Prentenboeken ‘Bomen’

550x644Je kunt over allerlei dingen redetwisten. De dieren in het bos geraken het niet eens over het aantal bomen dat nodig is om van een bos te kunnen spreken. Ze roepen door elkaar en maken zich ondertussen ook nog eens druk over welke boom de lievelingsboom zou zijn. Elk dier geeft een ander antwoord en verklaart dat ook meteen. Hert die zichzelf de Koning van het Bos noemt, gaat voor 1500 bomen. Vos vindt 85 bomen dan weer voldoende, want meer is er niet nodig om verstoppertje te kunnen spelen. Konijn denkt 40 of misschien 60 om zich te verschuilen voor de jager. Muis vindt 4, 1 voor elk seizoen. En dan komt de mier met haar antwoord. Dat antwoord is dan meteen ook de aanleiding voor een nieuwe vraag die 2 vogels zich stellen: Wat was er eerst het zaadje of de boom? Maar die vraag blijft in het boek onbeantwoord. Erg grappig verhaal dat steeds filosofischer wordt en enerzijds over bomen gaat, maar anderzijds ook over de vraag of het de luidste stemmen zijn die gelijk hebben. Leuke illustraties van erg mensgelijkende dieren tussen bomen en struiken van allerlei slag.

Barroux (2018). Hoeveel bomen? Amsterdam: Meis & Maas.


1200x1153Wie samen met de kleuters wil nadenken over wat de natuur ons te bieden heeft en of iets dergelijks ook tussen mensen kan, is met dit Koreaanse prentenboek aan het juiste adres. De boom die centraal staat in dit boek, is gelukkig omdat hij veel te bieden heeft: schaduw aan de mensen, takken waarin nesten kunnen gebouwd worden, beschutting tegen de kou voor kleine diertjes die onder zijn schors of in zijn stam kruipen, fruit om van te smullen, … De illustraties zijn voornamelijk in bruin en grijs met af en toe een kleurig accent. Mooi, eenvoudig boek over de gulheid van de bomen.

Kim, C. & Ju Kim, Y. (2018). De boom geeft. Hasselt: Clavis.


9789401463133Op een vrolijke manier krijgen kleuters een beeld van de groei van een eikel tot een heuse eikenboom. Per bladzijde is er 1 zinnetje dat steeds gevolgd wordt door: maar…OEF… Bv. de eikel ontkiemt en steekt zijn blaadjes omhoog naar het licht maar…OEF de slak zag hem niet. Of: in de buurt van de boom komt een huis maar…OEF hij wordt niet gekapt, meer nog er ontstaat iets moois tussen de eik en de mensen. Het wordt doorheen het boek duidelijk dat een eikel best wel wat moet overwinnen om tot een boom uit te groeien. Door de herhalingen leven kleuters erg mee met de eikel/boom en zuchten ze als het ware opgelucht wanneer de eikel/boom weer eens ontsnapt aan een ‘gevaar’. Het boek is langwerpig waardoor de hoogte van de bomen in het bos duidelijk wordt. Daarnaast zijn de zeer (sur)realistische en gedetailleerde illustraties door T. Schamp geschilderd op hout zodat de nerven nog zichtbaar zijn en het bomen- en bosgevoel nog versterkt wordt. Ondanks het feit dat er telkens maar 1 zinnetje gegeven wordt, kan het verhaal dankzij de mooie illustraties waarin je leven blijft ontdekken, erg goed uitgebreid worden.

Roman, G. & Schamp, T. (2019). Oef, wat een geluk! Tielt: Lannoo.


Toen-een-tak-mij-tikteHet is duidelijk dat de liefde voor de natuur in het bloed zit van de auteur die in een bloemistengezin opgroeide. Deze bundel bevat 37 verhalen en gedichten uit verschillende culturen of van de hand van de schrijfster zelf. Al die verschillende verhalen en gedichten hebben als grootste gemene deler: het bos, de bomen of de liefde voor de natuur. Per gedicht/verhaal wordt duidelijk vermeld wat het land van oorsprong is. De illustraties – grote en kleine – sluiten wonderwel aan bij de tekst. Van eenvoudige, zachtroze bloemblaadjes tot het kleine meisje Hanako bij het betoverde schip. Het zijn stuk voor stuk erg sfeervolle prenten. Het boek kwam tot stand ism de BOS+-vereniging. Het doel van deze vereniging wordt achteraan in het boek toegelicht. Daarnaast zorgde de uitgeverij op de website ook voor lestips bij deze bundel.

Wille, R. & Candaele, A. (2021). Toen een tak mij tikte. Verhalen en gedichten over bomen. Wielsbeke: De Eenhoorn.


9789002277429_LROp een dag vindt Emilia een walnoot onder een boom in de tuin van haar grootouders. Ze toont de noot aan haar opa die haar vertelt hoe hij op een dag van de ene kant van de wereld naar de andere kant moest verhuizen met niks anders bij zich dan een klein tasje en een noot die hij geplukt had van de boom aan het ouderlijk huis. Elke keer wanneer hij moest verhuizen, nam opa de noot mee tot hij ze op een dag kon planten in de tuin van het huis waarin hij samen met Emilia’s oma ging wonen. Emilia gaat samen met opa de tuin in om de boom te bekijken. Samen planten ze ook de gevonden noot in een potje. De noot wordt een boompje. Maar naarmate het boompje groeit wordt opa steeds langzamer. En op een dag sterft hij. Tot groot verdriet van Emilia die gelukkig het boompje heeft en gelukkig ook van opa geleerd heeft hoe het te verzorgen. Rustig en teder verteld verhaal over de levenscyclus van een boom en van een mens. De illustraties waarin veel gebruik gemaakt wordt van aardetinten, brengen op een heel rustige manier de liefde tussen de opa en zijn kleindochter in beeld.

Paquette, A. & Sala, F. (2022). Opa en de walnoot. Leuven: Davidsfonds/Infodok.


index.php.pngTijdens de herfst lijkt het bos inderdaad een beetje op een supermarkt. De dieren kunnen er rond snuisteren om een wintervoorraad aan te leggen en ook mensen kunnen er dan lekkere dingen vinden. Denk aan kastanjes, hazel- en beukennootjes, walnoten, … Om die dingen te kunnen vinden, is het wel belangrijk de bomen die die vruchten dragen te herkennen. Daartoe biedt dit boekje handvatten. De tekst is in twee kleuren gedrukt: Nederlands in het zwart, Frans in het rood, … De eekhoorn is de centrale figuur en toont het allemaal in dit boekje in een heldere taal en met duidelijke foto’s. Het boekje behoort tot de ‘Nik-nak-reeks’ die zich tot doel stelt verbinding te maken tussen de moedertaal en de Nederlandse taal. Helemaal achteraan ook een tweetalig recept van wortel-walnotencake.

Sterkens, C. (2018). Supermarkt in het bos. Zoersel: Herkes.


550x756Een jongetje en een boom zijn gelukkig met elkaar. De jongen luiert in de schaduw van de boom, eet appels, schommelt op de takken en klimt tot in de hoogste top. Op een dag verdwijnt de jongen en keert pas na vele jaren terug. Hij heeft geen zin om in de boom te klimmen of op zijn takken te schommelen. Nee, hij heeft geld nodig en vraagt dat aan de boom. Die heeft hem niks anders te bieden dan zijn appels, om te verkopen. Opnieuw verdwijnt de jongeman, nu met de appels. Pas na vele jaren keert hij terug en deze keer heeft hij geen tijd om in de boom te klimmen of op zijn takken te schommelen. Hij heeft een huis nodig en wil dat de boom hem dat geeft. De boom biedt hem zijn takken aan. De man zaagt de takken af en verdwijnt ermee. Pas na vele jaren keert hij terug. Nu is hij te oud en te verdrietig om in de boom te klimmen of op zijn takken te schommelen. Hij vraagt de boom om een boot waarmee hij kan verdwijnen. Je mag mijn stam hebben, zegt de boom. De man hakt de boom om, maakt er een boot van en verdwijnt opnieuw. Oud geworden keert hij terug. De boom zegt dat hij hem niets meer te geven heeft. Behalve een zitplaats op zijn stronk … De sterkte van het verhaal is tweeledig: enerzijds is er de boom die niets liever wil dan de jongen/man behouden als vriend. Hoe oud de jongen ook wordt, de uitnodiging van de boom om in hem te klimmen, om te schommelen op zijn takken of zijn appels te eten blijft geldig. Anderzijds is er de jongen/de man die eerst genoot van de boom maar daarna enkel nog van hem profiteert zonder de vriendschap van de boom te verliezen. Het herhalende karakter van het verhaal zorgt voor herkenning en bindt de luisteraar. Een echte klassieker die al dateert uit de vorige eeuw en de schrijver, Shel Silverstein, beroemd heeft gemaakt. Het verhaal is te bekijken en (in het Engels) te beluisteren op:

Silverstein, S. (2016). De gulle boom. Amersfoort: Brandaan.


550x729Er gebeuren vreemde dingen in het bos: takken verdwijnen, bomen worden gekapt … Wie deed nu zoiets? De bewoners van het bos beschuldigen in eerste instantie elkaar, maar blijken allemaal een alibi te hebben. Maar wie rooft de bomen dan wel? De dieren zetten een heuse speuractie op met sporenonderzoek, een rechter en een rechercheur en noem maar op … Jammer genoeg levert het allemaal niks op en ondertussen ziet de lezer de bomenrover in de achtergrond zijn gang gaan. Tot ze op een dag de pootafdrukken van een beer vinden en de dader arresteren en verhoren. Voor de rechter geleid, verklaart de beer zijn daden: hij wilde ‘de papierenvliegtuigjeswedstrijd’ winnen. De dieren krijgen medelijden en leggen hem een lichte straf op. En wat het winnen van die wedstrijd betrof, daar wisten de dieren samen wel raad mee … Heerlijk verteld verhaal dat in zachte kleuren geïllustreerd werd met humoristische prenten die de ware toedracht van het gebeuren prent na prent onthullen. Wie het verhaal wil beluisteren en bekijken, kan terecht op: De grote bomenrover, Oliver Jeffers | 9789089672445 | Boeken | bol.com

Jeffers, O. (2017). De grote bomenrover. Hoorn: Hoogland & Van Klaveren.


Lente, zomer, herfst, winterVanuit zijn nest in een holle boom (een uitgestanst gat in het boek) volgt een uil de loop der seizoenen. Het decor waarin de uil zich bevindt is onveranderlijk maar de invloed van de seizoenen erg duidelijk. De bomen veranderen, meer of minder dieren, andere dieren, bloemen en planten … geven evenzoveel aanduidingen van het seizoen.

Teckentrup, B. (2015). Lente, zomer, herfst, winter. Amsterdam: Veltman.


mijn boomIn ‘Mijn boom’ worden jonge lezers door de verteller uitgenodigd om alle geheimen van de grote boom in de tuin te ontdekken. Vanop afstand ziet de boom er kalm uit, maar wie tussen de wortels of de bladeren gaat kijken, ontdekt een en al bedrijvigheid. Pagina na pagina kunnen de kleinste kinderhanden achter de flapjes het bruisende leven van de mieren, de mol, de uilen, de poes, de eekhoorn, de wormen, de kabouters, de bijen … in en rond de boom verkennen. De verteller houdt belofte, want op elke pagina kan je in de kleine details verschillende verhaallijnen ontdekken met de boom en zijn bewoners in de hoofdrol. De allerkleinsten zullen met plezier de dieren benoemen, maar bij nader kijken zullen ook ervarener lezers opmerken hoe alle personages met elkaar verbonden zijn door die ene prachtige boom. Zo tilt Dubuc het niveau van het doorsnee kartonboekje omhoog en hebben wij er een mooi geschenkboekje bij.

Dubuc, M. (2022). Mijn boom. Amsterdam: Querido.


550x556Hoewel dit boek eigenlijk bedoeld is voor beginnende lezers kun je er bij 5-jarige kleuters zeker ook mee aan de slag. Het boek laat zich goed voorlezen en bereidt op een speelse manier voor op het eerste leerjaar door de vele taalspelletjes en grapjes die erin verwerkt zijn. Dit boekje vertelt het verhaal van Uil die in een oude eik woont en af en toe converseert met zijn boom. Op een dag laat ‘zijn’ boom ‘noten’ vallen en Uil weet dat Pluim erg van noten houdt. Jammer genoeg woont Pluim in de stad. Dus probeert Uil die noten aan Pluim op te sturen. Maar dat gaat uiteraard niet zonder slag of stoot en zeker niet zonder de hulp van andere bosdieren. Samen komen de dieren ook tot de conclusie dat het nootje geen nootje maar een eikel is en dat een eikel het eitje is van de eik. Wanneer Uil dan ook nog een boekje krijgt van Haas waarin de volledige levenscyclus van een boom doorheen de seizoenen wordt beschreven, bekijken de vrienden het samen en laten ook de luisteraars en lezers er mee van genieten. Leuk verhaal dat wordt opgewaardeerd én opgevrolijkt door grappige illustraties in zachte kleuren van de vaste illustrator van Vos en Haas m.n. Thé Tjong-King.

Van den Heede, S. (2014). Vos, Haas en het Kind van Eik. Tielt: Lannoo.


631051e4f25a0644eb5d8767Wanneer je kinderen spelenderwijs op de klimaatproblematiek wil wijzen, bestaat er geen betere openingszin dan ‘Een boom is kwetsbaar. Je moet er heel goed voor zorgen.’. Dat is dan ook het eerste wat Eekhoorn zegt. Eekhoorn blijkt doorheen het verhaal veel menselijke trekken te vertonen. Hij beseft de kwetsbaarheid van de natuur heel goed en herhaalt voortdurend voor zichzelf dat hij er daarom niet meer van mag nemen dan hij nodig heeft. Maar toch put hij de natuur telkens opnieuw volledig uit. Het begint bij de denappels, het vervolgt met de sappige naalden die Eekhoorn zo lekker vindt: ‘Opgelet, je mag niet alle naalden opeten! Een boom is erg kwetsbaar, daar moet je oog voor hebben. Eet niet een naaldje hier en nog een naaldje daar. Neen, je eet alleen wat je nodig hebt.’ Dan zijn het de takken die zo nuttig blijken om een vuur mee te maken, tenslotte zijn er ook de stam en de wortels … Uiteindelijk bouwt Eekhoorn een huis voor zichzelf met wat na al zijn geknabbel nog rest van de boom. Maar dan wordt hij door een aantal kinderen ontdekt en … verrassend genoeg  ‘Een eekhoorn is erg kwetsbaar. Je moet er echt heel goed voor zorgen.’ Zonder ook maar ergens te moraliseren toont Tallec door middel van een repetitief verhaal dat mens/eekhoorn de natuur nodig heeft. De sobere illustraties in warme kleuren waarop – op 1 bladzijde na – enkel een superexpressieve Eekhoorn en een boom te zien zijn, versterken de tekst. Na Dit is mijn boom een nieuw staaltje van een humoristische, toegankelijke vertelstijl die zorgt voor een verhaal met inhoud.

Tallec, O. (2022). Een beetje veel. Eke: De Eenhoorn.


alberts boomDe lente breekt aan en Albert – een grote bruine beer – zoekt zijn favoriete boom op om gezellig op de vertrouwde takken te kunnen liggen. Toch kan hij niet genieten van zijn lievelingsplek, want de boom is aan het huilen. Albert haalt zijn vrienden erbij om de reden van het verdriet te achterhalen, maar dat blijkt helemaal niet evident. Uiteindelijk probeert hij de boom te troosten door hem een dikke knuffel te geven. Wanneer hij vraagt wat er aan de hand is, komt er een nogal onverwacht antwoord… Er zit heel wat expressie in de eenvoudige tekst boordevol klanknabootsingen en in de lichaamstaal van Albert en zijn dierenvrienden. Zoals gewoonlijk is dit prentenboek van de hand van Jenni Desmond een plezier om voor te lezen en om samen te kijken naar de eenvoudige prenten waarin toch heel wat valt te ontdekken.

Desmond, J. (2014). Alberts boom. Rotterdam: Lemniscaat.


1086x1200Als volwassene kun je op heel veel plaatsen informatie vinden over bomen en hun belang in het kader van klimaatverandering. Stilaan beginnen deze inzichten ook naar kinderen door te sijpelen. Het voorliggende boek vertelt op een erg bevattelijke manier hoe een boom langzaam groeit, en onderdeel is van al het leven in het bos en als alles goed gaat van een klein ‘Twijgje’ verandert in een moederboom die op haar beurt andere ‘twijgjes’ beschermt en aanmoedigt om rustig te groeien. Het verhaal is ondersteund – tekst doorheen de prenten die telkens een dubbele pagina beslaan – door prachtige natuurillustraties. Een bos dat verandert met de seizoenen, vol staat met paddenstoelen wanneer het geregend heeft of een prachtige lila-boshyacinten-ondergrond heeft in de lente. Een bos waar grote en kleine dieren en insecten leven en dus krioelt van leven. Een bos dat een eco-systeem op zich is en waar opdringerige insecten verjaagd worden op verschillende manieren. Sommige bomen doen dat door hun blaadjes slecht te laten smaken en tegelijkertijd een geurwolk ter verwittiging naar andere bomen te sturen. Doorheen de tekst en de illustraties kun je zien hoe traag een boom groeit en dus ontdekken hoeveel jaren een boom nodig heeft om tot volle wasdom te komen. Een erg mooi boek dat van kleuters bomenliefhebbers zal maken die op een andere manier naar bomen zullen kijken.

Hughes, J. (2021). Twijgje. Amsterdam: Samsara Books.


550x745We hebben meer gemeen met bomen dan je op het eerste gezicht zou denken. Hun schors kun je vergelijken met onze huid, we kunnen praten, bomen ook zij het in een andere taal, bomen vormen samen een bos en dat is een volledig ecosysteem, net zoals een menselijke gemeenschap. Dat gemeenschappelijke tussen mens en boom is het uitgangspunt voor Maria Gianferrari om duidelijk te maken hoe belangrijk bomen zijn en wat ze allemaal kunnen. Door die vergelijking te maken – ondersteund door de sprekende illustraties van F. Sala – zorgt ze ervoor dat jonge kinderen met respect zullen kijken naar bomen. Dit boek probeert trouwens de inhoud van Peter Wohllebens boek Het verborgen leven van bomen te vertalen naar het niveau van jonge kinderen. Het slaagt er wonderwel in. Achteraan in het boek is nog meer informatie over bomen te vinden.

Gianferrari, M.. (2021). Als een boom. Amsterdam: Luitingh Sijthoff.


550x706-1De titel laat het al vermoeden, dit boek is een heus modern sprookje. Het bevat een heleboel elementen van een traditioneel sprookje en voegt daar hedendaagse elementen aan toe. Bv. het feit dat de illustraties vorm gegeven zijn als een soort graphic novel. Vaak in lange stroken of ingekaderd met tekst eronder. Samen met de tekst vormt dit een wonderlijk en hartverwarmend geheel. Het verhaal gaat zo: er waren eens een koning en een koningin. Ze regeerden als goede vorsten over hun land maar ze hadden geen kinderen. Daarom trekt de koning op een dag naar een uitvinder die voor hem een prachtige houten robot tot leven wekt. De koningin heeft hetzelfde idee en vraagt aan een goede heks om een kind. De heks maakt van een boomstam een heuse prinses. De prinses is moedig en slim maar heeft 1 probleem. Wanneer ze slaapt verandert ze opnieuw in een boomstam en kan enkel gewekt worden met de spreuk ‘Ontwaak, kleine boomstam, ontwaak.’ De prins-robot is dapper en vriendelijk, zelfs zo vriendelijk dat hij ondanks het gekriebel een kleine keverfamilie in zijn houten omhulsel laat wonen. Met z’n vieren vormen ze een erg gelukkig gezin tot op een morgen de dienstmeid bij het opruimen van de kamer van de prins de boomstam uit het raam keilt. Die begint daarmee aan een lange omzwerving. De prins , vervuld van schuldgevoel, start een heuse queeste naar zijn zus, voert mee op een zeilschip geladen met houtblokken naar het Noorden en ontdekt uiteindelijk zijn boomstamzusje. Hij besluit haar terug thuis te brengen maar dat gaat uiteraard niet zonder slag of stoot. De prins ‘verslijt’ en ‘roest vast’ tijdens zijn lange tocht maar voor hij het definitief opgeeft, zegt hij de ontwaakspreuk voor de boomstamprinses.  De prinses zorgt daarna voor haar broer. Een leuke vondst is dat de keverfamilie tijdens de lange terugtocht ontdekt dat er iets aan de hand is met de prins omdat ze geen beweging meer voelen. Ze schakelen de dieren van het bos in. Die schakelen op hun beurt de goede heks die het tweetal veilig terug thuis brengt. Maar dat gebeurt niet vooraleer de prins én de prinses allerlei avonturen beleefd hebben die op 1 blad in 6 prenten in een kader met daaronder een ‘sleutelwoord’ worden weergegeven. Een prachtige vondst want daardoor kunnen de luisteraars/lezers die avonturen zelf fantaseren. En om de cirkel van deze bespreking rond te maken: een heerlijk, hartverwarmend modern sprookje met ruimte voor creativiteit van de lezer/luisteraar. 

Gauld, T. (2022). De kleine houten robot en de boomstam prinses. Tielt: Lannoo.


ik-wil-een-wiegje-worden-1Het is weer zover: Henriette Boerendans heeft nog eens een prachtig prentenboek uitgegeven waarin ze ons trakteert op een reeks houtsneden die de natuur op onnavolgbare manier in beeld brengen. In ‘Ik wil een wiegje worden zei de wilg’ neemt ze ons mee naar een bos waar een reeks bomen bespreken wat ze later willen worden. Terwijl de beuk speelgoed verkiest en de berk een ledikantje, droomt de knotwilg zachtjes bewegend in de wind van een wiegje als eindbestemming. Pagina na pagina zien we de trotse boomsoorten in al hun glorie verschijnen. De bijgaande tekst van Bette Westera is rijk en spaarzaam tegelijk. In enkele zinnen duidt ze de gesprekken en het lot van de bomenvrienden. Aan het einde van het verhaal komt de verwachte houthakker en velt hij alle bomen, behalve de jongste en de oudste: Jaren gingen voorbij. De treurwilg ging door met vermolmen, het sparretje bleef groeien en werd een grote, groene fijnspar die in de winter droomt dat hij een kerstboom was. Zo’n boom met echte kaarsjes, die fonkelden als sterren in de nacht. Helemaal achteraan in het boek vind je een overzicht van de boomsoorten terug, telkens voorzien van een korte uitleg die enkele typische eigenschappen van de bomen in kaart brengt. Er valt heel wat te leren over bomen in dit boek, maar het zijn toch vooral de mooie taferelen met bomen in de hoofdrol en de poëtische tekst over de gang van het leven, die ‘Ik wil een wiegje worden zei de wilg’ meer dan de moeite waard maken.

Westera, B. & Boerendans, H. (2021). Ik wil een wiegje worden zei de wilg. Haarlem: Gottmer.


HenryWanneer Henry vanuit z’n steriel witte woonkamer naar de prachtige natuur buiten kijkt, krijgt hij het idee om wat van die natuurlijke schoonheid in huis te halen. Hij begint bescheiden met een houten tafel en stoelen, maar heeft al snel de smaak naar meer te pakken. Terwijl hij bladzijde na bladzijde zijn kamer verder aankleedt, ziet de lezer het uitzicht stelselmatig verschralen. Daarenboven passen zijn vrienden dezelfde methode toe, omdat ze zijn huis werkelijk prachtig vinden. De natuur ziet er stilaan even kil en kaal uit als Henry’s kamer aan het begin van het verhaal. Hoewel de boodschap hier erg duidelijk is, wordt het boek nergens moraliserend. Daar dragen zonder twijfel de stijlvolle illustraties in rood en groen toe bij. De vormen van de meubels laten dezelfde leemtes achter in de natuur, wat een kijkspel uitlokt dat het ernstige onderwerp meteen ook wat lichter maakt. De uitsnijdingen versterken het contrast tussen de binnen- en buitenwereld van Henry, die uiteindelijk besluit naar de ruimte te trekken om met een schone lei te kunnen starten. Hij is vastberaden z’n adembenemende uitzicht te behouden, maar zal hem dat ook lukken? Jacques en Lise hebben stilaan een eigen recept: hun prentenboeken bevatten veelal open eindes die jonge kinderen aan het denken durven te zetten. De tekst is spaarzaam, maar ontlokt altijd interactie met wat er in de tekeningen te zien valt. De suggestieve prenten in een beperkt aantal kleuren trekken telkens een herkenbare en tegelijk eigen wereld op. Met ‘Henry’ hebben de jonge illustratoren in elk geval hun recept mooi uitgebalanceerd.

Jacques & Lise (2020). Henry. Kalmthout: Pelckmans.


3345343458f581df7121516a89f7167aDe mens heeft altijd een bijzondere relatie met bomen gehad. Jammer genoeg blijkt hij nu een beetje vergeten te zijn dat bomen hem een dak boven het hoofd bieden, een voedselbron zijn, schaduw bieden en de basis voor vuur zijn, een bron van vermaak zijn (je kunt erin klimmen en in bossen kun je spelen), basis voor geneesmiddelen zijn, … Daarna schakelt de auteur over op de vraag wat bomen nodig hebben om te groeien en hoe ze groeien. Zo ontdekt de jonge kijker het hele ingenieuze netwerk dat een boom op zich is en het nog meer ingenieuze netwerk dat bomen met elkaar verbindt. Hoe wortels onder de grond in symbiose leven met de aarde, met schimmels en met een heleboel onooglijk kleine diertjes. Hoe de takken haast leven gevend zijn voor vogels, insecten, … Wat er gebeurt als het hevig begint te waaien en hoe wij daarvan kunnen leren. Wat de invloed van zonlicht is, … Kortom: een fascinerende inkijk in het leven van bomen op maat van de doelgroep.

Bunting, P. (2022). Het fijne brein van bomen. Amsterdam: Condor.