Prentenboeken ‘Heksen’

Verlegen-Vera-1Heksje Vera is erg verlegen. Ze spreekt liefst zo weinig mogelijk, want het lijkt alsof woorden met lijm in haar keel vastplakken. Zonder woorden sluit Vera vriendschap met Floor, een nieuw heksje in de klas. Dan komt er een toverwedstrijd. Floor doet het heel goed en tovert steeds grotere dieren: een poes, een leeuw, … De draak die Floor ten slotte tovert, keert zich vuurspuwend tegen haar. Dan grijpt Vera in en roept de toverspreuk om de draak te bedwingen. De ganse klas is supertrots op Vera en Vera zelf natuurlijk ook. Woorden zijn niet altijd nodig maar soms opeens noodzakelijk, is de boodschap van dit verhaal. Het werd geschreven voor een logopedisch team in het Verenigd Koninkrijk in de hoop kinderen met spraakproblemen te ondersteunen. Het boek is leuk geïllustreerd: soms beslaan de illustraties een dubbele pagina, soms een enkele en dan op de tegenoverliggende bladzijde kleine afbeeldingen. Heel veel fantastische elementen zijn te zien: denk aan een wip gemaakt van bezemstelen, flesjes met toverspul, … Tegelijkertijd slaagt de illustrator erin de warme sfeer van een kleuterklas herkenbaar weer te geven. De tekst staat doorheen of naast de illustraties.

Rowland, L. (2020). Verlegen Vera. Rijswijk: De Vier Windstreken.


products-kami-heksenfee_2016-coverRozemarijn is een fee die samen met haar mama in een prachtig wolkenkasteel woont. Maar Rozemarijn vindt ‘fee-zijn’ maar niks. Je altijd gedragen, nette jurken dragen en beleefd zijn… Ze wil veel liever een heks zijn dan kan ze ondeugend zijn en stinken. Tegen de zin van haar mama pakt Rozemarijn haar koffers om in de leer te gaan in het heksenbos. De heksen leren Rozemarijn een heleboel toverkunstjes en af en toe gaat Rozemarijn logeren bij haar moeder en gedraagt ze zich als een fee. Zo is Rozemarijn een echte heksenfee. Leuk verhaal dat vooral opvalt door de mooie illustraties waarin vreemde wezens – geen traditionele feeën of heksen – in de wolken en in het bos wonen en een tikkeltje mysterieus tot de verbeelding spreken.

Minne, B. (2016). Heksenfee. Wielsbeke: De Eenhoorn.


550x771Het meisje Lentebloesem wil het liefst van alles een heks worden om te kunnen vliegen. Ze verandert haar naam in Abracadabra en vertrekt naar de heksenkring. Daar krijgt ze te horen dat ze om heks te worden eerst iets heel gemeens moet doen. Abracadabra probeert zo hard ze kan: ze probeert Hansje en Grietje te vangen maar die ontsnappen, ze probeert Doornroosje voor altijd te laten slapen maar die wordt wakker, ze probeert Sneeuwwitje echt te vergiftigen maar ook dat mislukt. Het is duidelijk: heks worden is alles behalve eenvoudig. Dan maar proberen een fee te worden? Feeën kunnen immers ook vliegen … De illustraties met pen, potlood en verf ogen erg fris en vormen een meerwaarde voor het verhaal. Maar het meest origineel zijn de vele verwijzingen naar andere sprookjes die in dit verhaal verweven zitten. Kleuters die deze sprookjes kennen, zullen dit verhaal ongetwijfeld erg leuk vinden.

Boets, J. (2015). Wie is er bang voor de boze heks? Wielsbeke: De Eenhoorn.


550x653Lotje is een heksje dat graag de wereld verkent. Op een avond ziet ze vanop haar bezemsteel een huis waar nog veel licht brandt. Ze kijkt samen met haar poes door het zolderraam. Haar poes ontdekt enkele muizen en springt naar binnen. Lotje tuimelt ook het huis in waarbij haar bezem breekt. Omdat ze nu toch niet meer terug kan, gaat ze voorzichtig op verkenning. De eerste die ze ontmoet is de muziekheks maar die kan haar bezem niet herstellen. De tweede is de kookheks. Lotje eet daar superlekker maar ook zij kan de bezem niet herstellen. De slaapheks denkt er nog niet aan om aan zo’n herstelling te beginnen, maar gelukkig is de laatste ontmoeting die met de knutselheks. Die tovert voor Lotje een supersnelle driedubbeldikke bezemsteelraket. Lotje kan terug vertrekken. Ze zit op haar bezem en ziet in de verte een lichtje… Leuk cirkelverhaal met veel herhaling – een gegeven waar kleuters van genieten. Tel daarbij de gedetailleerde sfeervolle illustraties en je weet dat je een leuk boek in handen hebt. Je kunt het volledige verhaal bekijken en beluisteren op:

Baeten, L. (2016). Nieuwsgierige Lotje. Wielsbeke: De Eenhoorn.


550x667Op een ochtend ontdekt het meisje Nickie een miniheks met heel grote voeten in zwarte schoenen boven de wastafel. Nickie is eerst wat argwanend maar algauw ontstaat er vriendschap tussen het meisje en Platvoetje want dat is de naam van de miniheks. Ze is bij Nickie terecht gekomen omdat ze door de andere heksen gepest werd omwille van haar grote voeten. Gelukkig weet Nickie daar wel raad op: ze beschildert de schoenen van Platvoetje. Dat lukt zo goed dat wanneer Platvoetje terugkeert, ze het meest populaire heksje van het heksenbos wordt. Ondanks het feit dat dit verhaal reeds in 2005 werd uitgegeven, heeft het zowel qua tekst als qua illustraties nog niets aan frisheid ingeboet. Het boek blijft een aanrader zowel thuis als in de kleuterklas.

Schubert, I. & Schubert, D. (2005). Platvoetje. Rotterdam: Lemniscaat.


550x761Ella is een heel bijzondere heks. Ze draagt heel veel zorg voor anderen. Zo ook voor Mona, een heksenkind dat erg ziek is. Zo ziek dat ze niet naar het Heksenbal kan vliegen. Ella zoekt samen met haar opa naar een oplossing. Er moet een vervoermiddel gemaakt worden waarop Mona zonder moeite op het Heksenbal kan geraken. Maar daarvoor is er geld nodig. Door met haar vrienden te knutselen en te bakken en die spullen te verkopen in het heksenbos, verzamelt Ella voldoende geld om dat bijzondere vervoermiddel te vervaardigen. Op de avond van het Heksenbal verzamelt iedereen onder de grote boom. Mona is er ook om hen uit te zwaaien. Maar dan is er de superverrassing: Mona kan toch mee! Ze is superblij en zeker wanneer ze ontdekt dat iedereen heeft meegewerkt. De illustraties zijn sfeervol en passen volkomen in de sprookjessfeer die bij ‘heksen’ past. Het prentenboek is opgedragen aan Make-a-Wish. Het verhaal is volledig te bekijken en te beluisteren op: 

Daniëls, G. (2015). Heksenwens. Hasselt: Clavis.


550x491In dit stapelverhaal op rijm verliest een heks die op haar bezem vliegt allerlei spulletjes. Elk spulletje wordt opgeraapt en teruggebracht naar de heks. De vinder krijgt een plaatsje op de bezemsteel. Wanneer ze met vijf op de bezem zitten, breekt deze en tuimelen ze met zijn vijven in het moeras. Daar woont een draak die wel een heks lust: ‘Dat krijg ik niet vaak, een heks op een stok, als lunch of diner, geroosterd met pindakaas: Heksensaté!’ De draak wordt echter de loef afgestoken door een andere inwoner van het moeras, een vierkoppig monster. Dat verandert in de vier vrienden van de heks van zodra de draak verdreven is. Daarna tovert de heks een nieuwe bezem en zet het vijftal de reis verder. Grappige illustraties met veel detail en nog belangrijker: een zeer taalrijk verhaal wat er voor zorgt dat kleuters kennis kunnen maken met moeilijker woorden als ‘zompig’, ‘gitzwart’, ‘vierkoppig’, …

Donaldson, J. (2009). Stap maar op mijn bezemsteel. Haarlem: Gottmer.


9789492986481_frontHeksje Hazel is niet de innemende, boze of toverende heks die we van andere verhalen kennen. Deze robuuste en tegelijk zachtaardige dame is een kloeke kabouter met rode wangen en is omringd door een heerlijk diverse keur aan boswezens. Wie het boek opent, komt in het levendige Bos van Moswoud terecht waar elfen, feeën, trollen, muizen, kikkers en kleine mensen in alle vormen en maten leven. In dit gezellige bos volgen we Heksje Hazel doorheen de vier seizoenen. In elk van de verhalen leren we wat het betekent om zorg te dragen voor elkaar. In de lente vindt Heksje Hazel een ei dat ze onder haar hoede neemt, in de zomer moet ze overtuigd worden om toch even vakantie te nemen, in de herfst gaat ze samen met de buren op zoek naar de bron van een akelig geschreeuw en in de winter komt ze in een sneeuwstorm terecht die ze zonder hulp niet zou overleven. Een seizoenenboek dat zich in een bos afspeelt is niet meteen verrassend, maar de idyllische wereld die opgetrokken wordt in de rijke illustraties is dat wel. Er vallen in de sfeervolle prenten heel wat bijzondere personages en grappige huisjes te ontdekken. Wahl trekt zo een magische wereld op die tegelijk herkenbaar is, ze vertelt zachte verhalen zonder sentimenteel te worden en presenteert lieflijke figuren die niet suikerzoet zijn. Een boek om je het hele jaar door aan op te warmen. Neem al eens een kijkje:

Wahl, P. (2022). Heksje Hazel. Een jaar in het bos. Amsterdam: Boycott.


550x605De heks Wirwar wil het liefst van al een prinses worden. Haar kat Deughniet vraagt daarom raad aan zijn oom, Peleus. Want Deughniet wil een heks en geen prinses. Peleus raadt de kat aan Wirwar om te toveren in een lelijke prinses. Dan wordt de prins zeker niet verliefd. Maar dat blijkt niet waar te zijn. Het belangrijkste in dit boek is de briefwisseling tussen Deughniet en Peleus. Sommige ervan zitten in kleine envelopjes die je kunt openen om dan bv. de toverspreuken te lezen. Op die manier bevat dit verhaal alle elementen van een traditioneel sprookje – heksentoverkunsten incluis – en is het op zijn manier toch vernieuwend.

Oram, H. (2008). De brieven van Deughniet. Mijn heks die niet wil heksen! Mechelen: Bakermat.


550x717Babeloe is een erg vrolijke heks die de ganse dag neuriet en zingt. Op een dag neuriet ze per ongeluk de toverspreuk voor ‘ongenode gasten’. Daarop verschijnt een kleine brutale tovenaar die al haar eten verorbert en alles van Babeloe wil overnemen. Dat kan Babeloe niet laten gebeuren. Ze tovert er op los maar dat doet de ‘ongenode gast’ ook. De vraag is:  wie van hen beiden zal het halen? Gelukkig komt het zover niet, want opgeschrikt door al dat wild getover, belandt de poes van Babeloe per ongeluk in het water. Om haar te redden van de verdrinkingsdood werken Babeloe en de tovenaar dan eindelijk samen. Een kleurrijk prentenboek dat vlot vertelt over twee eigengereide figuren. De illustraties – soms over een dubbele pagina – sluiten mooi aan bij de sfeer van het verhaal.

Lachner, D. (2000). Babeloe en de tovenaar. Rijswijk: De Vier Windstreken.


550x610Van een verhaal is in dit boek geen sprake. Het vertelt kinderen daarentegen welke hulpmiddelen er bestaan om heksen te verjagen. De hulpmiddelen liggen binnen de leefwereld van kinderen bv. bijt niet in een vergiftigde appel maar maak er appelmoes voor de wormen van. De illustraties spreken eigenlijk voor zich. Zo zien de heksen er werkelijk heel lelijk uit: wratten op hun neus, spillebenen, slecht verzorgd gebit met gaten, … Voor de heksen worden enkel donkere kleuren gebruikt. De kinderen staan hun mannetje tegenover de heksen en dat is ook in het kleurgebruik te merken. Eén van de kinderen stuurt zelfs een knipoog naar de lezer/kijker. De tekst én de illustraties bevatten veel humor: er wordt een heks vermorzeld nadat kinderen worden opgeroepen het boek hard dicht te slaan. Het is in dit boek bv. ook een kind dat een heks omtovert in een dier en niet omgekeerd. Leuk boek zeker voor kinderen die sprookjesfiguren zoals heksen soms toch een beetje angstaanjagend vinden.

Leblanc, C. (2013). Hoe vermorzel je heksen? Antwerpen: Ballon Media.


550x727In het huis van Hennie de heks is alles zwart. Ook de poes Helmer. Dat is heel vervelend want daarom struikelt Hennie voortdurend over haar poes of gaat er boven op zitten. Dus tovert Hennie Helmer om tot een groene poes. Binnenshuis is haar probleem daarmee opgelost, maar in het gras struikelt ze nog steeds over hem. Woedend tovert ze Helmer om in alle kleuren van de regenboog. Helmer is heel boos. Hij kruipt boven in een boom en blijft er zitten want alle vogels lachen hem uit. Dat wil Hennie dan ook weer niet dus zorgt ze ervoor de Helmer terug zwart wordt. Helmer komt supergelukkig terug naar beneden. Ten slotte tovert Hennie haar huis om in een kleurig huis. Probleem helemaal opgelost. Grappige illustraties ondersteunen dit vlotte verhaal dat het beeld ophangt van een lieve heks. Beluister en bekijk het hele verhaal op:

Thomas, V. (2019). Hennie de Heks. Amsterdam: Memphis Belle.


883x1200In het bos wonen Duimdwergen en Miniheksen. De Duimdwergen zijn altijd druk in de weer, de Miniheksen hangen maar wat rond want wat ze ook toveren, er verandert niets. Op een dag vragen ze raad aan de Duimdwergen. Die zeggen dat ze iets verzamelen, iets kleins, iets geheimzinnigs, iets… Het blijken Miniheksen te zijn. Wat nu gedaan? Maar dan daagt de Rimpelreus op … Loes Riphagen weet met haar illustraties de sfeer van het verhaal uitmuntend te vatten. De neus van de Duimdwergen ziet eruit als een echte duim. De Miniheksen zien er met hun lelijke gebit en hun warrige haardos als echte heksen uit. Origineel heksenverhaal.

Westera, B. (2011). Miniheksen. Utrecht: De Fontein.


996x1200In een bos met veel dieren – denk aan een beleefde haas, een naïeve egel, een merel-boodschapper, een uil met poëtische kwaliteiten, jonge konijntjes, een eekhoorn, … – woont ook een boze heks. Ze is niet echt boosaardig maar wel snel boos en ze dreigt voortdurend met toverspreuken wanneer de dieren iets doen dat haar niet zint. In dertig verhalen – die los van elkaar kunnen verteld worden – beleef je als luisteraar de avonturen van de boze heks en de dieren. Zo heeft de heks niet meer dan een toverspreuk nodig om de stekels van de egel in de knoop te leggen en is het de beleefde haas die de boze heks vaak tot rede weet te brengen opdat ze haar dreigementen niet echt zou uitvoeren. Uiteindelijk houden de dieren wel van ‘hun’ heks, vooral ook omdat ze met een enkele toverspreuk heerlijke appeltaart of soep kan toveren. De avonturen worden met veel humor verteld, bevatten leuke dialogen en worden opgevrolijkt door de mooie – soms paginavullende – illustraties van Annemarie van Haeringen. Een bundel met een schat aan verhalen.

Kraan, H. (2005). Hier is de boze heks. Rotterdam: Lemniscaat.


9789044822618_frontLiesbeth voelt zich op school wat eenzaam. Zowel de kinderen als de meester vinden haar een beetje vreemd omdat ze de gewoonte heeft de zinnen van anderen af te maken. Er is één medeleerling die dat wel fijn vindt en dat is Edward. Hij stottert en hij en Liesbeth zijn vrienden. In dit bijzondere verhaal ontdekt Liesbeth wanneer zij bij haar oma logeert en daar een heel oud boek vindt dat zij en haar oma eigenlijk een bijzondere gave hebben en heksen zijn. Eerst vindt Liesbeth dat maar niks maar omdat ze erg goed met haar oma kan opschieten, verzoent ze zich ermee. Gelukkig maar want op die manier kunnen ze ook Edward, vriend van Liesbeth, redden wanneer die vermist is. Het prentenboek oogt erg sprookjesachtig. Op sommige bladzijden kijken de figuren met hun grote ogen je dwingend aan. Mogelijk dat sommige kinderen daaraan even moeten wennen. De laatste twee bladzijden bieden een lijst met namen en data van beroemde vrouwen waarvan vermoed kan worden dat zij ook heksen waren. Bijzonder.

Lacombe, B. (2014). De kleine Heks. Hasselt: Clavis.


1200x1048Pikkuhenki is een miniheks. Ze is zo klein dat ze onder een zandkorrel kan wonen maar toch heeft ze veel macht. Vooral wanneer ze binnenvliegt in de gedachten van dieren en mensen. Zo vliegt ze binnen in de gedachten van Iwan, een dappere jongen en toont op die manier hoe krachtig gedachten kunnen zijn. Want d.z. Pikkuhenki brengt Iwan het verzet tegen de keizer op gang. Ook in de illustraties krijgt Iwan een belangrijke rol want zijn rode muts steekt scherp af tegen de overigens erg grijze tinten die de volgzaamheid en onderdanigheid van de mensen goed weergeven. De illustraties zijn krachtig, maken gebruik van goudverf op zeer specifieke plaatsen en ontdoen het verhaal een beetje van zijn grimmigheid. In die zin vormen ze een perfecte aanvulling erbij. Pikkuhenki is niet echt een vrolijk verhaal en elementen zoals de kracht van gedachten zullen de meeste kleuters wel ontgaan. Maar de grote verdienste van dit boek is dat het door zijn meerlagigheid geschikt is voor jong en oud.

Tellegen, T. (2005). Pikkuhenki. Amsterdam: Querido.