Geschenkideeën 2019

ONZE 15 FAVORIETE GESCHENKBOEKEN VOOR HET EINDEJAAR

9789025771713_frontOp kerstdag krijgt een jongetje een fluwelen konijn als kerstcadeau. Het konijn belandt tussen het andere speelgoed en raakt bevriend met een kalend leren paard. Het paard en het konijn filosoferen samen over het leven. Een van hun mooiste gesprekken gaat over ‘echt zijn’ en verloopt als volgt:
‘Echt is niet hoe je gemaakt bent’, zei het Leren Paard. ‘Het is iets wat met je gebeurt. Als een kind lang, heel lang van je houdt, en niet alleen om met je te spelen, maar ECHT van je houdt, dan wordt je echt.’
‘Doet dat pijn?’ vraagt het Konijn.
‘Soms wel’, zei het Leren Paard, want hij sprak altijd de waarheid. ‘Maar als je ECHT bent, dan geef je er niets om dat het pijn heeft gedaan.’ (…) … in het algemeen ben je tegen de tijd dat je Echt wordt, meestal kaal geknuffeld, je ogen zijn eruit gevallen, je poten bengelen erbij en je ziet er haveloos uit. Maar dat geeft allemaal niets, want als je eenmaal Echt bent, ben je niet lelijk meer, behalve voor de mensen die het niet begrijpen.’
Uiteraard wordt het fluwelen konijn echt en wanneer de jongen later in het bos een konijn ziet, doet het hem erg denken aan het fluwelen konijn waar hij als jong kind zoveel van hield. Deze kerstklassieker dateert van 1922 en kan door sommigen misschien als zoet worden ervaren. Maar feit is dat de boodschap nog niks aan waarheid heeft ingeboet. De herdruk van dit verhaal met fijnzinnige illustraties die een dergelijke klassieker alle eer aandoen is prachtig uitgegeven met een linnen rug, een leeslint en zilveren toetsen op de cover. Een echt geschenkboek dus waaruit je, gezien de grote hoeveelheid tekst, vele avonden kan voorlezen en dat dus vast een verhaal én een boek wordt om van te houden. 

Williams, M. (2019). Het fluwelen konijn. Haarlem: Gottmer.


de_andere_weg-minEen krantenartikel dat Laïla Koubaa in 2006 las, is 13 jaar later de onrechtstreekse aanleiding geweest voor dit magisch-realistische boek dat kinderen vanaf 8 jaar zelf kunnen lezen en dat voor 5+ kinderen kan voorgelezen worden. Het krantenartikel vertelt over een Japanner die na een feest naar huis terugkeert, valt, zijn heup breekt en in een beek belandt waar hij na drie weken door voorbijgangers gevonden wordt. De man overleeft! Iets gelijkaardigs gebeurt in ‘De andere weg’ waar een Japans jongetje op weg is naar een lentefeest en onderweg 4 zwaluweitjes vindt die door een aardbeving – de stoelenspringers – uit hun nest gevallen zijn. Op het feest wordt het jongetje door zijn vrienden aangemaand om de eitjes niet op te eten maar terug te brengen want anders gaan er vier vogellevens verloren. Het jongetje doet dat maar krijgt een ongeluk. Gelukkig brengt de natuur die in de lente vol kracht zit, de oplossing zowel voor de jonge zwaluwen als voor het jongetje. De sprookjesachtige tekst wordt ondersteund door prachtige illustraties die erin slagen de sfeer van het oude/traditionele Japan perfect weer te geven. Daardoor is dit boek naast een vertelboek ook een heus kijkboek en kan het ook een geschenkboek zijn voor volwassenen die van de Japanse cultuur en verhalen houden. Mooi uitgegeven in oblongformaat en gedrukt op stevig papier. Mogelijk ken je van dezelfde auteur ‘Azizi en de blauwe vogel’. 

Koubaa, L. (2019). De andere weg. Wielsbeke: De Eenhoorn. 


9789021679976_frontElk gezin heeft wel zo’n bundel met 365 verhaaltjes voor het slapengaan op de boekenplank en kent het vertrouwde gevoel van het herhaald lezen uit hetzelfde boek. Niet alleen voor lezers die houden van dat dagelijkse ritueel, maar ook voor elke liefhebber van poëzie en prentenboeken is er nu het prachtige ‘Ik wou dat ik een vogel was’, een vuistdikke poëziebundel met een natuurgedicht voor elke dag van het jaar. De uitgeverij heeft kosten noch moeite gespaard om er een indrukwekkend boek van te maken. Klassieke en nieuwe gedichten voor volwassenen vinden er moeiteloos hun plaats naast kindergedichten, telkens met kwaliteit en oog voor de natuur als gemeenschappelijke noemer. Toch zijn het de grote illustraties verspreid over twee bladzijden van landschappen, dieren en planten die eerst in het oog springen. Ze ademen de sfeer van de seizoenen uit en zetten de toon voor de bijhorende natuurgedichten. Dat alles is vormgegeven in een dik cadeauboek met harde kaft, grote blinkende bladzijden en een linnen rug. ‘Ik wou dat ik een vogel was’ heeft de uitstraling salontafelboek, maar het is er dan wel één waar je met plezier je dagelijkse verzen in zal lezen.

Preston-Gannon, F. (2019). Ik wou dat ik een vogel was. Amsterdam: Ploegsma.


9200000112684515Prinses Odette is vervloekt door een kwaadaardige tovenaar en zit daardoor gevangen in het lichaam van een zwaan. Hoe kan ze die vloek doorbreken en bevrijd worden? Het mooie en betoverende aan dit boek is dat je op elke bladzijde op een noot kan drukken en zo de muziek die Tsjaikovsky geschreven heeft, kan beluisteren en als het ware in het boek kan beleven. De klanken die je hoort, zijn geproduceerd door een echt orkest en door ze tijdens het voorlezen te beluisteren ontstaat een bijzondere sfeer. Op het einde van het boek kun je de muziek als geheel nog eens beluisteren. Dit boek is het vierde deel in een muzikale serie. Eerder verschenen Een jaar in één dag (Vivaldi), De Notenkraker en Doornroosje

Tickle, J.C. (2019). Het Zwanenmeer. Zeist: Christofoor.


5cb6b_9789021415734_cvr-230x300Cicade is de naam van het antropomorfe halfvleugelige insect dat op een kantoor werkt in een groot flatgebouw tussen andere kantoorbedienden. Cicade wordt stevig gediscrimineerd: hij mag het toilet van de mensen niet gebruiken, hij wordt uitgelachen, krijgt nooit een woord van dank ook al maakt hij – in tegenstelling tot de mensen – zijn werk altijd af. Ten slotte wordt hij na 17 jaar ontslagen en besluit hij voor het eerst naar het dak van het flatgebouw te gaan. Daar gaat hij op de rand van het dak staan en ondergaat hij een echte metamorfose. In zijn nieuwe gedaante verdwijnt hij samen met andere cicades naar het woud. Shaun Tan is wat prentenboeken betreft zeker niet aan zijn proefstuk toe, maar over dit boek zijn de meningen verdeeld. Dat heeft zeker te maken met de eerder sinistere ondertoon die bijna tot het einde van het boek aanhoudt. Dat heeft zeker ook te maken met de manier waarop mensen in dit boek worden voorgesteld: hard voor anderen, ondankbaar, weinig gastvrij, … Ten slotte zijn de illustraties ook erg donker van toon: grijs-zwart en enkel het hoofd van de cicade blinkend groen.  Het einde van het boek is nochtans bevrijdend zowel in de gebeurtenissen als in de illustraties waar de kleur vanaf spat. Bekijk het boek en vorm een eigen mening: 

Tan, S. (2019). Cicade. Amsterdam: Querido.


9200000030134972In Scandinavië heeft elk huis zijn eigen huiskabouter, Tomte. De hoofdpersoon in dit kerstverhaal is een Tomte die op een boerderij past die al veel jaren leeg staat. Hij heeft zelf een gezellig huisje gemaakt in het verlaten hondenhok en controleert van daaruit alle dagen ‘zijn’ boerderij. Op een dag steekt een storm op die het naambord van Tomte (Tomte naar B), zijn wanten en zijn puntmuts meeneemt. Die drie dingen worden gevonden door twee konijntjes die ze meenemen naar het Grote Bos en daar samen met de andere dieren de betekenis van die drie voorwerpen trachten te achterhalen. Na lang zoeken houden ze het op een wimpel (de muts van Tomte), op slaapzakken voor muizen (de wanten) en het naambord interpreteren als ze een bericht dat er een kabouter naar het Grote Bos zal komen want dat is wat kabouters soms met Kerstmis doen. De dieren beginnen aan de voorbereiding want een Tomte moet je goed ontvangen. Jammer genoeg daagt Tomte niet op. De konijntjes besluiten naar hem op zoek te gaan. Ze komen in een sneeuwstorm terecht, verdwalen en worden door Tomte gered. Hoe het verhaal dan verder gaat, lees je in dit sprookjesachtige boek. Het staat vol met erg traditionele maar zeer mooie kleine en grote illustraties die de sfeer van het verhaal en de Scandinavische natuur in de winter perfect weten te vatten. Ook dit boek is mooi uitgegeven met linnen rug en op de cover een erg sfeervolle kerstillustratie. 

Stark, U. (2014). Kerstfeest in het grote bos. Zeist: Christofoor.


18307.pngOp de lijst met geschenkboeken van vorig jaar prijkte ‘De rijke uren van Jacominus Gainsborough’. Het voorliggende boek is hierop min of meer een vervolg. Jacominus vertrekt op reis en heeft zijn vriendinnetje Douce gevraagd om precies om 12u – vandaar de titel ‘Middag’ – aan de kade te zijn want hij wil haar iets heel belangrijks vragen. Het boek volgt de wandeling die Douce maakt om bij de kade te komen. Zo ontdek je als lezer dat je hoewel je met de beste intenties kan vertrekken, toch allerlei obstakels op je weg kan vinden. Het bijzondere in dit boek is dat je door de kunstige uitsnedes als lezer als het ware mee door het hek, in het bos, langs de kermis, door de straatjes naar de haven… loopt. Door die uitsnedes gunt de auteur je telkens ook een blik op het vervolg van de route. Tegelijkertijd leef je ook mee met Jacominus die zich zenuwachtig afvraagt of Douce wel op tijd zal zijn. Kunnen we samen met Jacominus en Douce het ‘allermooiste afspraakje ooit’ beleven? Het boek bevat 212 bladzijden met – zoals reeds gezegd – zeer kunstige uitsnedes. In die zin is het niet alleen een prachtig boek voor kinderen maar ook een geschenkboek voor volwassenen die doorheen dit boek de spanning van een begeerd afspraakje opnieuw kunnen beleven. Wil je een voorsmaakje van de prachtige gedetailleerde tekeningen en het kunstige snijwerk? Bekijk zeker onderstaand filmpje.

Dautremer, R. (2019). Middag. Leuven: Davidsfonds – Infodok.


9200000112250234Het boompje in het bos is een kerstverhaal dat een boodschap brengt rond ‘zijn wie je bent’ en ‘vriendschap’ zonder te moraliseren. Alle sparren in het bos worden naar de huizen gehaald om versierd te worden tegen kerstavond. Eén sparretje blijft staan omdat het wat krom en kaal is. De dieren uit het bos hebben medelijden en besluiten het sparreboompje te versieren en hem als middelpunt van hun kerstfeest te nemen. Daardoor wordt het echt warm in het winterbos. Het verhaal werd geschreven door Yuval Zommer die eerder mooie, informatieve boeken illustreerde rond elementen uit de natuur. Op haar onnavolgbare wijze heeft Bette Westera de tekst vertaald en op rijm gezet. De mooie illustraties van de hand van de auteur sluiten perfect aan bij de tekst. Mooi uitgegeven boekje met op de cover wat ‘kerstglitters’. 

Zommer, Y. (2019). Het Boompje In Het Bos. Zeist: Christofoor. 


ABzzz...-3D-72-ppiUitgeverij Boycott heeft een patent op opvallende boeken die de klassieke tekst en illustraties overstijgen. Dat wordt meteen duidelijk bij de cover van dit boek waarop een gapend meisje met wijd opengesperde mond staat. Elke bladzijde bevat een illustratie en een letter uit het alfabet. De letters worden telkens verbonden met een activiteit die te maken heeft met het slaapritueel of met weetjes over dieren en hun slaapgewoontes. Denk bijvoorbeeld aan K voor knikkebollen, L voor luiaard, S voor snurken, …
Bij welke letter val jij in slaap? Dat is de hamvraag die  aan het begin van het boek aan de lezer wordt gesteld. Menig kind zal zich uitgedaagd voelen om zo lang mogelijk te luisteren naar de ‘slaapverwekkende’ weetjes. Wakker blijven is de boodschap, maar volwassen voorlezers weten maar al te goed hoe heerlijk verhaaltjes voor het slapengaan kinderen in slaap kunnen wiegen. Een uitdagend boekje dus waarbij de lezer niet kan verliezen. 

Minhós Martins, I. & Kono, Y. (2019). ABZzz… een slaapverwekkend alfabet. Amsterdam: Boycott.


9200000115376477Macfarlane en natuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De auteur is o.m. bekend van zijn trilogie over de natuur waarin hij bergtoppen (Hoogtekoorts, deel 1), de wilde natuur (De laatste wildernis, deel 2) en de door mensen beïnvloede natuur (De oude wegen, deel 3) beschrijft. Dit boek wil vooral de liefde voor de natuur bij kinderen opwekken en bestaat uit 20 ‘betovergedichten’ die kinderen laten kennismaken met planten en dieren. De inleiding die Macfarlane voor dit boek schreef verklaart de titel. Hij geeft daarin aan dat hij op een dag ontdekte dat woorden begonnen te verdwijnen uit de woordenschat van kinderen. Het gebeurde zo geleidelijk dat niemand het eerst opmerkte. Het waren de woorden die je gebruikt voor de je omringende natuur: adder, akelei, braamstruik, otter, ijsvogel, … De hedendaagse kinderen gebruiken die woorden niet meer omdat ze zo weinig buiten komen en daarom verdwijnen die woorden dan ook. Het voorliggende boek wil deze woorden opnieuw introduceren. Op de rechterbladzijde zie je een prachtige, natuurgetrouwe afbeelding van de bewuste plant of het bewuste dier (in actie). Op de linkerbladzijde een met kleinere illustraties verlucht gedicht dat dat dier beschrijft. Een prachtig initiatief van Macfarlane dat uitgemond is in een heus geschenkboek waarvan de vertaling in handen was van Bibi Dumon Tak die niet aan haar proefstuk toe is. 

Macfarlane, R. & Morris, J. (2019). Verloren woorden. Amsterdam: Querido. 


9200000116003983Twee broers besluiten thuis te vertrekken om de armoede achter zich te laten en op zoek te gaan naar het geluk. Maar de weg ernaartoe is niet zonder gevaren. Ze moeten een groot bos doorkruisen en ontmoeten er niet alleen wilde dieren maar ook allerlei vreemde wezens zoals een bosduivel, feeën, een kwaadaardige heks en dwergen. Niet alle bosbewoners zijn even behulpzaam en voortdurend stelt zich de vraag welke weg de beste is. Van bij de start van het boek wordt duidelijk dat de broers de hulp van de lezer zullen nodig hebben om de juiste weg te vinden door raadsels op te lossen, puzzels te maken, enz. De wegen van de broers scheiden nadat één van hen een foute bloem heeft geplukt en daardoor verandert in een pauw. Wanneer de andere dat te weten komt, snelt hij onmiddellijk ter hulp. Samenwerking is dan ook een belangrijk gegeven in dit verhaal. En… eind goed al goed. De broers keren naar huis terug en kunnen hun huis daar herstellen met de hulp van de wezens en dieren uit het bos die zij geholpen hebben. Je kunt aan dit verhaal plezier beleven tijdens het voorlezen voor 4-5jarigen maar dan zonder de nadruk te leggen op de opdrachten. Die zijn eerder bedoeld voor kinderen van de eerste en tweede graad van de basisschool. 

Oklejak, M. (2019). Het magische avontuur. Een betoverend kijkboek vol raadsels. Amsterdam: Querido.


9789025771669_fcovr_1Rupsje Nooitgenoeg is 50 geworden. Dat is uiteraard een goede reden om enkele jubileumuitgaven op de markt te brengen. Dit boekje is er een van. Het belicht verschillende elementen van Kerstmis voor jonge peuters zonder daarvan een doorlopend verhaal te maken. Op de linkerbladzijde vind je als voorlezer een rijmpje van vier lijnen dat de zoekopdracht bevat. Het antwoord hierop moet door de peuter op de rechterbladzijde gevonden worden achter de flapjes. Zo moet je peuter bv. op zoek gaan naar de poes of de muis of de Kerstman of … Op elke dubbele bladzijde kan de peuter ook op zoek gaan naar een kleine versie van Rupsje Nooitgenoeg. Dit boek, laat je peuter op een vrolijke en sfeervolle manier kennismaken met het kerstfeest. 

Carle, E. (2019). Kerstmis met Rupsje Nooitgenoeg. Haarlem: Gottmer. 


frontImagesLinkDe tovenaar van Oz, Hans en Grietje, Belle en het beest, Alice in wonderland, Sneeuwwitje, Peter Pan, de kleine zeemeermin en Pinokkio, zijn de acht sprookjes die in deze Atlas te vinden zijn. Elk sprookje opent met een dubbele bladzijde waarop een plattegrond te vinden is van de wereld waarin dat bewuste sprookje zich afspeelt. Het sprookje zelf beslaat dan nog 4 tot 6 bladzijden. Tijdens het voorlezen – of zelf lezen – kun je samen met je luisteraar terugkeren naar de plattegrond om er de plekjes te zoeken waar de kleine zeemeermin naar het feest gaat, waar Hans en Grietje zich bevinden in het bos, enz. Dat zorgt voor een zekere interactiviteit met het boek. De verhalen zijn vlot geschreven en laten zich goed voorlezen. Ze zijn geschikt vanaf de leeftijd van ongeveer 5 jaar. Voor jongere kleuters zullen deze sprookjes net nog wat te lang duren. 

Van der Graaff, A. & Bordin, C. (2019). De Grote Sprookjesatlas. Antwerpen: Baeckens Books. 


9200000095916017Dit humoristische prenten- en telboek vertelt het verhaal van het cijfer Nul. Niemand zag Nul ooit staan. Op een dag merkt Nul dat Eén in nood is en hij biedt hem een lift aan. Dan gebeurt er iets wonderlijks: onderweg wordt Nul begroet door alle andere cijfers. Meer nog: ze nemen hun hoed voor hem af. Want samen zijn Nul en Eén niet zomaar met zijn tweeën, samen vormen ze Tien! Nul ontdekt dat ook de andere cijfers graag met hem omgaan zolang hij maar aan hun juiste kant loopt en zo wordt Nul ten lange leste toch erkend. Het is duidelijk dat dit boek meer is dan een telboek van 13 in een dozijn. Het heeft naast het leren tellen ook een onderliggende boodschap over erbij willen horen, gelukkig zonder te moraliseren. Het boek is ook prettig geillustreerd waarbij de cijfers menselijke eigenschappen krijgen louter door er lijntjes en puntjes (de ogen ) aan toe te voegen. Leuk en mooi boek! 

Rodari, G. (2019). De triomf van de nul. Antwerpen: Baeckens Books.


5cbfe_9789045122830_cvrIn dit prentenboek lopen twee verhaallijnen naast elkaar; er is het verhaal van de jongen die van school komt en iets kwijt wil maar niemand luistert. Zijn schoolvrienden hebben geen tijd, de hond wil geaaid worden maar luistert dan toch niet, het kopje van de vogel zit te vol om te luisteren, … Gelukkig verwijzen ze de jongen naar de boom met het oor. Het andere verhaal is het treurige verhaal van de rouwstoet die gevormd wordt rond de kever Trude die door een kraai werd opgepeuzeld. De kevervriend van Trude wil zijn verdriet kwijt. Dus is ook de rouwstoet onderweg naar de boom met het oor. Op een bepaald moment komen de twee verhaallijnen samen nl. op die plaats waar echt geluisterd wordt. Daar komen we ook te weten wat de jongen zo dringend moet vertellen. Beide verhalen gaan over het leven, over het groter worden dat bij het leven hoort én over de dood die er ook een deel van is. De verteller hanteert een rijk taalgebruik waarin het geluid van de stad en het geluid van de natuur tot hun recht komen. Philip Hofman illustreerde het boek en slaagt erin o.m. door het gebruik van licht en donker en door in te zoomen  – de jongen is bv. eerst klein en eenzaam en later lijkt hij echt gegroeid, de houding van de kevers en insecten in de rouwstoet straalt treurnis uit  – de boodschap van het verhaal te treffen. 

Schaap, A. (2019). De boom met het oor. Amsterdam: Querido.


ONZE 15 FAVORIETE BOEKEN VAN HET AFGELOPEN JAAR

JONGE KLEUTERS

dit-is-uil“Welkom in het bos. We gaan een heel bijzonder dier ontmoeten.” Zo begint Dit is uil, een prettig interactief prentenboek voor peuters en jonge kleuters waarin ze kennismaken met een uil die veel moeite heeft om wakker te worden. De tekst is uitnodigend en op maat van peuters gesneden. De verteller activeert de kinderen door hen te vragen om de uil te kriebelen, het licht uit te doen, een maan te tekenen, enz. Omdat niet alles volgens plan verloopt, zullen jonge kleuters er zeker ook om moeten lachen. Bovendien leren ze ook wat het betekent om een nachtdier te zijn. De tekeningen zijn groot en eenvoudig, vooral de karakteristieke uil zal jonge kinderen aanspreken. Een tof boek dus dat van een voorleesmoment een ware beleving zal maken. 

Walden, L. (2019). Dit is uil. Utrecht: Veltman Uitgevers. 


speeltuinEen jongen, een meisje en een poes (met cowboyhoed) besluiten een namiddag naar de speeltuin te gaan. De speeltuin is wel een eindje lopen en de kinderen komen doorheen allerlei verschillende echte en miniatuurlandschappen. Ze snoepen van bramen in een bos vol braamstruiken, ze rennen zo hard ze kunnen langs grote mierenhopen heen, ze sluipen door de duinen, moeten langs een gevaarlijk monster dat zich schuilhoudt in een donkere grot. Onderweg sluiten steeds meer kinderen zich bij hen aan. Dan komen ze bij de speeltuin aan. Wat valt dat tegen zeg! De speeltuin is alleen maar grijs en triest en dus besluiten de kinderen dezelfde spannende weg opnieuw te nemen maar dan in omgekeerde richting. Vrolijke, felgekleurde illustraties die allerlei landschappen suggereren staan in schril contrast met de grijze speeltuin op de laatste bladzijde. De kinderen laten het evenwel niet aan hun hart komen… Heerlijk prentenboek dat voor het eerst werd uitgegeven naar aanleiding van de Kinderboekenweek 2015 maar dat nu opnieuw in de winkel ligt. Mies van Hout vertelt zelf over haar boek in onderstaand filmpje.

Van Hout, M. (2019). Speeltuin. Amsterdam: CPNB.


9200000113162443Ook 35 jaar na de eerste uitgave, blijven de verhalen van de oude Pettson en zijn kat Findus populair bij kinderen en voorlezers. De boeken ogen klassiek, maar de gedetailleerde tekeningen blijven knap en de verhalen hebben niets aan vertelkracht verloren. In ‘Kun jij dat, Pettson?’ daagt de enthousiaste Findus de eerder bedachtzame Pettson uit in handelingen waar hij zelf erg goed in is: snel lopen, springen, op handen staan, in bomen klimmen, … De pogingen van Pettson om Findus te evenaren leiden tot enige hilariteit. Gelukkig is ook Pettson ergens erg goed in, namelijk in het bedenken van plannetjes om Findus te verrassen … De prachtige tekeningen van de boerderij en de omliggende natuur gecombineerd met de warme vriendschap tussen Findus en Pettson zijn bijzonder charmant en maken van dit boek een hartverwarmend voorleesverhaal voor winterse avonden.  

Nordqvist, S. (2019). Kun jij dat, Pettson? Leuven: Davidsfonds Infodok.


Ik help de brandweerDit vrolijke boek geeft een inkijk in het werk van de brandweer. Dat is leuk want heel veel kleuters zijn gefascineerd door de brandweer. Finne, een brandweervrouw, leidt je rond en laat je helpen. Ze start met de uitleg waarom ze die uitrusting – een helm, handschoenen, …- tijdens haar werk nodig heeft. Ze toont hoe snel alles moet gaan wanneer een oproep binnenloopt. Zo snel dat je zelfs met knipperlichten en huilende sirene door het rode licht mag rijden. De slang uitrollen is best zwaar werk. Dus kan Finne daarbij je hulp wel gebruiken. En wanneer de brand dan geblust is, is iedereen tevreden. Het boek bevat op haast elke bladzijde een opdracht bv. de helm dichtklappen, de brandweerwagen besturen, helpen bij het uitrollen van de waterslang, enz. Het boek bevat een beperkte hoeveelheid tekst. De illustraties zijn kleurrijk en duidelijk. Ze maken het boek ook geschikt voor de jongste kleuters. 

Boets, J. (2019). Ik help… de brandweer. Antwerpen: Oogappel.


9789044835144_frontHet donkere gat in het midden van de weg trekt de aandacht van jonge Charlie. Hij beslist meteen het gat mee te nemen naar huis, maar onderweg ontdekt hij dat zo’n gat in zijn broekzak of in zijn rugzak toch niet zo plezierig is als hij had verwacht. Er is vast wel iemand anders die had gat kan gebruiken, bedenkt hij. Charlie loopt het hele dorp rond, maar niemand is echt geïnteresseerd. De kleermaakster, noch de botenbouwer, noch de verkoper van spinnen en reptielen kan hij met het gat plezieren. Na nog een aantal andere pogingen besluit Charlie dat zo’n gat echt nutteloos is en legt hij het terug waar hij het heeft gevonden. De tekst stopt net voor het einde, waar we in de laatste prenten een nieuwsgierig konijn zijn hol zien vinden. Heerlijke ontknoping van een verhaal dat zich heel de tijd tussen fantasie en realiteit afspeelt. De creativiteit ervan sluit aan bij de manier van denken van jonge kleuters en zal vast ook een glimlach toveren op de mond van de voorlezer. 

Canby, K. (2019). Er zit een gat in de weg. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


OUDERE KLEUTERS

krokodil_op_weg_naar_beterOp een dag gebeurt er een ramp in het oerwoud waar krokodil altijd gelukkig is geweest. Dus besluit hij te vertrekken. Op een boot vaart hij naar een nieuw thuisland. waar dat zal zijn, weet Krokodil niet. De grote steden waar hij terecht komt, bevallen hem niet. De bewoners roepen lelijke dingen naar Krokodil en willen hem er duidelijk niet bij hebben. Doodmoe gaat hij steeds verder en verder en valt in slaap op het strand. Wanneer hij wakker wordt is hij het voorwerp van zorg en liefde van een ganse muizenkolonie (Gullivers’ reizen zijn hier niet veraf). Hij vindt het heerlijk bij de muizen en helpt hen met dingen waarvoor zij te klein of te zwak zijn. Er is één ding: hij zou zo graag zijn familie terugzien. En dat lukt ook… Erg kleurrijke illustraties die de gevoelens van Krokodil duidelijk in beeld brengen. Het boek weet zonder te moraliseren de vluchtelingenproblematiek op een realistische manier onder de aandacht te brengen. Op de voorste schutbladen zien we Krokodil in zijn bootje. Op de achterste schutbladen zien we een olifant in een gelijkaardig bootje. 

Slegers, J. (2019). Krokodil op weg naar beter. Wielsbeke: De Eenhoorn.


9200000110990295Een naïeve schildpad, een slimme muis en een bang konijn moeten vanuit het bos terug naar huis door een ‘kronkelige kreek’. ‘Toch niet door de kronkelige kreek’, zegt het bange konijn, ‘daar zitten krokodillen’. Maar de muis zegt dat dat niet klopt en legt aan de schildpad uit hoe je krokodillen kan herkennen. Ondertussen zie je op de paginagrote illustraties verschijnen wat de muis beschrijft: knobbelige ruggen, zwiepende staarten en scherpe klauwen. Het trio lijkt zich van geen kwaad bewust tot muis beschrijft dat je erg moet opletten niet in de bek van een krokodil terecht te komen want als die dichtklapt … Op dat moment kijkt het trio rond en moeten ze rennen voor hun leven. Ze zijn dus terug waar ze begonnen zijn en besluiten dan via een andere weg naar huis te gaan, maar zitten daar geen … Spannend cirkelverhaal met veel verrassende humor op niveau van de doelgroep. Bijzonder bewerkte schutbladen die voor- en achteraan verschillend zijn. Na het lezen van het boek wordt duidelijk waarom. 

Lambert, J. (2019). Krokodillenalarm. Utrecht: Veltman Uitgevers. 


het konijn het donker en de koektrommelKonijn heeft nooit, geen enkele avond, zin om te gaan slapen want hij is NIET MOE! En dus bedenkt Konijn een geniaal plan: hij zal ervoor zorgen dat het nooit meer donker wordt. Dan hoeft hij niet meer naar bed! Konijn lokt met de belofte van een koek uit de koektrommel het Donker – antropomorf personage in dit boek – naar zich toe en sluit het Donker op in de koektrommel. ‘Gelukt!’ zegt Konijn. ‘Nu blijft het licht en hoef ik niet naar bed.’ Maar het Donker legt zich niet zomaar neer bij zijn gevangenschap. Hij begint op Konijn in te praten door hem te vertellen hoe belangrijk hij is, wie hem – het Donker – nodig heeft en wat voor goede dingen hij allemaal doet. De uilen en de vossen roepen dat ze het Donker nodig hebben om eten te kunnen vinden. Het laat Konijn onberoerd. Wanneer het Donker aanvoelt dat Konijn een beetje mopperig wordt omdat hij moe en hongerig begint te worden – ook al is het nog licht – wil Konijn van geen toegeven weten. De twijfel slaat pas toe als het loof van de worteltjes in de moestuin na een overdosis zonlicht helemaal slap begint te hangen. Het Donker overhaalt Konijn om de koektrommel een beetje open te doen zodat hij kan laten zien hoe prachtig de nacht is (In het boek kun je dan een soort doos openvouwen waarin zich een prachtige sterrenhemel bevindt.) Uiteraard ontsnapt het donker dan. Zo leert Konijn dat de afwisseling van dag en nacht nodig en nuttig is  en legt hij er zich bij neer dat hij moet slapen. Bekijk de korte trailer: 

O’Byrne, N. (2019). Het konijn, het Donker en de koektrommel. Haarlem: Gottmer.


frontImagesLinkEigenlijk wil muis een omelet bakken maar omdat ze geen ei heeft, wil ze er één lenen bij haar buurman merel. Die zit nu net ook zonder eieren maar hij wil muis wel wat bloem lenen. Samen met een ei zou daar toch een lekker dessert van kunnen komen. Dus besluiten ze met z’n tweeën naar slaapmuis te gaan om daar een ei te lenen. Jammer genoeg heeft die enkel boter maar geen ei. Dan maar met z’n allen naar mol. Ook bij hem geen ei, wel suiker. Hetzelfde verhaal bij egel die wel appels wil geven voor een appeltaart. Wasbeer kan wel kaneel geven en hagedis rozijnen en gelukkig is er dan nog vleermuis: zij heeft nog een ei te geef. Samen maken ze een deeg en uil leent zijn oven om de taart te bakken. Als die klaar is moet ze in 9 verdeeld worden en dat is niet eenvoudig… Dit stapelverhaal werd in verzen geschreven die vrolijk vertaald zijn door Michaël De Cock. Een plezier om voor te lezen want de kleuters zeggen al snel de herhalingen mee. Af en toe worden ze verrast door een andere zinswending en dat maakt dit stapelverhaal net dat tikje origineler. De eerder naïeve illustraties sluiten erg mooi aan bij het verhaal en zorgen voor een sfeervol geheel. Het boek is uitgegeven bij een nieuwe uitgeverij die zegt kwaliteit hoog in het vaandel te dragen. Met dit prentenboek maken ze die doelstelling alvast waar. 

Cali, D. (2019). Goeiemorgen, beste buur. Brussel: Tiptoe print. 


Zo slapen dierenMensen slapen en dieren natuurlijk ook. Maar slapen alle dieren op dezelfde manier. Duidelijk niet! Dit boek vertelt op welke manier de verschillende dieren slapen: onder water zoals de zeehond, op het water op de buik van hun moeder zoals de otterjongen, geknield zoals de kameel, in een luchtbel zoals de papegaaivis of het grootste gedeelte van de dag in een hol zoals de vos. Watervogels, waterdieren, insecten, landdieren, de python, … de slaapgewoonten van 14 verschillende dieren komen aan bod. De eerder korte begeleidende tekst biedt informatie die meestal wat verwondering opwekt. Hij is doorheen de prachtige illustraties gedrukt die voor de dieren in en rond het water met veel verschillende tinten groen en blauw zijn uitgewerkt. Voor de dieren op het land heeft de illustrator vooral aardetinten gebruikt. Dit kleurgebruik zorgt ervoor dat de prenten er in slagen de sfeer van het leefgebied van elk dier op te roepen. Dat zorgt voor gefascineerd kijken en lezen/luisteren. Opnieuw een erg mooi en verzorgd uitgegeven boek van de jonge uitgeverij Boycott. 

Stumpfova, M. & Dvorak, J. (2019). Zo slapen dieren. Amsterdam: Boycott.


763Het langwerpige formaat van dit boek is ideaal voor het onderwerp want per dubbele bladzijde krijg je een dwarsdoorsnede van een bus vol reizigers te zien. Het verhaal ‘Met de bus’ is op zich erg eenvoudig: een meisje gaat (voor het eerst?) alleen met de bus naar haar oma. Op de bus stappen allerlei dieren in en uit: een luiaard zit te slapen, een familie egels stapt op wanneer 2 hazen in schooluniform uitstappen, er zit ook een beer op de bus, … Het meisje draagt een rood jasje en heeft een mandje bij zich. Dan stapt de wolf op! Oei! Het meisje deelt de koekjes die ze bij zich heeft met haar medereizigers en dan opeens is alles zwart wanneer de bus door een tunnel rijdt. Gelukkig niets gebeurd! Dan is het misschien de vos die echt gevaarlijk is? Als geen ander weet Dubuc met haar fijne lijnenspel een spanningsboog uit te tekenen doorheen een verhaal. Wat het grappigste is in het boek is de krant die steeds door iemand anders gelezen wordt en eigenlijk laat weten wat er op de volgende bladzijde gaat gebeuren. Een grapje dat volwassen (voor)lezers ongetwijfeld zullen waarderen én kunnen doorgeven aan de luisteraars/kijkers. Zoals op de eerste bladzijde mama het meisje uitzwaait, staat op de laatste bladzijde oma op het meisje te wachten. De cirkel van het verhaal is rond en over die busreis is heel wat te vertellen! 

Dubuc, M. (2019). Met de bus. Amsterdam: Querido.


os9789047711759De muis op de cover opent het verhaal met de lichtjes arrogante uitspraak van de titel: ‘Ik ben een tijger’. Enkele andere dieren proberen hem met redelijke argumenten te overtuigen van zijn gebrek aan tijgerlijke eigenschappen, maar ze moeten het onderspit delven. Wanneer een paginagrote tijger op het toneel verschijnt, verwacht de lezer doorslaggevende argumenten, maar ook die raken de muis niet. De muis lijkt niet van zijn stuk te brengen en doet zelfs de grote tijger twijfelen aan zijn eigen identiteit. Wanneer de muis zijn spiegelbeeld ziet in het water, verandert zijn standpunt, maar blijft hij verbazen. De expressief geïllustreerde dieren dragen het verhaal en ondersteunen de absurditeit van de uitspraken. Toch zullen kleuters zich ook kunnen identificeren met de uitspraken van de kleinste figuur in het gezelschap die grootmoedig een plaats in de groep zoekt. Heerlijk grappig verhaal met veel taalspel waar kind en voorlezer blij van zullen worden. 

Newson, K. (2019). Ik ben een tijger. Rotterdam: Lemniscaat.


os9789047710714_optJosefien ontmoet tijdens haar vertrouwde wandeling in het bos een imposante tijger. Na de eerste verbaasde aanblik, voelt Tijger meteen ook vertrouwd aan en ze neemt hem mee naar haar huis in de stad, waar ze snel vrienden worden. Zoals te verwachten valt, wennen buitenstaanders een stuk moeilijker aan de tijger in hun omgeving, wat enkele grappige beelden oplevert. Toch gaan ook zij na verloop van tijd overstag en ze sluiten het prachtige zachtaardige dier in hun hart. Maar wanneer de tijger stilaan kleur verliest en echt ziek begint te worden, moet Josefien een moeilijke beslissing nemen … De stijl van de ervaren Jan Jutte is herkenbaar, maar is meer dan ooit overtuigend. De huiselijke en kleurrijke illustraties van Josefien en de tijger zijn hartverwarmend en maken hun vanzelfsprekende vriendschap bijna tastbaar. De spaarzame tekst is nagenoeg overbodig, want de thema’s gemis, vriendschap en troost spreken de lezer rechtstreeks in de illustraties aan. Bekijk hier de trailer: 

Jutte, J. (2019). Tijger. Rotterdam: Lemniscaat.


14 muisjesWie op een prettige en originele manier jonge kinderen verschillende aspecten van de lente wil laten ontdekken, zit met dit boek aan het juiste adres. Een muizenfamilie – groter dan een kerngezin – bereidt zich voor op een picknick in de vrije natuur. Nadat ze alles hebben klaargemaakt en ingepakt, gaan ze op weg. Door het bos waar ze mezen hun jongen zien voeden, langs de sloot vol kikkerdril, in de wei met allerlei insecten en vlinders, … de lente komt in volle pracht aan bod in dit eenvoudige verhaal. Prettig is ook dat de kleuter betrokken wordt omdat hij/zij vragen moet beantwoorden en op de illustraties bepaalde dingen moet zoeken tijdens het vertellen. Wie goed naar de muizen kijkt, weet vrij snel wie wie is op de volgende bladzijden. Het kleurgebruik – veel groen en geel – roept naast de fijne, gedetailleerde tekeningen de lentesfeer helemaal op. 

Iwamura, K. (2019). 14 muisjes gaan picknicken. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


issun-boshi-COVER-CBIcinori is een illustratieduo met een eigen studio en uitgeverij in Parijs. Dankzij hun indrukwekkende pop-up boeken en unieke grafische vormgeving werden ze gevraagd door o.a. New York Times en Centre Pompidou. Sinds kort is het kinderboek Issun Boshi: De jongen die zo klein was als een kinderduim van hun hand ook in het Nederlands beschikbaar. Het illustratiewerk bij het klassieke Japanse sprookje is ronduit indrukwekkend. In vier kleuren (oranje en geel contrasterend met fel blauw en zwart) nemen ze je op eigentijdse manier mee in de sfeer van het eeuwenoude Japanse sprookje. Het verhaal is herkenbaar sprookjesachtig en exotisch tegelijkertijd. De jongen zo klein als een kinderduim – Issun Boshi – is de wonderlijk uitgekomen wens van een koppel dat hun kinderwens ei zo na had opgegeven. Na een liefdevolle kindertijd trekt hij op avontuur met een soepkommetje als boot en een naald als zwaard. Zijn tocht door wildernis en langs een machtig monster brengt hem uiteindelijk bij een prachtige prinses, die hem aanvankelijk als een soort levende pop beschouwt. Langzaam maar zeker groeit hun liefde tot enkel zijn gestalte als laatste tussen hun ware liefde instaat … Naast het sterke verhaal dat eeuwen en continenten heeft overwonnen en de eigentijdse illustraties heeft het boek ook nog eens een goede tekst. Dit prentenboek neemt tijd om een sprookje in typische vertelstijl en atypische illustraties aan kinderen te vertellen. En dat maakt Issun Boshi een meerwaarde voor iedere boekenkast.

Icinori (2019). Issun Boshi. De jongen die zo klein was als een kinderduim. Amsterdam: Boycott.