Prentenboeken ‘Ridders, jonkvrouwen & kastelen’

JONGE KLEUTERS

koning-koen-en-de-draakKoning Koen en de ridders Joris en Casper bouwen samen in de tuin een prachtig fort met een vlag en een brug van karton. Samen bevechten ze draken en monsters. Samen eten ze een lekkere picknick. Dan valt de avond en komen de reuzen. Eerst komt een reus – zijn papa – Joris ophalen en al snel verschijnt een tweede reus – de mama van Casper – om Casper op te halen. Koning Koen blijft alleen achter en wordt toch een beetje bang van de geluiden die hij hoort en de schaduwen die hij ziet. Wanneer op het tuinpad opnieuw een reus verschijnt, begint koning Koen te gillen. Gelukkig blijkt de reus zijn vader te zijn … want ook drakenvechters moeten naar bed. In dit eenvoudige maar erg sfeervolle verhaal zijn de natuurgetrouwe illustraties van Helen Oxenbury een grote meerwaarde. Zij zorgen ervoor dat je kunt zien hoe dapper de drakenvechters wel zijn vooral omdat de monsters en draken indrukwekkend zijn voorgesteld. De ritmische tekst is goed voor te lezen.

Oxenbury, H. (2013). Koning Koen en de draak. Rijswijk: De Vier Windstreken.


1001004002811765Ridder Florian is helemaal geen held. Eigenlijk is hij voor alles bang: voor jonkvrouwen, voor draken, voor tornooien, voor heksen, voor andere ridders… Noem iets en Ridder Florian is er bang van. Daarom heeft hij zijn eigen manieren ontwikkeld om de overwinning te behalen. Zo zorgt hij er bijvoorbeeld voor dat de jonkvrouw zelf kan ontsnappen en sluit hij vriendschap met een draak. De gedetailleerde gezichtsuitdrukkingen in de wervelende illustraties maken heel snel duidelijk dat Florian voor alles bang is en tonen tegelijkertijd welke slimme oplossingen Florian voor zijn angst bedenkt. Wie een tekort aan zelfvertrouwen heeft, gaat best eens bij Ridder Florian te rade …

Huiberts, M. (2006). Ridder Florian. Haarlem: Gottmer.


OUDERE KLEUTERS

IMG_4832Toermalijn is een ongezien prachtige prinses. De verhalen over haar schoonheid en haar bijzondere ogen met verschillende kleuren – net als de edelsteen waar ze naar genoemd is – zijn wereldwijd bekend. Tragisch genoeg wordt haar schoonheid niet gezien, omdat ze gevangen zit in een afgelegen en donkere torenkamer. Dappere ridders, die elk ook de naam van een edelsteen dragen, vanuit alle hoeken van de wereld bestijgen hun paard om Toermalijn te bevrijden. Niet toevallig waagt eerst ridder Robijn zijn kans en krijgen we daarna de oranje ridder Kornalijn in beeld. Fatinha Ramos verbeeldt stelselmatig de indrukwekkende kleurenrijkdom van de edelstenen terwijl we worden geconfronteerd met de beperkingen van de ridders. Hoe dapper ze zichzelf ook noemen, ze geraken elk om een andere reden niet tot aan de veelbelovende torenkamer. Uiteindelijk komt de redding uit onverwachte hoek. Zwarte ridder Onyx overwint alle obstakels en kan Toermalijn bevrijden. De grote regenboog die de kleuren van de gevallen ridders bij elkaar brengt en hier ook verwijst naar de liefde tussen de prinses en de vrouwelijke ridder, zet de boodschap naar ons aanvoelen wat te expliciet in de kijker, maar daar zullen jonge lezers zich niet over bezorgen. En gelukkig maar, want met Toermalijn heeft onze boekenmarkt er een prachtig geïllustreerd ridderverhaal bij. Bekijk een interview met Fatinha Ramos over het boek via de website van de VRT: https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/boekenmarathon/10-november/boekenmarathon-s10-novembera1/

Cali, D. (2020). Toermalijn. Wielsbeke: De Eenhoorn.


Theo de kikker kent de verhalen over prinsen die omgetoverd worden tot kikkers en opnieuw tot leven gekust worden door prinsessen maar al te goed. Zou het niet kunnen dat hij – zonder het te weten – ook een prins is die enkel de kus van een prinses nodig heeft om een knappe prins te worden? Die gedachte stuurt hem op queeste naar zijn eigen prinses. Hij zoekt het hele dorp af, maar niemand lijkt aan zijn beeld van de prachtige prinses te voldoen. Uiteindelijk blijkt een andere lieve kikker van wie hij niet verwachtte de prinses van z’n dromen te zijn. Theo zelf blijkt allerminst een prins en toch eindigt het verhaal als een sprookje: geliefden vinden elkaar en leven nog lang en gelukkig. ‘Theo’s prinses’ is een prettige sprookjesbewerking met antihelden die gelukkig in sprookjes blijven geloven. De illustraties sluiten perfect aan bij de toon van het verhaal: ze zijn klassiek en hebben iets naïefs, ze bevatten zachte kleuren en nemen je moeiteloos mee in de dromen van jonge Theo. Een hartverwarmend verhaal dus dat ook jonge kinderharten zal veroveren.

Delange, E. (2021). Theo’s prinses. Hasselt: Clavis.


9200000059825070Een draak verslaan, dat wil Ridder Roel het liefst van alles op de wereld. Daarom gaat hij op zoek naar een draak en zo ontmoet hij de oude draak Breekhoorn en daagt hem uit. Maar als de draak Roel ziet staan wil hij zelfs niet met hem vechten: zijn zwaard is te klein, hij is zelf te klein en hij heeft geen schild. Ridder Roel laat dit niet aan zijn hart komen: hij zoekt een reuzegroot zwaard, tikt een schild op de kop en meet zichzelf een harnas aan waarin hij nog amper kan bewegen. En dan … heeft Roel geen zin meer in een gevecht en sluit hij vriendschap met de oude, eenzame draak. Ze babbelen en doen spelletjes en Ridder Roel verslaat de draak dan toch nog … tijdens een spelletje schaak. Dit leuke boek bevat mooie illustraties bij een prettig verteld verhaal.

Dijkstra, A. (2016). Ridder Roel de drakenvechter. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


1001004002729291Elk kind vindt een ‘nachtkus’ belangrijk. Ook de zoon van de koning. Maar de koning heeft zo’n haast dat zijn nachtkus doel mist en door het raam vliegt. Gelukkig heeft een koning veel ridders ter beschikking. Hij stuurt een ridder erop uit om de nachtkus te vangen. Dat dat niet zonder slag of stoot gaat, is meteen duidelijk. Dat de nachtkus voor iedereen belangrijk is, ook. Leuk verhaal dat voor kleuters ook dank zij de illustraties erg goed te volgen is. De nachtkus wordt voorgesteld als een soort ‘gouden lint’ en dwarrelt over de bladzijden. Goed om weten is ook dat zelfs gevaarlijke dieren en draken getemd kunnen worden door een ‘nachtkus’.

Melling, D. (2002). De jacht op de nachtkus. Mechelen: Baeckens books.


9200000005250632Ergens hier ver vandaan woont een koning die er echt wel wat gek uit ziet en een echte gouden onderbroek draagt. Wanneer de koning op een morgen ontwaakt, blijkt zijn gouden onderbroek gestolen te zijn. In zijn blote achterwerk beveelt hij zijn ridders op zoek te gaan naar zijn onderbroek. Ridder Reijn – 6 jaar en van geen kleintje vervaard – gaat op pad en net wanneer hij de moed begint op te geven,  ziet hij per toeval de reus die de onderbroek gestolen heeft en die als een kroon op zijn hoofd draagt. De kleine ridder bedenkt een plan want wie niet groot is, moet slim zijn … Een prentenboek waarin humor echt op kleuterniveau is: blote achterwerken, een toilet, een gekke koning in een verfomfaaid kasteel, … Het spreekt allemaal tot de verbeelding. Komt daarbij dat de held eigenlijk een kleine jongen is en het verhaal kan niet meer stuk. De illustraties zijn ongelooflijk gedetailleerd en nodigen uit tot altijd opnieuw ontdekken.

Andreae, G. (2012). Ridder Reijn en de Gouden Onderbroek. Utrecht: De Fontein.


9789058389336_1De ridder in dit prentenboek moet naar bed. Maar daarin heeft hij helemaal geen zin. Hij toont de lezer zijn kamer en zijn indrukwekkende verzameling wapens zoals een knots, een zwaard, pijl en boog, een tandenborstel, een cactus, … Hij heeft ook een paard, Parcifal, dat vrolijk buiten rondrent. Eerst wil de ridder zijn wapens demonstreren. Hij gaat ermee aan de slag in zijn slaapkamer. Het nachtkastje, het potje en zelfs de matras moeten eraan geloven. Pfff … van zo’n strijd word je wel moe! Maar waar kan de ridder nu nog slapen? Dan maar bij papa en mama in bed … Het verhaal op zich stelt niet zoveel voor. Het is een beschrijving van de voorwerpen en de gebeurtenissen die je op de prenten ziet. Opmerkelijk is de lettergrootte: hoe kleiner de tekst, hoe ‘moeilijker’ de informatie. Daarom kun je met dit prentenboek ook al bij kleuters aan de slag. De prenten bevatten een heleboel – vaak humoristische – details en zijn superdynamisch.

Caesar, R. (2014). De ridder die niet slapen wilde (en zijn paardje Parcival). Wielsbeke: De Eenhoorn.


9200000022412446De auteur wil door middel van dit boek het vertellen van ‘sagen’ levend houden. Met het oog daarop bedenkt ze bij bekende ridders zoals Tristan, Arhur, Siegfried, Joris en Heimdall avonturen die zij tijdens hun jonge jaren zouden kunnen meegemaakt hebben. Op die manier bevatten deze nieuwe ‘sagen’ ingrediënten die in de oorspronkelijke ridderverhalen voorkomen en op die manier al een aanzet naar die oorspronkelijk sagen vormen. Denk bv. aan de ronde tafel van Arthur. Elk verhaal start met een portret van de ridder waarover het verhaal gaat, bevat 1 paginagrote illustratie en nog enkele kleinere illustraties tussen de tekst. Zoals de titel aangeeft, zijn er in elk verhaal ook draken van de partij. Zij worden in aardkleuren afgebeeld en ze maken wel indruk maar zijn nooit afschrikwekkend. Om de cirkel rond te maken, brengt de auteur in het laatste verhaal de zeven ridders samen.

Björk, C. (2014). Ridders en draken. Hoorn: Hoogland & Van Klaveren.


9200000057481106In dit verhaal is Ridder Leo dol op boeken en helemaal niet dol op vechten. Zijn ouders vinden dat niet oké voor een ridder en sturen hem op pad om een draak te doden. Ridder Leo neemt naast zijn wapenrusting ook enkele boeken mee. En die komen hem goed van pas: eerst weet hij door voor te lezen een griffioen te verslaan. Ook de draak en de trol kan hij overtuigen dat vechten nergens voor nodig is. Leuk verhaal waarin een kleine muis – ridder Leo – het weet op te nemen tegen veel grotere dieren. De illustraties roepen een soort middeleeuwse sfeer op, wat de fantasie van kleuters ongetwijfeld prikkelt. En net zoals het prentenboek ‘Het boekenliefje’ van dezelfde auteur houdt ook dit boek een pleidooi voor voorlezen.

Docherty, H. (2016). De ridder die niet wilde vechten. Hasselt/New York/Amsterdam: Clavis.


9200000094344371Grappig verhaal over Finn, een brave, kleine ridder, die altijd doet wat hem gevraagd wordt of het nu gaat om hout halen, tafel dekken of afwassen. Finn doet altijd wat hem gevraagd wordt. Tot hij op een dag een ‘nee-kriebel’ voelt opkomen en op elke vraag ‘nee’ antwoordt. Dan strijkt een gevaarlijke rode draak neer in het dorp. Iedereen verstopt zich behalve Finn. De draak vraagt Finn of die een bed vrij heeft. Hoewel Finn geneigd is ‘nee’ te antwoorden, ontsnapt toch een ‘ja’ uit zijn mond. Gelukkig maar want die ‘ja’ is het begin van een mooie vriendschap én een mooi evenwicht tussen ‘ja’ en ‘nee’ zeggen. Humoristische illustraties waarop je de emoties van de personages duidelijk kan aflezen. Het enige minpuntje is – misschien – het rijm dat wel vlot is maar daardoor ook wel aanleiding tot dreunen kan geven.

Rowland, L. (2018). Deze ridder zegt nee. Haarlem: Gottmer.


joehoe_sprookjesprins-co-minRoos en Jozefien hangen halsreikend uit de ramen van hun torenkamer. Beide meisjes wachten op de Sprookjesprins, maar zijn een andere mening toegedaan over hoe ze hem kunnen vinden. Dit prentenboek heeft uitsnijdingen met symbolen die de verschillende routes verbeelden. Zo kan de lezer zelf beslissen welke kant de meisjes – en daarmee dus ook het verhaal – uitgaan. Elke bladzijde opnieuw moeten de kleuters een andere keuze maken, waardoor het boek talloze keren kan herlezen worden met telkens een nieuw verhaal. Dit “speel-boek” biedt zo een heerlijke manier aan om jonge kinderen plezier te laten vinden in het bouwen en ontdekken van verhalen. Amandine Piu zorgde voor de erg frisse illustraties. Op de website van de uitgeverij kan je een kijkje nemen in het boek: http://www.eenhoorn.be/nl/joehoe-sprookjesprins.html.

Misslin, S. (2017). Joehoe! Sprookjesprins? Wielsbeke: De Eenhoorn.


vantweeriddersEen papa vertelt elke avond een verhaal over twee ridders, een tweeling, aan zijn tweelingzonen Luuk en Lars. Overdag speelt de tweeling dan stukken uit het verhaal na. Bij dat spel is er maar één regel: als een ridder hulp vraagt, moet de andere hem helpen! Het leven gaat zijn gangetje, maar in het zinnetje ‘Ze dachten dat het altijd zo kon blijven.’ lees je al dat er iets zal gebeuren. Dat is ook zo: Lars krijgt samen met zijn ouders een auto-ongeluk en belandt in een coma. Zijn broer Luuk ontsnapt aan de tante bij wie hij voorlopig verblijft en kruipt stiekem in het ziekenhuis bij in het bed van zijn broer. Stilletjes vertelt Luuk aan Lars een verhaal over de twee ridders en zegt ook het zinnetje dat in elk verhaal voorkomt:
‘De ridderroep ‘Te wapen!’
dringt door steen,
door merg en been
en door de diepste slaap.’
Gelukkig is het dat wat Lars nodig heeft om uit zijn coma te ontwaken. Het verhaal wordt verteld door Imme Dros en haar echtgenoot, Harrie Geelen, maakte er illustraties bij. Beiden hebben hun vakmanschap in andere prentenboeken al uitvoerig bewezen. Dros met haar prachtige taal en Geelen met zijn typische stijl – wat rommelig, niet mooi afgelijnd, door elkaar lopende kleuren, … – waarvan je moet houden. Bijzonder in dit boek is het feit dat de illustraties boven- en onderaan omlijnd worden door een fries. Daarin vind je kleine details uit de hoofdtekening terug.

Dros, I. (2018). Van twee ridders. Amsterdam: Querido.


9200000009984336De middeleeuwse ridders in Held op sokken hebben lange baarden. De jonkvrouwen staan in de rij om hun heldhaftige verhalen te aanhoren. Ridders zonder baarden tellen niet mee. Ze zijn enkel goed voor de vaat, de poets, de moestuin… Gelukkig is er slechts één ridder die noch een baard, noch straffe avonturenverhalen heeft. Toch stapt hij als eerste met een van de jonkvrouwen in het huwelijksbootje. Het geheim zit in zijn recept voor heerlijke drakenballen.

Westera, B. (2013). Held op sokken. Haarlem: Gottmer.


550x638Wat een bedrijvigheid in het kasteel! Terwijl de koning in de troonzaal bezoek ontvangt, houden tal van werklieden met noeste arbeid het kasteel draaiende. Metselaars en timmerlui bouwen aan het kasteel, bakkers kneden het brood, stalknechten verzorgen de paarden, minstrelen laten musicerend van zich horen … Terwijl grote illustraties ons verschillende hoeken van het kasteel tonen, krijgen we zicht op de taken van de middeleeuwse vaklui. In één zin wordt telkens verwoord wat de job net inhoudt. De prenten ogen vrolijk dankzij de figuren bij wie de arbeidsvreugde en -frustratie expressief is weergegeven. Aan het einde krijg je een handig overzicht van de verschillende jobs met telkens een figuur in vol ornaat erbij. Erg prettig boek dus voor al wie een andere invalshoek zoekt bij het klassieke thema van stoere ridders en roze prinsessen.

Colby, R. (2021). Aan het werk in het kasteel. Haarlem: Gottmer.


9200000014681087Wie interesse heeft in het leven in een middeleeuws kasteel komt met dit kartonboek aan zijn trekken. De eerste bladzijden tonen wat er nodig is voor de bouw van zo’n kasteel, daarna zien we ambachtslui aan het werk en tenslotte is er informatie over het leven in het kasteel, de opvoeding van de kinderen, de tornooien die worden ingericht en oorlogen die worden uitgevochten. Op de laatste bladzijde staat een middeleeuws banket afgebeeld. Niet alleen is er op elke bladzijde veel te zien, er zitten ook een zestigtal bewegende elementen in dit boek verscholen. De beperkte tekst ondersteunt wat men ziet.

Baumann, A. (2013). Het grote boek van ridders en kastelen. Antwerpen: Oogappel.


20348437_funZoals de titel aangeeft, gaat het hier om een zoekboek vol minutieuse tekeningen waarop heel veel dingen te zien zijn. Op elke dubbele bladzijde speelt ‘het kasteel’ de hoofdrol. Rond en in dat kasteel gebeuren veel verschillende dingen: tornooien, feesten, koken, … Per dubbele bladzijde staan in de rand naast de tekening ook 10 voorwerpen of personen met een cijfer erbij. Dat cijfer geeft het aantal malen aan dat het bewuste voorwerp of de bewuste persoon in de tekening verstopt zit. En dat levert een boel zoekwerk op … Zoekend en kijkend komen kinderen dan heel wat te weten over het leven in de middeleeuwen.

Maskel, H. (2011). 1001 dingen zoeken: Ridders en Kastelen. Londen: Usborne.