De titel vertelt al waarover het in dit prentenboek gaat. De natuur in het bos, planten en dieren, wordt gedurende 12 maanden gevolgd. Doorheen de illustraties zie je het bos veranderen van maand tot maand en kan de kleuter de kenmerken van de verschillende seizoenen goed volgen. Ook de dieren gedragen zich anders afhankelijk van de tijd van het jaar. Een boek waarin heel veel te zien is.
Dziubak, E. (2017). Twaalf maanden in het bos. Haarlem: Gottmer.
Dit tekstloze prentenboek laat telkens over een dubbele pagina hetzelfde landschap zien maar omdat de seizoenen wisselen levert dit sprekende en duidelijke beelden op. Dé vraag is: zal de boom met de rode streep gekapt worden of niet?
Stenvert, N. (2014). De streep. Vianen: The House of Books.
Wie met de kleuters wil associëren rond de seizoenen is met dit boek zeker aan het juiste adres. De illustraties bij dit boek dat een das volgt doorheen de verschillende seizoenen zijn gemaakt volgens de scratchboardtechniek en dat alleen al geeft een
bijzonder effect. Het boek bevat weinig tekst. Vooral poëtische woorden die horen bij elk seizoen en die in een bepaalde kleur en een bepaald lettertype zijn weergegeven. Echt taalstimulerend!
De Cock, N. (2011). Het jaar van de das. Haarlem: Gottmer.
Vanuit zijn nest in een holle boom (een uitgestanst gat in het boek) volgt een uil de loop der seizoenen. Het decor waarin de uil zich bevindt is onveranderlijk maar de invloed van de seizoenen erg duidelijk. De bomen veranderen, meer of minder dieren, andere dieren, bloemen en planten… geven evenzoveel aanduidingen van het seizoen.
Teckentrup, B. (2015). Lente, zomer, herfst, winter. Amsterdam: Veltman.
Twintig verhalen verdeeld over vier delen en elk deel speelt zich af in 1 seizoen. De avonturen die Kikker en Pad tijdens die seizoenen beleven zijn met fijne humor verteld.
Lobel, A. Alle verhalen van Kikker en Pad.
Verhalenbundel waarin aan elk seizoen 1 verhaal gewijd wordt. De dieren die de verhalen bevolken zijn erg herkenbaar voor kleuters zowel wat hun karakters als hun reacties betreft.
Vandenheede, S. (2013). Vos en Haas en de seizoenen. Tielt: Lannoo.
Tekstloos prentenboek waar op grote dubbele pagina’s binnen alle seizoenen taferelen in de stad en op het platteland te zien zijn. De verschillende seizoenen zijn ook in aparte boeken te verkrijgen.
Berner, R.S. (2015). Zonnige zomer. Tielt: Lannoo.
Waarom zijn er seizoenen? Zijn seizoenen nuttig? Wat gebeurt er in elk seizoen? … Deze en nog vele andere vragen krijgen een antwoord in dit informatieve prentenboek.
Winters, P. (2014). Willewete. Seizoenen. New York/Hasselt/Amsterdam: Clavis.
Dit prentenboek brengt op een verstilde manier de schoonheid én de pijn van vriendschap in beeld.
Dubuc, M. (2014). De leeuw en het vogeltje. Amsterdam: Querido.
In ‘Een jaar in een dag’ wandel je samen met Fleur en haar hond Tumtum in één dag tijd door de vier seizoenen. De prenten brengen de seizoenen warm en kleurrijk in beeld, maar de kracht van dit boek ligt vooral in de muziek van ‘De vier jaargetijden’ van Vivaldi. Op elke bladzijde kan je op een muzieknoot duwen waardoor je een stuk van de bekende muziek te horen krijgt. Dankzij de combinatie van tekst, beeld en muziek komt het seizoen op die bladzijde pas echt tot leven. Een heerlijke kennismaking dus voor jonge kinderen met de bekende Vivaldimuziek. Bovendien zullen ze zeker plezier beleven aan de grote prenten waarin telkens veel details terug te vinden zijn.
Courtney-Tickle, J. (2016). Een jaar in een dag. Zeist: Christofoor.
Beer woont alleen in een afgelegen huis en heeft geen vrienden. De mensen vinden hem vreemd, maar hij vindt het zelf prima zo. Op een dag maakt een vogel een huis in zijn hoed. Beer eist dat de vogel hem gerust laat, maar de vogel heeft daar geen oren naar. Meer zelfs, hij roept al zijn vrienden erbij om ook een thuis te bouwen in de hoed van Beer. Beer geraakt stilaan gehecht aan het gefluit van de vogels die altijd
dicht bij hem zijn. Wanneer de vogels gaan overwinteren in het zuiden, wil Beer niet toegeven dat hij zijn vrienden mist. Toch is de opluchting bijzonder groot wanneer hij bij het ontbreken van de lente zijn vrienden vrolijk hoort fluiten.
Imai, A. (2014). De wonderlijke hoed van Beer. Rijswijk: De Vier Windstreken.
Een kleine hond is enthousiast wanneer hij een rode bal met witte stippen in het gras vindt. Even later ziet hij verwonderd aan hoe die bal groeit en er steeds meer paddenstoelen uit de grond komen. Ontdek samen met het kleine hondje de kleuren en de verrassingen van de natuur doorheen de verschillende seizoenen.
Brouillard, A. (2012). Petit Chien. Paris: Seuil Jeunesse.
In dit cirkelverhaal zoeken slak, kikker en bij – zij symboliseren aarde, water en lucht – wat sneeuw nu eigenlijk is. Daarvoor ondervragen ze dieren doorheen alle seizoenen en komen uiteindelijk terug in de lente terecht. Daar waren ze na hun winterslaap vertrokken. Het boek heeft dank zij de illustraties in zachte tinten een warme uitstraling maar is tegelijkertijd ook wel wat rommelig.
Koopmans, L. (2006). Waar komt de sneeuw vandaan? Zeist: Christofoor.
Dit boek is uitgegeven i.s.m. het Nederlandse Staatsbosbeheer en wil ervoor zorgen dat kinderen in alle seizoenen opmerkzaam zijn voor de natuur. Daartoe geeft de auteur per seizoen aan wat er te doen is buiten. Dat kan ‘Muziek aan zee’ zijn waar je opmerkzaam gemaakt wordt op de geluiden van vogels, van water en van andere dieren die je op het strand kunt horen. Dat kan ook ‘Minimonsterjacht’ in het bos zijn waar je op zoek kan gaan naar allerlei grotere en kleinere kriebeldiertjes die er onder een loep best wel griezelig uit kunnen zien. De boswachters komen ook aan het woord en geven tips mee aan de lezers. Een klein nadeel is dat sommige onderdelen wel echt Noord-Nederlands getint zijn. Denk bv. aan ‘Een kleedje voor de dieren’ waar dan het tapijt van naalden of ander bosmateriaal bedoeld wordt waarop bosdieren zich te rusten leggen. Mooie foto’s en de gekende tekeningen van Fiep Westendorp maken het geheel af.
Schutten, J.P. (2018). Fiep in de natuur. Amsterdam: Querido.
Een eikel dondert uit een eikenboom en belandt op de bosgrond tegen een steen. Oef! Wat een geluk! dat hij niet verder weggerold is. Een passerende eekhoorn neemt de eikel mee en verstopt hem maar vergeet de verstopplaats … Oef! Wat een geluk! Vanaf dat moment kan je de levensloop van eikel tot boom doorheen de verschillende seizoenen volgen. De boom ontsnapt aan alle mogelijke gevaren en uiteindelijk wordt hij onderdeel van een tuin waar kinderen in en rond hem spelen. Oef! Wat een geluk! weerklinkt voortdurend in het boek want er zijn echt veel dingen die de natuur – i.c. een eikenboom – kunnen bedreigen. Het is in de lay-out dan ook prominent in grote letters aanwezig op elke dubbele pagina. De illustraties volgen echt de kleur van de seizoenen. Er is heel veel op te zien, bv. ook ogen die door de bladeren of het gras of het struikgewas gluren. De voorlezer en de luisteraars kunnen bedenken aan wie die ogen toebehoren en zo het verhaal zelf nog aanvullen. Het ganse boek oogt en ademt bomen/bos van het begin tot het einde omdat de illustraties met transparante verf op hout geschilderd zijn en ook de schutbladen duidelijk houtnerven vertonen.
Roman, G. & Schamp, T. (2019). Oef. Wat een geluk! Tielt: Lannoo.
Het verhaal van de vier jaargetijden of seizoenen in een 100% natuurboek – gedrukt met ecologische inkt op 100% kringlooppapier. Dat is alvast een mooi begin! Komt daarbij dat het concept van het boek ook goed is: per seizoen is er een prent – telkens op dezelfde plaats, dus met dezelfde boom met of zonder blaadjes, dezelfde vijver, … – over een dubbele bladzijde met daarop een heleboel herkenbare dingen uit dat jaargetijde. Denk aan lammetjes en bloesem voor de lente, een picknick voor de zomer, pompoenen voor de herfst en schaatsen en sneeuw voor de winter. Op elke spread zijn ook mensen te zien, (trek)vogels, planten, bomen en bloemen, … Na een dergelijke overzichtsbladzijde volgt een bladzijde waarop belangrijke elementen nog eens afzonderlijk een plaats krijgen, bv. een specht die tegen een boom zit, de ontwikkeling van bol tot bloem, verschillende soorten ‘winterdieren’, … Het boek biedt een mooi overzicht en laat kleuters op een prettige en bevattelijke manier kennismaken met de veranderingen in de natuur gedurende de vier seizoenen. Mooi kleurgebruik dat ook aan de seizoenen is aangepast.
Wiehle, K. (2020). De vier jaargetijden. Hoorn: Hoogland & van Klaveren.
Het concept van dit ‘informatieve’ boek is wel heel bijzonder. De instructies om er op de juiste manier mee aan de slag te gaan vind je op een eerder cryptische manier verwoord op de achterflap:
“Het boek
1. Je merkt het op
2. Je neemt het vast
3. Je opent het
4. Je leest het!”
Het boek is met andere woorden een kijkboek, dat je steeds opnieuw kunt opnemen, openen en dan erin kijken of lezen. Elke rechterbladzijde van het boek is verdeeld in 4 gelijke vakken waarop een gebeurtenis of het verloop van iets in beeld wordt gebracht. Het zijn gestileerde, realistische illustraties in heldere kleuren. Op elke linkerbladzijde staan puntsgewijs 4 korte zinnetjes in witte letters tegen een zwarte achtergrond die diezelfde gebeurtenis of datzelfde verloop van iets onder woorden brengen. Belangrijk is bij elke gebeurtenis de tijd waarbinnen die zich afspeelt. Dat kan kort zijn bv. een vogel die zijn nest bouwt, een haas die voorbij rent, … maar ook lang bv. van ei tot vlinder. Toch krijgt elke gebeurtenis telkens die zelfde vier stappen en vakken toegemeten. Sommige gebeurtenissen krijgen verderop in het boek een vervolg bv. de slak die verdergaat of terugkomt of de klaproos die uiteindelijk verwelkt. Op die manier ontstaat er een eerste aanvoelen bij kinderen van de relativiteit van de tijd. Het boek fascineert door zijn origineel concept, door het verbeelden van het moeilijke begrip ‘tijd’ en door het feit dat je goed moet kijken om soms minimale veranderingen op te merken.
Gervais, B. (2020). In 4 stappen. Amsterdam: Van Goor.