Wetenschappers en uitvindingen

1200x1107Sam is een kleuter die gefascineerd is door robots, maar hij heeft het gevoel dat niemand hem daarin volgt. Langzaam rijpt de idee om zelf een robot in elkaar te steken met oude keukentoestellen. Die robot krijgt de naam Franky en is het begin van een wonderlijk avontuur. Het verhaal wordt met veel vuur verteld en geeft knipoogjes naar de echte ruimtevaart – de hond Laika – en naar de raket van Kuifje. Timmers hanteert opnieuw zijn gekende tekenstijl met spetterende kleuren en veel dynamiek o.m. door het gebruik van tekstballonnen.

Timmers, L. (2014). Franky. Antwerpen/Amsterdam: Querido.


1200x1188Keepvogel is de rare en grappige vogel die Wouter van Reek  – in oorsprong voor een tv-reeks – bedacht heeft. In dit prentenboek besluit Keepvogel iets uit te vinden nadat hij vol interesse een boek over uitvindingen heeft doorbladerd. Hij besluit een vlierbessenplukstok te ontwerpen en maakt een ontwerptekening. Die wordt echter zo groot dat hij ook de muren nodig heeft en  uiteindelijk belandt op het blad van Tungsten, zijn hond die ook aan het tekenen is. En dan gebeurt het: de ontworpen machine komt tot leven en grijpt Keepvogel. Gelukkig kan de uitvinding van Tungsten – een stok met een V bovenaan – hem redden. De illustraties zijn erg gedetailleerd – er is zoveel op te zien – en zijn ook grappig. De laatste bladzijde is leeg zodat je zelf je uitvinding daarop vorm kan geven. Een voorsmaakje krijg je op:

Van Reek, W. (2015). Keepvogel: de uitvinding. Amsterdam: Leopold.


550x582De bever Kasper kan alles herstellen. Zijn vriend Flip helpt mee. Op een dag besluit Kasper dat hij rust nodig heeft en dat Flip het maar enkele dagen alleen moet klaren. Dat vindt Flip geweldig! Elke dag komt er wel iemand langs met spullen om te herstellen of te vermaken. Zo is er een ochtendjas die moet kleiner gemaakt worden, een gebroken strijkplank en een gebroken deegrol, een lekke regenpijp en een kapotte ligstoel. Elke keer opnieuw zegt Flip: “Geen probleem. Morgen is het klaar!” of “Geen probleem. Kom morgen maar terug!” Elke keer opnieuw wordt duidelijk dat Flip niet zo goed is in herstelling maar dat hij wel in staat is om compeet andere dingen te maken van de spullen die worden binnengebracht. De ochtendjas wordt een sjaal, de strijkplank en de deegrol een skateboard, de lekke regenpijp een pot voor plantjes en de ligstoel een stoot- of wandelwagentje. Elke keer wordt de lijst onder “We maken alles behalve…” ook langer en is de kist voor de ‘overgebleven spullen’ wat voller. Uiteindelijk komt niemand nog langs en dan besluit Flip om samen met Kasper van alle overgebleven spullen een boot te maken: de kist zelf wordt de boot, de ochtendjas het zeil, een overgebleven fietswiel een roer, het doek van de strijkplank een hangmat, … Kortom aan ideeën geen gebrek. Een echte uitvinder! De illustraties zijn prachtig en veelzeggend, de tekst beperkt maar er hoeft d.z. de illustraties ook niet veel verteld te worden. Dat kunnen de kleuters zelf wel.

Klinting, L. (2013). Kasper en Filip in de werkplaats. Utrecht: Veltman.


de-niets-machinde-9789021679471Professor Pruts wist als kleine jongen al dat hij uitvinder wilde worden. Alleen lijkt dat niet zo gemakkelijk want Professor Pruts slaagt er niet in ook maar iets uit te vinden. Op een dag krijgt hij een geweldig idee: hij zal een ‘Nietsmachine’ ontwerpen zodat de mensen die het altijd zo druk hebben ook eens niets kunnen doen. De tekst in dit boek leent zich uitstekend om voorgelezen te worden, maar de meeste aandacht zal ongetwijfeld naar de illustraties gaan. Ze zijn laagje per laagje opgebouwd, overvol, grappig. Ze bevatten een heleboel elementen die zeker voor de doelgroep herkenbaar zijn en daarnaast ook nog een heleboel fantasie-elementen. Ze beslaan telkens een dubbele bladzijde en ook de illustratie op de cover loopt door van achter naar voor. Leuk verhaal dat speelt met de begrippen ‘iets’ en ‘niets’ en dat wijst op het belang van nietsdoen voor wie dat begrijpen wil.

Wolters, S. (2019). De Nietsmachine. Amsterdam: Ploegsma.


aan-de-slag-met-findus-9789059088702We hebben in deze website al wel vaker een boek over Opa Pettson en zijn kat Findus besproken. Wie de boeken over deze beide personages kent, zal er zich niet over verwonderen dat die twee ook echte ‘uitvinders’ zijn. In dit boek beschrijft Sven Nordqvist hoe de nieuwsgierigheid van Pettson en Findus zorgt voor een heleboel ‘probeersels’ met dingen uit de natuur of  uit het alledaagse leven. Het boek is opgevat als een ‘kalender’ die voor elke maand van het jaar een verhaal over Pettson en Findus voorradig heeft en hen – gezamenlijk of apart – ook elke maand iets laat ‘uitvinden’. Denk aan een taart bakken met bessen uit de tuin, van een leeg melkbrik een voederplaats voor de vogels maken, herkennen van planten aan hun geur, … De tekst bij de experimenten is eenvoudig en de tekeningen spreken boekdelen. Dat zorgt voor gemakkelijke uitvoerbaarheid en veel plezier bij klein en groot. (Voor sommige experimenten is de hulp van een volwassene duidelijk aangewezen.)

Nordqvist, S. e.a. (2021). Aan de slag met Findus. Het knutselboek voor binnen en buiten. Leuven: Davidsfonds Infodok.


1200x1122Otter en Egel zijn in de wolken met de uitvinding van Eend: een tijdmachine. Dat zegt Eend tenminste want Otter en Egel hadden in de houten kast, de klok, de brievenbus en de kalender nu niet meteen een tijdmachine gezien. Maar geen nood: Eend laat hen proberen. Als ze om 10u vragen om met de tijdmachine 2 uur verder in de tijd te reizen, zet Eend de klok twee uur later. Met z’n drieën stappen ze in de tijdmachine en tellen tot 10. Dan stappen ze uit en inderdaad de klok staat op 12u. Op eenzelfde manier fopt Eend hen wanneer ze naar de winter of naar een van hun verjaardagen willen reizen. Maar Otter en Egel hebben niks door en vinden deze uitvinding eigenlijk wel een feestje waard. Grappige illustraties en vrolijke tekst zorgen voor een prettig voorleesverhaal waarover de kleuters zelf ook wel eens zullen moeten nadenken.

Van Straaten, H. (2007). Eend en de tijdmachine. Amsterdam: Leopold.


550x675André is gefascineerd door de maan en heeft die fascinatie ook op zijn vriend Muis overgebracht. Samen besluiten ze op onderzoek uit te gaan zodat ze nu eindelijk eens te weten kunnen komen van welke grondstof de maan gemaakt is. Ze tikken een oude raket op de kop, trekken hun ruimtepak aan en vliegen naar de maan. Onderweg haakt een ruimtetuig – dat eruit ziet als een aftandse caravan gebloemde gordijntjes incluis – met Marsmannetjes bij hun raket aan. Pret gegarandeerd op de maan die hoofdzakelijk uit zand blijkt te bestaan! De auteur van dit verhaal schreef het tijdens zijn maandenlange verblijf in het ruimtestation ISS. Maar het blijft evengoed een  vertelling met veel fantasie-elementen en hier en daar wat informatie over reizen doorheen de ruimte.

Kuipers, A. (2012). André het astronautje. Amsterdam: Moon.


frontImagesLinkVanaf het moment dat Jonas op tweejarige leeftijd de zee gezien heeft, wil hij één worden met het water. En niet zomaar door erin te zwemmen of erop te varen. Neen, hij wil er in wonen. In het begin van het verhaal wordt duidelijk gemaakt wat ‘zeezucht’ betekent wanneer je de kleine Jonas ziet deinen tussen het zeewier en de kwallen. Het verhaal volgt de opgroeiende Jonas verder in zijn verschillende pogingen om met het materiaal dat hij op het strand gejut heeft een zeebestendige woning te maken. Van eenvoudige dingen zoals een oude paraplu evolueert de inventieve Jonas naar steeds betere oplossingen, een ton, een duikboot, … tot hij uiteindelijk met een schitterende vis in zijn opzet slaagt. Prachtig prentenboek naar de gelijknamige animatiefilm. BEKIJK ZEKER DE KORTFILM EN BOEKTRAILER OP http://zeezucht.com.

Van der Well, M. (2017). Zeezucht. Amsterdam: Rubinstein.


939x1200Een jonge muis is gefascineerd door de verhalen van een oude muis die in het muizenvliegtuigenmuseum woont. Die verhalen brengen de muis op het idee om als eerste muis naar de maan te vliegen. Dat zoiets niet vanzelf gaat komt duidelijk tot uiting in het verhaal. Maar waar een wil is is een weg … Mooi prentenboek zeker voor wie houdt van aquarellen in sepiatinten die een sfeer van vroeger oproepen. Het begint al met de schutbladen die vol staan met de uitvindingen van de jonge muis. Verder wordt al het studiewerk van muis, de schetsen die hij maakt  en de (mislukte) pogingen die hij onderneemt prachtig geïllustreerd. Achteraan in het boek vindt de lezer een beknopte geschiedenis van de ruimtevaart.

Kuhlmann, T. (2016). Armstrong. Rijswijk: De Vier Windstreken.


thumbnail-1Dit is een verhaal en een activiteitenboek in één. Owie krijgt een vreemd postpakketje toegestuurd. Ze weet niet goed wat het is en besluit het ding via spiegels (activiteitenpagina) aan alle kanten te bekijken. Wie weet is het ding een ster! Owie wil die ster graag terug bij zijn sterrenfamilie krijgen, maar dat blijkt niet zo eenvoudig. Dat heeft te maken met allerlei dingen zoals de zwaartekracht (activiteitenpagina) De ster kan niet vliegen, maar dan misschien wel zwemmen. Owie laat de ster in een bad zakken (drijven en zinken – activiteitenpagina)en dan komt de ster tot leven en begint te praten. Het heet Sam. Maar na veel proberen blijkt het ding geen ster te zijn maar iets dat Sam heet. Sam heeft honger en eet een vreemd kleurenprakje (mengen – activiteitenpagina). En zo kabbelt het verhaal rustig verder. Telkens Owie iets belangrijks tegenkomt of doet is er in het boek een activiteitenpagina waar diezelfde natuurwetenschappelijke dingen een plaats krijgen. Zo leren kleuters bv. over  plattegrond en perspectief wanneer Sam door een gaatje in de vloer van de zolder naar beneden kijkt. Het boek – het eerste in een reeks – is uitdrukkelijk bedoeld om jonge kinderen te laten kennis maken met de principes van wetenschap en techniek. In het boek bevinden zich ook aanwijzingen voor ouders en leerkrachten. Kijk zeker ook eens op: https://www.iederkindeentalent.nl/wp-content/uploads/2012/10/lesbrief-owieboek.pdf

Fraiquin, M. & Steenbeek, H. (2011). Owie en het geheime ding. Zoetermeer: NDB Biblion.


550x574De serie ‘Willewete’ verschaft op een vrolijke manier informatie over allerlei dingen voor kinderen van 5-10 jaar. Dit deeltje probeert begrijpelijk te maken waarom dingen werden uitgevonden en slaagt daar ook in. Dat gebeurt op de eerste plaats door vergelijkingen te maken tussen heden en verleden, bv. hoe woonden mensen vroeger, hoe gingen mensen vroeger naar het toilet, enz. Dergelijke dingen wekken bij kinderen verwondering op en daaruit volgt vaak interesse. Verschillende uitvindingen bv. elektriciteit worden besproken en af en toe krijgt de uitvinder zelf ook aandacht. De tekst die bij de talrijke illustraties hoort, is op niveau van de doelgroep. Kleuters zullen soms wel wat bijkomende verklaringen nodig hebben.

Douglas, J. (2019). Willewete: Grote uitvindingen. Hasselt – New York – Amsterdam: Clavis.


935x1200Door gebruik te maken van je hersenen en je zintuigen, is er heel wat mogelijk. Dat is het uitgangspunt van dit boek. D.m.v. allerlei technieken die je met je zintuigen kunt uitvoeren, achterhaal je spelenderwijs allerlei dingen, bv. waarom een vliegtuig in de lucht blijft of een brug niet instort. Door dergelijke technieken slaagt dit boek erin (jonge) kinderen anders te laten kijken naar de wereld om hen heen. Die verwonderde blik kan de basis zijn voor wetenschappelijke interesse. En dat is al heel wat!

Diverse auteurs. (2019). Kijk. Ik ben een uitvinder! Utrecht: Kok.


thumbnailDe auteur van dit boek slaagt er in de werking van een heleboel dingen duidelijk te maken. Dat gebeurt op de eerste plaats door verhelderende tekeningen die achter flapjes verborgen zitten en veel inzicht verschaffen. Bv. in de manier waarop een brandblusser werkt, bv. in drijven en zinken, bv. over hoe het kan dat vliegtuigen en helicopters in de lucht blijven, bv. over de werking van een magnetron, … Het boek bevat behoorlijk wat tekst maar omdat die tekst zo goed wordt aangevuld met leuke illustraties en omdat de vele flapjes de interesse gaande houden, blijft het geheel erg goed behapbaar.

Mason, C. (2011). Meer weten over: Hoe de dingen werken. Londen: Usborne Publishing.


product-imageUitvindingen komen niet echt aan bod in dit boek maar wel een aantal leuke experimenten waarmee 5-jarigen al aan de slag kunnen. Het boek is onderverdeeld in 8 categorieën: water en ijs, horen en muziek, lucht, temperatuur en warmte, licht en kleuren, kracht en beweging, magneten, groene planten. In elke categorie zitten verschillende proefjes (waarvan er uiteraard een aantal niet geschikt zijn voor kleuters). Maar een heleboel proeven zijn dat wel. Denk aan ‘drijven en zinken’ of ‘wat gebeurt er als een klontje suiker in water ligt’  voor de categorie ‘water en ijs’ of ‘hoe kun je klanken zichtbaar maken?’ in de categorie ‘horen en muziek’. Veel ondersteunende foto’s en stap voor stap uitgelegde proeven. Een prettige manier om reeds op jonge leeftijd aan ‘natuurwetenschappelijk onderzoek’ te doen!

Willmer-Klumpp, C. (2019). Mijn eerste experimentenboek. Aartselaar: Deltas.


365Wetenschap_pluizerZoals de titel al suggereert, vindt men in dit lijvige boek voor elke dag van het jaar een proefje, een experiment of een knutseltip. (plus 1 extraatje voor de schrikkeldag). De proeven/experimenten/knutseltips zijn stap voor stap uitgelegd met duidelijke foto’s en voornamelijk te realiseren met huis-, tuin- en keukenbenodigdheden. De onderwerpen zijn zeer uiteenlopend: van de werking van gist, over kleuren met plantensappen tot statische elektriciteit. Op een prettige manier bieden ze zo inzicht in een aantal natuurwetenschappelijke principes en wekken ze hiervoor interesse op bij jonge kinderen. Zeker bruikbaar in kleuterklas, thuis of in de jeugdbeweging.

Chandler, S. e.a. (2014). 365 x wetenschap. Antwerpen: Manteau.