LESSUGGESTIES ⇐
Verstop circus- of carnavalsattributen in de school. Laat de oudste kleuters in groepjes op zoek gaan aan de hand van visuele tips, een eenvoudige plattegrond van de school, … Laat jongere kleuters op zoek gaan volgens aanwijzingen die jij geeft tijdens de zoektocht.
Olli is een olifant, maar als hij zich verkleedt wordt hij een ander dier. En dat doet Olli
op elke bladzijde van dit boek. Dan weer is hij een neushoorn, of waarom geen vlinder, kameel of lieveheersbeestje? Jonge kleuters zullen veel plezier beleven aan het raden en herkennen van de verkleedkleding die Olli op elke bladzijde aantrekt.
Bok, D. (2014). Olli is een olifant. Amsterdam: Leopold.
JONGE KLEUTERS
Er staat een groot verkleedfeest op het programma in het dierenbos. Elk dier verkleedt zich. Ofwel in een ander dier – wat grappige situaties oplevert; denk aan een leeuw verkleed als olifant. Ofwel in een sprookjesfiguur of een voorwerp, bv. een chocoladetaart. Dit boek biedt inspiratie voor het belangstellingscentrum ‘carnaval’.
Dubuc, M. (2012). Het grote beestenverkleedfeest. Amsterdam: Querido.
Ook in dit boek vormt de uitnodiging voor een verkleedfeest het uitgangspunt om mens en dier aan de slag te laten gaan om zich in iets of iemand anders te vermommen. Het feit dat de illustraties voor de aandachtige kijker telkens een
aanwijzing geven wie er in het carnavalspak zit, maakt het geheel erg prettig. De tekst is beknopt. Per figuur zijn er 1 of 2 zinnen op rijm.
Willis, J. (2011). Wie gaat er mee naar het feest? Rijswijk: De Vier Windstreken.
OUDERE KLEUTERS
Hoe zouden de dieren in de dierentuin carnaval vieren? Daarop geeft dit humoristische boek een antwoord. Het verhaal is eenvoudig. De directeur van de dierentuin en de egel die samen ontbijten, worden opgeschrikt door heel veel rumoer in de dierentuin. Wanneer ze gaan kijken blijkt dat de leeuw gezegd heeft dat alle dieren zich mogen verkleden in het dier dat ze altijd hebben willen zijn. Dat levert de vreemdste dieren op: girafant en olifij, papeping, flanijl, … De apen hebben zich als sprookjesfiguren verkleed. Dat is niet zo moeilijk. Maar de andere dieren… Elke bladzijde opnieuw moet je raden – samen met de directeur en de egel – wie er in de verkleedkleren verscholen zit. De vlotte, taalrijke tekst (met spreekwoorden en veel alliteraties) zorgt samen met de humoristische illustraties voor een verhaal dat een passend begin (of einde) vormt van een carnavalsfeest. Het boek bevat een poster met daarop de verklede dieren – zo kan je blijven oefenen op al de vreemde namen en bv. ook bedenken hoe die ‘nieuwe’ dieren zich zouden gedragen. Daarnaast zijn er achter in het boek ook nog verkleedtips.
Schoenwald, S. (2021). De grote verkleedpartij. Utrecht: De Fontein.
Marsha Man vond dat het tijd werd om een einde te maken aan al de snoeproze en poeslieve ‘Kitty’s’ want een meisje kan toch evengoed een kwajongen zijn! Daarom ontstond dit boekje over een rebels kwameisje dat op het carnaval helemaal niet als een prinses of een fee wil verkleed gaan. Ze wil een astronaut zijn. Maar het is al laat, de winkels zijn toe en opa vond niks anders meer dan zo’n prinsessenjurk. Dan moet Lucy er zelf maar iets op vinden… Het boekje is volledig in zwart-wit getekend. De lezers mogen de kleuren er zelf bij bedenken of aa letterlijk aanvullen. Het verhaal toont op een grappige en speelse manier aan dat je gevangen kunt zitten in gendernormen maar dat je die ook kunt doorbreken bv. met carnaval.
Man, M. (2020). Feestrebel. De kwameisjesstreken van rebel Lucy. Enschede: Boekengilde.
Dit boek verbindt – bewust of onbewust – ‘carnaval, een verkleedfeest’ met de lente en de grote schoonmaak. Wanneer Vos en Haas hun kast uitruimen, blijkt daar veel wanorde aanwezig. Ze passen kleding, zien er gek uit in andermans trui of broek, ruilen kleding en hebben uiteindelijk Uil weer nodig om hun ruzietje op te lossen.
Vanden Heede, S. (2011). Troep is leuk! Tielt: Lannoo.
Carnaval vieren en optochten houden zijn nauw met elkaar verweven. Daarom hoort dit prachtig geïllustreerde boek ook thuis in dit belangstellingscentrum. Muisje Willemijn verkondigt dat zij op haar fietsje een optocht is. Haar mama zegt dat je alleen onmogelijk een optocht kan zijn en dat vindt Willemijn wel erg verdrietig. Daardoor merkt ze niet dat ze al snel gevolgd wordt door andere dieren zoals ganzen, biggetjes, kangoeroes, … Op de laatste uitklapbare bladzijde is duidelijk te zien wat een grote optocht Willemijn in gang heeft gezet.
Dijkstra, L. (2007). Eén muisje kan geen optocht zijn. Haarlem: Gottmer.
Wouter, 3 jaar en zijn zusje Mieke, 5 jaar, beleven in dit boek alle feesten die gedurende een jaar voorkomen. Carnaval is er daar ook één van. De verhalen in deze bundel zijn op niveau van de doelgroep, maar wel echt op situaties in een Nederlandse context georiënteerd.
Vriens, J. (1995). Nog één nachtje slapen. Houten: Van Holkema & Warendorf.
Klik hier om rechtstreeks naar de prentenboeken binnen thema circus te gaan!
Alles wat ik mooi kan vinden 