Prentenboeken Dierentuin

JONGERE KLEUTERS

Sauvages CV:-

Een eenvoudig maar origineel concept maakt dit informatieve prentenboek echt de moeite waard. Op elke bladzijde zie je als lezer silhouetten van dieren kris kras door elkaar afgebeeld. Wanneer je geraden hebt om welke dieren het gaat mag je het flapje optillen en krijg je het antwoord onder de vorm van een mooie kleurenfoto van het bewuste dier. Het boek bevat geen verhaal. De enige tekst bestaat uit de namen van de dieren in grote letters boven de silhouetten en in kleinere letters op de flapjes. Aangezien het om dieren uit de dierentuin gaat zitten er ook dieren tussen die de kleuters niet zullen kennen. Denk aan watoessirunderen of de zwart-witte vari. Maar dat schept juist de mogelijkheid spelenderwijs hun kennis uit te breiden.

Delebecque, F. (2008). De dieren in de dierentuin. Haarlem: Gottmer.


Opmaak 1In dit woordenloos prentenboek huppelt Hopi, een kleine jongen, met zijn vlindernet achter een blauwe vlinder aan en belandt zo in de dierentuin. Daar vliegt de vlinder van dier naar dier tot hij landt op de hand van de gorilla. Het jongetje vraagt zich samen met de lezer af wat er nu zal gebeuren. Maar de gorilla besluit samen met Hopi om de vlinder vrij te laten. Op de zeven (zoek)platen die het boek telt worden de dieren natuurgetrouw weergegeven in de typische Praagmanstijl: volle kleuren, strak en met dikke potloodlijnen duidelijk afgebakende contouren. Toch zijn de emoties van Hopi duidelijk herkenbaar op zijn gezicht. Peuters en jonge kleuters kunnen op elke plaat op zoek gaan naar de blauwe vlinder. Wie daarop uitgekeken is vindt op de achterzijde van het boek nog een heleboel dieren die kunnen benoemd en gezocht worden. Een fijn kartonboek voor de jongste kleuters.

Praagman, M. (2007). In de dierentuin. Tielt: Lannoo.


Dikkie Dik in de dierentuinDit Dikkie Dikboek volgt het beproefde concept: peuters en kleuters kunnen achter de flapjes op zoek gaan naar dieren. Ditmaal de dieren van de dierentuin. De tekst is zeer beperkt gehouden net zoals het verhaal zelf. Dat doet niet meer dan opsommen welke dieren Dikkie Dik in de dierentuin ontmoet. De tekst staat op rijm, gelukkig nergens storend. Denk aan: ‘een olifant in het zand’, ‘de leeuwen spelen op een knots van een rots’, enz. Een kartonboek dat zeker bij peuters en jongste kleuters veel succes zal kennen.

Boeke, J. (2013). Dikkie Dik in de dierentuin. Haarlem: Gottmer.


Waar zitten ze?Wie de prettig-ogende cover niet grondig bekijkt, vraagt zich af of de illustrator zich vergist heeft, want op het eerste gezicht zijn er enkel voertuigen te zien. Maar dat is misleiding; in en tussen de voertuigen zijn een heleboel dierentuindieren te zien. Dat is ook zo binnen in het boek. Door middel van een ‘magische lens’ kun je de dieren opsporen die ontsnapt zijn uit de zoo en die zich op alle mogelijke plaatsen (het station, de bouwplaats, …) in de stad en zelfs in de ruimte bevinden. Help je de oppassers? Zij zijn hard op zoek om hun dieren terug te vinden.

Cole, L. (2017). Waar zitten ze? Vind alle dieren! Amsterdam: Ploegsma.


zoek- en telboek de zooDit groot formaat kartonboek behandelt dieren zowel uit de dierentuin als van de boerderij. Per pagina krijgt de lezer een zelfde soort of dieren (olifanten) uit dezelfde omgeving bv. de boerderij (kippen en eenden) te zien. Elke pagina staat echt boordevol dieren maar daartussen zitten afwijkende exemplaren of voorwerpen die helemaal niet thuishoren op die bladzijde. De opdracht is die blindgangers te detecteren door goed kijken. Per pagina krijgt de lezer ook opdrachten bv. ‘Zoek drie koffiekopjes met hetzelfde patroon als onze vacht.’ De antwoorden vind je achteraan in het boek. Als verteller kan je uiteraard zelf nog meer opdrachten verzinnen.  Kijk- en zoekplezier gegarandeerd!

Lucas, G. (2016). Zoek- en telboek: De Zoo. Mechelen: Baeckens Books.


Flip Flap De ZooOp de cover zie je meteen al de staart van een tijger tussen de halfopenstaande toegangspoort. De vraag die zich dan ook onmiddellijk opdringt is: Wie ziet er nog meer achter die poort? Daarop wil dit kartonboekje een antwoord bieden. Via mooie illustraties met openvouwflapjes en inkijkjes ontdekken de kleuters wie er onder de douche staat, wie er schommelt op een autoband, wie er slaapt, enz. De illustraties zijn helder en vrij gedetailleerd. Dat biedt het voordeel dat er veel op te ontdekken valt. Het boekje bevat weinig tekst: ofwel losse woorden ofwel informatieve zinnen. Op die manier kan de verteller veel zelf invullen.

Dimitri, S. (2014). Flip Flap de Zoo. Mechelen: Baeckens Books.


OUDERE KLEUTERS

Meneer Tijger wordt wildEen stadstijger met een midlifecrisis besluit zijn nette pak uit te trekken en terug op vier poten te gaan lopen, kortom terug wild te worden. Zijn vrienden vinden het allemaal wat overdreven en zeggen hem dat hij dan ook maar terug naar de wildernis moet gaan. Dat doet Tijger en hij ontdekt de schoonheid en echtheid van de wildernis. Alleen… hij is er zo eenzaam. Dus keert hij terug naar de stad en ontdekt daar dat zijn ‘wild-zijn-actie’ toch enigszins navolging heeft gekregen.

Brown, P. (2014). Meneer Tijger wordt wild. Haarlem: Gottmer.


Wauw pauwOp een dag wordt in de zoo een witte pauw geboren. Het eerste wat de kleine pauw te horen krijgt, is dat hij ‘geen ogen’ heeft. Dat vindt de kleine pauw maar niks en dus gaat hij in de zoo kijken naar alle mogelijke ogen die er bestaan en dat zijn er nogal wat … Bij thuiskomst ontmoet hij een pauwoogvlinder die hem meeneemt naar een zaal vol van soortgelijke vlinders. Ze bedekken zijn staart en zo heeft de kleine pauw uiteindelijk toch ogen. Weinig tekst maar de prachtige, kunstzinnige en uitgekiende illustraties spreken voor zich.

Heiligers, Y. (2016). Wauw pauw. Baarn: Marmer.


Handje?Wanneer Anna met haar vader naar de apen in de dierentuin wil gaan kijken, antwoordt hij dat ze geen tijd hebben. Terwijl hij het scherm van zijn smartphone nauwlettend in het oog houdt, vraagt hij: ‘Handje?’ Anna geeft het gevraagde handje, maar gaat op zoek naar de handen van andere vaders om tot bij de apen te geraken. Gelukkig blijken die andere vaders al even afgeleid, waardoor Anna handjes kan blijven ruilen tot ze haar gewenste bestemming bereikt. Ze wisselt uiteindelijk een hand in voor die van een aap en krijgt zo een unieke rondleiding in de dierentuin. Om daarna thuis te geraken, heeft ze opnieuw heel wat handjes te wisselen … Tjibbe Veldkamp heeft een heel oeuvre hilarische prentenboeken voor jonge kinderen bij elkaar geschreven; een lijn die hij in ‘Handje?’ heel duidelijk verderzet. Zoals wel vaker, zorgt hij voor een eerder spaarzame tekst en krijgt de illustrator – Wouter Tulp in dit geval – vrij spel om de lege ruimte in de tekst te verbeelden. Het contrast tussen de neutraal geformuleerde tekst en de knotsgekke avonturen en sterke expressies in de prenten maakt het verhaal extra prettig om voor te lezen. ‘Handje’ is een plezierig en sterk opgebouwd verhaal dat door de rijkgevulde tekeningen veel interactie zal uitlokken.

Veldkamp, T. (2017). Handje? Utrecht: De Fontein.


Toen Sjoerd naar de dierentuin gingSjoerd is de naam van de hoofdpersoon van dit verhaal. Hij neemt zijn lievelingsspullen, een vlieger, een katapult, een driewieler en zijn mooiste knikker mee naar de dierentuin. Daar blijken heel wat dieren in zijn spullen geïnteresseerd. Zo slaagt Sjoerd erin zijn driewieler te ruilen voor een slurf, zijn vlieger met ‘die dingen op je hoofd’ van het hert en zij katapult voor een krokodillenstaart. Sjoerd ziet er behoorlijk vreemd uit als kroko-olifant-herten-jongetje. Gelukkig herkent zijn moeder hem nog dank zij zijn lievelingsknikker. Prachtig prentenboek in de bekende stijl van Harrie Geelen met veel herhalingen en humor. En dat zijn twee elementen waar kleuters echt van houden!

Geelen, H. (2016). Toen Sjoerd naar de dierentuin ging … Amsterdam: Querido.


Kietel nooit een tijgerPietsie is een erg beweeglijke durfal. Op een dag bezoekt ze met haar klas de dierentuin. Juf Wielewaal roept haar voortdurend tot de orde en drukt haar op het hart vooral nooit een tijger te kietelen. Dat brengt Pietsie op een idee. Welke kettingreactie dat idee bij de dieren teweegbrengt zie je op de uitklapbare pagina’s… Een stout prentenboek dat met veel gevoel voor ritme vertaald werd door Imme Dros. De illustraties hebben frisse kleuren en zijn zeer dynamisch zoals dat bij een wervelwind veroorzakende Pietsie past.  

Butchart, P. (2015). Kietel nooit een tijger. Antwerpen: Querido.


Hallo wereldAl wie het spannend vindt op schoolreis te gaan bv. naar de dierentuin, zal zich perfect kunnen inleven in de gevoelens van Joni het hoofdpersonage. Zij kan de nacht voor het bezoek aan de dierentuin niet slapen. Maar ook de dieren van de dierentuin weten dat er de volgende dag allerlei dingen staan te gebeuren. Zo komen de vlinders uit hun cocon en laten hun vleugels drogen om de volgende dag uit te kunnen vliegen. Zo overdenkt mama leeuw dat ze de volgende dag haar welpjes zal voorstellen aan de andere leeuwen buiten. Zo broedt papapinguïn op een ei en wie weet is er de volgende dag een pinguïnjong … En dan is het zover en komt Joni in de dierentuin. Wat ze daar allemaal ziet… Het boek overspant 24u van slapen gaan tot opnieuw slapen gaan en vertelt alles wat daartussen gebeurt. En dat is heel wat! Het verhaal toont hoe voor een kind een bezoek aan de dierentuin als het ware de ontdekking van de wereld kan zijn. Een wereld waar zoveel meer gebeurt dan je als individu kunt vatten. De uitvouwbare bladzijde in dit boek vat het gevoel van een overweldigende dag op die manier mooi samen zowel in woord als in beeld.

Van de Vendel, E. (2012). Hallo wereld! Amsterdam: SCPNB.


Professione CoccodrilloDe krokodil in dit verhaal heeft duidelijk een plezierige job. In de eerste prenten zie je hoe hij welgezind zijn bed uitkruipt om zich klaar te maken voor een nieuwe werkdag. Hij doorloopt zijn ochtendroutine met een gezwindheid die aangename gewoontes eigen zijn. De herkenbare details in deze tekeningen zijn zowel grappig als geruststellend. Kleuters zullen het beeld van een krokodil op toilet zonder twijfel hilarisch vinden. Daarna trekt de krokodil zijn pak aan, zet een hoed op en neemt samen met honderden andere pendelaars de metro richting het centrum van de stad. Ieder start de dag op zijn manier en ondertussen kan je in de paginavullende prenten bijna ruiken hoe de stad zich op gang trekt. Eens op zijn werk aangekomen zie je hoe de krokodil zijn kleren opnieuw uittrekt om een groot bassin in te duiken die vanachter glas enthousiast wordt gefotografeerd door bezoekers van de dierentuin. Een professionele krokodil dus. Heerlijk hoe de routineuze start van het verhaal plots een onverwachte wending krijgt. De combinatie van de herkenbare verhaallijnen van mensen die een nieuwe dag aanvangen met de bijzondere kijk op de dieren in de dierentuin zal door kleuters gesmaakt worden. ‘Professione Coccodrillo’ is tekstloos, de Italiaanse titel hoeft je er dus niet van te weerhouden het prentenboek ten volle te ontdekken.

Zoboli, G. (2017). Professione Coccodrillo. Milaan: Topipittori.


Na-apers!De nieuwe buren van Jaap en zijn ouders blijken apen te zijn. Jaap vindt het heerlijk; met die buren kan hij zich uitleven. Maar de apen zijn ontsnapt uit de dierentuin en de oppassers zijn naar hen op zoek. Tevergeefs … tot op een dag de ouders van Jaap ook willen kennismaken met de buren die ondanks de etiquettelessen van Jaap handen drinken en koffie schudden. De ouders van Jaap lopen op hun handen, slingeren aan de verlichting en nog veel meer als de oppassers binnenvallen en hen meenemen naar de dierentuin. De directeur is razend wat ziet dat het mensen en geen apen zijn. Dus de ouders van Jaap zijn snel terug op vrije voeten. En wat er met de apen gebeurt….? Humoristisch prentenboek met kleurrijke illustraties dat veel veel kijkplezier garandeert.

Veldkamp, T. (2006). Na-apers. Tielt: Lannoo.


Een hoop vrienden samen sterkDit prentenboek over vriendschap en samenwerking speelt zich af in een dierentuin. Daar is Pinguïn ontzettend droevig omdat hij niet kan vliegen. De andere dieren uit de zoo besluiten hem te helpen door op elkaar te gaan staan tot de bovenste boven de wolken uitkomt. Om dat te laten lukken moet je als verteller – op rechtstreekse vraag van Olifant – het boek verticaal houden zodat de stapel dieren echt tot de wolken kan reiken. De illustraties hanteren een warm kleurgebruik. De illustrator heeft ervoor gekozen de verschillende dieren erg schattig af te beelden; ze zien er niet echt ‘wild’ uit.  De ogen van de dieren vallen op. Ze geven aan hoeveel concentratie nodig is om het evenwicht te bewaren als onderdeel van zo’n wankele stapel waarin olifant bovenaan zit en met zijn slurf pinguin boven de wolken steekt. De ommekeer van een verdrietige naar een vrolijke Pinguïn is spectaculair. Of hoe samenwerken echt resultaat kan hebben.

Schoene, K. (2018). Een hoop vrienden. Samen sterk. Wielsbeke: De Eenhoorn.


A Sick Day for Amos McGee

Amos McGee heeft zijn leven gewijd aan zijn vriendschap voor enkele bijzondere dieren in de dierentuin, waar hij werkt. Elke dag ziet er voor deze wat oudere, tengere man exact hetzelfde uit. Voor hij de tram neemt naar de dierentuin, voert hij zijn ochtendlijke routines met een ontroerende precisie uit. Eens aangekomen in de zoo schenkt hij zijn vrienden zijn onverdeelde aandacht. Hij speelt schaak met een olifant, laat een schildpad een race winnen en leest een uil voor die bang is voor het donker. Wanneer Amos op een ochtend zijn dagtaak niet kan aanvatten door een verkoudheid, beslissen de dieren het heft in eigen handen te nemen en de rollen om te draaien. Het verhaal is bijzonder eenvoudig, net als de observaties van de auteur die in de spaarzame tekst de warme sfeer van het verhaal en de illustraties weet bij te treden. De tekeningen van Amos en de dieren daarentegen zijn minutieus uitgewerkt, waardoor hun persoonlijkheid en zorg voor elkaar meteen in het oog springen. Het geheel is ronduit vertederend, je zou elk van de personages met hun kleine menselijke kantjes willen knuffelen en bij je houden. Het prentenboek leverde het koppel verantwoordelijk voor tekst en illustraties talloze literaire prijzen op. Onbegrijpelijk dat het niet vertaald werd, maar gelukkig is het boek ook bij ons in het Engels te verkrijgen.

Stead, P.C. (2010). A Sick Day for Amos McGee. Roaring Brook Press.


En hoe komt toch een olifant aan al die kilo's grijs?Telkens ze de dierentuin bezoeken vraagt Polle zijn opa de oren van het hoofd. De tekst geeft geen antwoord op de vragen maar de illustraties laten verschillende mogelijke antwoorden zien. Opa spreekt niet gedurende het verhaal. Enkel helemaal op het einde stelt hij een wedervraag aan Polle:  De zeer gedetailleerde illustraties zetten kleuters aan het kijken én zeker ook aan het denken telkens en telkens weer. Want waarom heeft een pauw ogen in zijn veren en een kangoeroe een rugzak op zijn buik? Wat denken de kleuters zelf dat het antwoord is op die vraag? Welke van de mogelijkheden vinden ze het meest waarschijnlijk en waarom? Het verhaal leent zich perfect tot interactief voorlezen en maakt veel los bij de toehoorders. Alice Hoogstad heeft als illustratrice in dit boek weer haar beste beentje voorgezet.

Van Os, E. & Van Lieshout, E. (2012). En hoe komt toch die olifant aan al die kilo’s grijs? Amsterdam: Lemniscaat.


Zoo kan het ookDe dieren van de zoo besluiten op een dag zich te verkleden om zo de bezoekers eens voor de gek te houden. Dat verkleden bestaat erin dat sommige dieren zich met strepen beschilderen zoals een zebra, stekels opprikken zoals een stekelvarken of doen alsof ze een boom zijn. De dieren beleven in elk geval veel pret aan de verkleedpartij. Benieuwd of ook de volwassen bezoekers doorhebben dat ze om de tuin worden geleid… De op de computer uitgewerkte prenten zijn voorzien van een soort tekstballonnetjes en post-itjes waarop dieren commentaar leveren en waarop de verhaallijn min of meer te volgen is. Ondanks het goede idee blijft het geheel een tikkeltje vlak.

Van Hest, P. (2016). Zoo kan het ook! Amsterdam/Hasselt/New York: Clavis.


Midden in de nachtHet verhaal begint in het bed van een kleine jongen die elke nacht opnieuw door een eng beest – een Siberische tijger – wakker gemaakt wordt. En elke nacht moet die jongen met zijn enge droom – de tijger – op stap om hem naar de kooi in de zoo slepen. Maar de weg tussen het bed van de jongen en de zoo is lang, de jongen moet er aankomen voor het licht wordt en de tijger mag niet wakker worden. Gelukkig bewaart de jongen de sleutel van de tijgerkooi onder zijn hoofdkussen dus verliest hij geen tijd met daarnaar te zoeken. In dit spannend (droom)verhaal leef je mee met de ik-figuur want wie heeft er nooit een enge droom? Op elke pagina zie je de kleine jongen die de tijger achter zich aansleept. De achtergrond waartegen hij dit doet is van donker tot licht nachtblauw en daarin is de omgeving (de straat, …) schetsmatig weergegeven. Het beeld van de jongen die zijn eigen angstdromen overwint helpt de lezer/kijker zijn eigen angsten te relativeren.

Van Genechten, G. (2013). Midden in de nacht. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


Naar de dierentuin

In de reeks ‘Willewete’ zit ook een boekje dat het thema ‘dierentuin’ behandelt. Zoals in andere boekjes van deze informatieve serie krijgt de lezer weetjes voorgeschoteld. Die behandelen hier  de dieren, hun leven in de zoo, hun oppassers, babydieren en de dierenarts. Per dubbele pagina wordt één van deze onderwerpen behandeld. Daarnaast zijn er losse weetjes, knutseltips, raadsels en een miniquiz onder de hoofding ‘Wist je dat?’. Op het einde van het boek is een dubbele pagina die aan beide zijden kan geopend worden en waarop een overzicht te vinden is van de dierentuin als dusdanig (dierenverblijven met dieren, oppassers, bezoekers, …) Transparante informatie op een eenvoudige en prettige manier bij elkaar geschreven.

Ollivier, R. (2011). Willewete. Naar de dierentuin. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.