Zoals iedereen weet, hebben wolven in sprookjes altijd honger. Hoewel hier van een sprookje geen sprake is, is een altijd hongerige wolf het hoofdpersonage. Achtereenvolgens verdwijnen een vogel, een eekhoorn, een kikker, een konijn en egel tussen zijn kiezen. Leuk gedaan in dit flapjesboek: je ziet eerst een afbeelding van de wolf en zijn prooi, licht je het flapje op dan zie je die prooi nog net in de muil van de wolf verdwijnen. Tot de wolf de egel opeet, en samen met diens stekels ook alle andere dieren uitspuugt. Maar nu heeft de wolf nog altijd honger. Zou hij ook groenten lusten? Stevig gekartonneerd flapjesboek met op de rechterpagina de wolf met zijn prooi en achter het flapje smullend, in heldere kleuren. Op de linkerbladzijde een witte achtergrond als basis voor de eenvoudige tekst met herhaling en een kleine illustratie van het leefmilieu van de prooi bv. bomen voor de eekhoorn.
Wie enkele voorleesideeën wil voor dit boek, kan zijn licht opsteken op:
20201019_boekidee-de-wolf-heeft-honger.pdf (boekstartpro.nl)
Baruzzi, A. (2020). De wolf heeft honger. Rijswijk: De Vier Windstreken.
Dat Rolf geen doorsnee wolf is, merk je meteen: hij eet altijd zijn groenten op, hij houdt van taarten bakken en van lieve mensen zoals Mevrouw Bodde. Die laatste vertelt hem dat er ook gemene wolven bestaan en op een dag is het zover, Rolf staat oog in oog met een grote gemene wolf. Die dwingt Rolf te bewijzen dat hij een echte wolf is. Rolf moet huilen naar de maan – hij kan alleen maar piepen; Rolf moet het huis van de drie biggetjes omver blazen – dat lukt Rolf niet; Rolf moet mevrouw Bodde opeten – van een dergelijke opdracht wordt Rolf heel boos. Zo boos dat hij erin slaagt de grote gemene wolf gevangen te nemen. Hij neemt hem mee naar mevrouw Bodde die hem laat beloven geen mensen meer te eten. De wolf belooft dat maar op de volgende bladzijde – Mevrouw Bodde en Rolf zijn van de tafel verdwenen – voegt hij eraan toe ‘vanaf morgen dan’. De illustraties zijn stuk voor stuk uitgevoerd in zachte tinten behalve dan die van de grote, gemene wolf (zwart met gele ogen). In contrast met de rest toch wel een beetje angstaanjagend, zeker wanneer je die grote wolf voor het eerst ziet. Tekst en illustraties vormen een mooi geheel.
Shireen, N. (2011). Lieve kleine Rolf. Antwerpen: De Vries-Brouwers.
Wolfie is een hongerige, blauwe wolf die er redelijk schrikwekkend uitziet. Zijn blauwe kleur valt op in de donkere nacht waarin dit verhaal zich afspeelt. Wolfie wil konijntjes opeten en gaat overal naar hen op zoek. Maar de konijntjes weten zich goed te verstoppen zoals de lezer op elke prent kan zien. Zo zoekt Wolfie in de beek en zie je daar op de bodem een konijntje met een duikbril zitten. Wolfie wordt steeds hongeriger en wanhopiger maar dan komt er hulp uit onverwachte hoek. De konijntjes hebben voor Wolfie een grote bessentaart gebakken. Wolfies honger is gestild en de konijntjes lopen geen gevaar meer. De illustraties in dit boek ogen erg bijzonder. Dat komt omdat de auteur alle illustraties eerst in klei geboetseerd heeft. Dat zorgt voor een gekke wolf, een echte maan vol kuilen en ribbels, erg donkere bomen in het bos, … Kortom voor een verteldecor dat perfect aansluit bij het verhaal.
Harkness, A. (2021). Wolfie. Amsterdam: Condor.
Lieve Wolf vindt een denappel en is blij met zo’n mooi speelgoedje. Dat is niet naar de zin van Boze Vogel die net uit het ei is gekomen en vindt dat hij recht heeft op die denappel. Er ontstaat ruzie en de slimme Lieve Wolf zorgt ervoor dat hij de vogel aan het zingen krijgt. Die laat op die manier natuurlijk zijn denappel vallen. Maar Boze Vogel laat het daar niet bij en er ontstaat een heuse clash tot Lieve Wolf een oplossing vindt … ‘Van mij!’ is een veel gehoorde uitroep in de kleuterklas, dus de herkenbaarheid bij kleuters zal groot zijn. Het verhaal wordt zeker versterkt door de sobere zwart-wit potloodtekeningen bij met slechts één gekleurd element de oranje-bruine denappel. Er lijkt veel weggelaten op de illustraties, maar juist daardoor zijn ze sprekend. Een origineel verhaal over de betekenis van bezit.
Rentta, S. (2018). Van mij! Amsterdam: Van Goor.
‘Wolf sjokte chagrijnig met zijn slee door de sneeuw. De wind blies ijzig door zijn muts.’ Wat een prachtige, taalrijke openingszin. Die taalrijkdom is een van de kenmerken van dit goed vertelde prentenboek over een hongerige wolf en een naïef schaap. Net als de hongerige wolf de moed wil opgeven, ziet hij in de verte een licht branden. Dat blijkt te branden in een stal waarin een schaap zit. Wolf wil het schaap naar buiten lokken, maar denkt dat niet zomaar zal lukken. Dus besluit hij het ‘stijlvol’ aan te pakken, doet zijn muts af en haalt zijn ivoren kammetje door zijn haar. Schaap – blij dat ze eens iemand ziet – gaat gemakkelijk mee naar buiten en stelt voor te gaan vissen in het meer. Maar dat is bevroren en dus moeten wolf en schaap op het ijs dansen tot een wak ontstaat. Wolf is zo hevig dat hij bijna verdrinkt, maar het schaap redt hem en verzorgt hem in haar eigen huisje. Langzaam maar zeker wordt Wolf gecharmeerd door het schaap en deelt zelfs het bed met haar (haar oor als knuffel gebruikend). Dat duurt zolang dat wolf schaap smeekt te verdwijnen want hij kent zichzelf… Wolf wordt voortdurend dubbel geportretteerd: de eerder goedige dandy tegenover de valse wolf die schaap wil verslinden. Dat is ook zo in de kleine zwart-witprenten met af en toe wat rood. Deze illustraties zorgen voor de juiste sfeer bij het verhaal waarin de boze wolf toch te vermurwen lijkt door de naïeve vriendelijkheid van het schaap.
Maritgen, M. & Jutte, J. (2015). Schaap met laarsjes. Amsterdam: Querido.
Opvallend hoe vaak wolven als ‘moordlustige en mensenetende monsters’ worden voorgesteld. De wolf in dit verhaal wil dat dat nu eens stopt. Daarvoor klopt hij aan bij een kinderboekenschrijfster. Zij wil de wolf wel helpen en leert hem beleefdheid, mediteert samen met hem, beluistert klassieke muziek en laat als ultieme proef konijntjes bij de wolf in de kamer rondhuppelen. Het gaat goed tot de wolf honger krijgt. Wie wil weten wat er dan gebeurt, moet het verhaal lezen. De vrolijke illustraties zorgen ervoor dat de situaties die zich voordoen helder worden. Door de vele dialogen leent dit boek zich erg goed tot voorlezen. Een humoristisch verhaal waarvan het einde wel verrassend is. Mogelijk licht het ook voor jonge kinderen een tipje van de sluier over vooroordelen.
Naumann-Villemin, C. & Masson, A. (2017). De boze wolf lust geen konijntjes. Hasselt: Clavis.
Ergens hoog in de bergen woont een Kleine Wijze Wolf. Hij zit voortdurend met zijn neus in de boeken, weet alles van de sterren, de kruiden, noem maar op. Maar zelf vindt hij dat hij nog niet genoeg weet. Dus heeft hij nooit tijd wanneer iemand hem om raad vraagt, hulp nodig heeft bv. bij het lezen, of hem een vraag wil voorleggen. Op een dag komt een kraai aangevlogen. Hij komt met een brief van het koninklijk paleis want de koning is ziek en wil dat Kleine Wijze Wolf hem helpt. Eerst weigert de kleine wolf maar de volgende ochtend bedenkt hij zich en gaat toch op weg. Onderweg kent hij allerlei tegenslagen en zijn zelfvertrouwen daalt onder nul: hij is helemaal niet zo wijs als iedereen denkt! Maar gelukkig zijn de dieren uit de bergen hem gevolgd want ze dachten wel dat de kleine wolf wat hulp zou kunnen gebruiken. In wezen is dit een zeer klassiek verhaal over vriendschap en eind goed, al goed. Een verhaal zoals kleuters dat graag hebben zeker wanneer de illustraties in natuurtinten het verhaal nog duidelijker maken. Komt daarbij dat de aandachtige kijker tijdens de tocht van de kleine wijze wolf overal op de illustraties de vrienden kan zien die de Kleine Wolf verdekt volgen om hem te kunnen helpen wanneer en waar nodig. Jammer dat op het einde van het verhaal de boodschap nog eens expliciet toegelicht wordt en het verhaal op die manier wat moraliserend wordt. Kleuters die eraan toe zijn halen de boodschap er zelf wel uit. Wel fijn dat hier is geen gulzige wolf getekend wordt. Wie het volledige verhaal als eens wil horen, kijkt op (Engelstalig):
Van der Hammen, G. & Siemensma, H. (2017). Kleine wijze wolf. Hoorn: Hoogland & Van Klaveren.
In dit verhaal met een knipoog naar Roodkapje worden de rollen omgekeerd. De Grote Wolf is bang, de Kleine Wolf is dapper. Maar voor wie of wat de Grote Wolf bang is, kom je maar op het einde van het verhaal te weten. Om daar te geraken bouwt de auteur een grappige spanningsboog uit. Denk daarbij de paginavullende illustraties en je weet dat je een kwaliteitsvol prentenboek voor je hebt.
De Kinder, J. (2016). Ben je bang in het bos, Grote Wolf? Wielsbeke: De Eenhoorn.
Nadat een muis wordt opgegeten door de grote boze wolf komt zij ongeschonden in zijn buikholte terecht waar zij tot haar grote verbazing een eend aantreft, die gezellig aan een tafeltje een ontbijtje zit te nuttigen. De muis en de eend hebben het samen bijzonder naar hun zin in de buik van de wolf. Die warme sfeer wordt sterk in beeld gebracht door Jon Klassen in retroprenten met verschillende oranje- en bruintinten, zoals we die van hem kennen. Wanneer verder in het verhaal de wolf achterna wordt gezeten door de jager, schieten zijn buikbewoners hem ter hulp. In ruil voor kost en inwoon beschermen ze hun gastheer met plezier. De wolf is verrast door de hulp uit onverwachte hoek en laat de twee vrienden graag verder in zijn buikholte resideren. De perspectiefwissel in dit sprookjesachtige verhaal is verfrissend. De prenten en bijhorende tekst geven het grappige verhaal als eerder evident weer en zal door jonge kinderen ook zo aangenomen worden. Het verhaalplezier van Mac Barnett en Jon Klassen herkennen we van ‘Bas en Daan graven een gat’ en ‘Driehoek’. Wie de twee makers aan het werk ziet in volgend promofilmpje begrijpt meteen hoe ze tot zulke prettige prentenboeken komen:
Barnett, M. (2018). De wolf, de eend en de muis. Haarlem: Gottmer.
‘De wolf komt echt niet’ is een heerlijk spannend verhaal waarbij een jong konijn dat ondergestopt wordt door zijn moeder, zich onrustig blijft afvragen of de (grote boze?) wolf die avond tot bij hen kan komen. Moeder konijn neemt – zoals van haar verwacht kan worden – een geruststellende houding aan. Het lijkt haar wel heel erg onwaarschijnlijk dat een wolf vanuit een ver bos vol jagers ongemerkt door de stad zou kunnen komen om vervolgens hun adres te vinden, de code van hun voordeur te kraken en de lift te nemen tot bij het appartement van het konijnengezin. Haar argumenten klinken erg overtuigend, ware het niet dat de lezer telkens op de rechterpagina kan zien hoe de wolf toch al die hindernissen weet te overwinnen en steeds dichterbij komt. Die kennisvoorsprong op de twee nietsvermoedende konijnen maakt de spanning bijna onhoudbaar tot op het moment dat de wolf effectief voor de deur van het gezin staat. De ontknoping die de lezer dan te wachten staat, zorgt voor ontlading én humor.
Dat dit prentenboek een bestseller is in Frankrijk kan ons niet verbazen. De combinatie van een spannend stapelverhaal met rollen en verwachtingen die worden omgekeerd maakt het verhaal gelaagd én toegankelijk. Daarbij zijn er nog de suggestieve illustraties in hoofdzakelijk blauwgrijs, bruin en roze die vooral uitblinken in de sprekende mimiek van de personages. Het betere werk dus!
Ouyessad, M. (2019). De wolf komt echt niet. Haarlem: Gottmer.
Wolfje – zijn naam zegt het zelf – een wolvenjong, vindt van zichzelf dat hij de wereld aankan. In de praktijk blijkt dat toch wat tegen te vallen. Op een avond geraakt Wolfje tijdens een lange tocht zijn roedel kwijt en blijft alleen achter. Alsof dat nog niet erg genoeg is, zakt hij ook nog door het ijs. Maar gelukkig zijn er veel andere dieren die hem willen helpen. De verschillende dieren zorgen ervoor dat Wolfje terug thuis geraakt. Wat is hij blij als hij zijn moeder terugziet! Kleuters kunnen zich ongetwijfeld sterk identificeren met dit verhaal en de verschillende gevoelens die in dit verhaal spelen: eenzaamheid, angst, vriendschap, vreugde, … Sfeervol geschreven en erg mooi geïllustreerd winterverhaal (de winterkou spat van het boek af!).
Bright, R. (2018). Wolfje wil naar huis. Haarlem: Gottmer.
Konijn wil wat meer te weten komen over wolven en ontleent daarom een boek met de gelijknamige titel in de bibliotheek. Al lezend zien we dat een wolf over konijns schouder meeleest en dat die wolf steeds groter wordt en konijn steeds kleiner. Al lezend ontdekt konijn ook dat hijzelf een lekker hapje voor de wolf is. Gelukkig vertelt de auteur erbij dat het maar een verhaal is. Daarna volgt een aanmaning van de bibliotheek om het boek terug te brengen. Bibliotheekkaart, aanmaningsbrief, boekkaart in een boekhoekje, … al deze elementen zijn terug te vinden in het boek. Deze elemente maken het spannende verhaal wel interactief maar ook gedateerd. Kleuters zullen boekkaarten e.d. immers niet meer herkennen in de gedigitaliseerde omgeving die een bib vandaag is.
Gravett, E. (2007). Wolven. Houten: Van Goor.
Wanneer op een dag een boek in de boekenkast van Zoë naar beneden kukelt, valt de boze wolf eruit. In Zoë’s kamer is een kat en daar is de kleine getekende wolf vreselijk bang voor. Dus probeert hij zich in andere boeken te verstoppen maar hij is nergens welkom. Tot hij in een boek met een bos terechtkomt. Daar voelt hij zich prima. Zeker als hij in het bos Roodkapje ontmoet… Leuk ogend prentenboek in verschillende tekenstijlen – afhankelijk van het boek waarin wolf een plaatsje probeert te vinden – en een humoristische rol voor de wolf die helemaal niet zo boos blijkt te zijn als veel verhalen hem voorstellen.
Robberecht, T. (2015). De wolf die uit het boek viel. Hasselt/New York/Amsterdam: Clavis.
Fabeltje de hond is de liefste van de hele wereld. Dat weet iedereen: zijn baasje, zijn bazin en Fabeltje zelf ook. Maar Fabeltje begint te twijfelen of dat nog wel zo is als op een dag zijn plaats wordt ingenomen door baby Benjamin. Fabeltje staat niet langer in het middelpunt van alle aandacht. Zijn kussens worden nu voor de baby gebruikt, de hondenmand verhuist naar een hoek van de kamer … Wanneer op een dag de buurman de wenende Benjamin in de lucht steekt en zegt ’Wat een kabaal! Pas maar op of je gaat naar de wolven!’ begint het bij Fabeltje te dagen. Op een nacht vertrekt hij stilletjes met Benjamin op zijn rug naar de wolven. Die zien dat lekkere hapje wel zitten. Maar dan komt Fabeltje tot inkeer en zegt aan de wolven dat hij dat lekkere hapje alleen maar kwam tonen en dat het enkel voor hemzelf bestemd is. Daarop start een wilde achtervolging die eindigt met een stevige lik van Fabeltje over het gezicht van Benjamin die het allemaal even leuk vindt. Samen keren ze naar huis terug en lossen ze de situatie op zodat iedereen weer weet dat Fabeltje de liefste is: ‘Dat wist de baas met het korte haar. Dat wist de baas met het lange haar. En dat wist de baas zonder haar.‘ Leuk verhaal over de gevoelens die de komst van een baby in een gezin kan teweegbrengen. De spanning wordt mooi opgebouwd en aangehouden. De illustraties van het bekende echtpaar Schubert vormen een meerwaarde voor het boek. Hun beelden – in terugkerende kleurnuances – brengen Fabeltje en Benjamin echt tot leven en geven het verhaal een wat sprookjesachtig aanzien waardoor het plan van Fabeltje (om Benjamin door de wolven te laten opeten) verteerbaarder wordt.
Wolz, A. (2019). Naar de wolven. Amsterdam: Querido.
Milo woont in een dorp dat in de oorlog al zijn mannen is verloren en bedreigd wordt door een wolf. Daarom moet Milo – hij is nog een jongen – er met zijn boog op uit om de wolf te doden. Tijdens zijn zoektocht naar de wolf ontdekt Milo dat die lang niet zo angstaanjagend is als over hem verteld wordt. Meer nog de wolf is een wolvin die enkel haar welpen probeert te beschermen. Dus besluit Milo haar niet te doden. Maar dan wacht hem een nog moeilijkere opdracht: de dorpelingen ervan overtuigen dat ze in vrede met de wolvin kunnen samenleven. Dit winterverhaal is op een bijzondere manier geïllustreerd. De illustraties zijn bladvullend en ademen koude uit. Het zijn de kleuren wit, blauw en zilver die voor dat winterse gevoel zorgen. Langzaam maar zeker, wanneer Milo tot het besef komt dat de wolvin lang niet zo gevaarlijk is als de mensen denken, komen er ook rode tinten bij die zorgen voor wat warmte. Een erg actueel verhaal zowel wat de wolven als wat de oorlog betreft.
Perez, S. (2021). Milo en de laatste wolf. Eke: De Eenhoorn.
Aangezien de actualiteit de wolf naar de voorgrond schuift, lijkt een informatief boek over ‘wolven’ ons een must have. Dit boek is onderverdeeld in verschillende onderwerpen (1 per dubbele bladzijde). Denk aan: waarom leven wolven in een roedel?, hoeveel welpen telt een wolvennest?, wat eten wolven?, waar wonen wolven, … Bij elk van die onderwerpen hoort een paginagrote illustratie (pentekening) en tekst die gemakkelijk voor te lezen is. Uiteraard zitten in die voorleestekst specifieke woorden die verklaard moeten worden. De meeste daarvan zijn terug te vinden in de verklarende woordenlijst achteraan. Een woord als ‘kadaver’ ontbreekt bv. wel maar daar kan de voorlezer zelf een oplossing voor vinden. Achteraan in het boek is ook een kort overzicht opgenomen van de familie van de hondachtigen. Het boek is een deel van de serie ‘Wilde dieren in de natuur’.
Renne (2015). De wolf. Hasselt: Clavis.
Een tweede informatief boek maar ditmaal voorzien van foto’s. Mogelijk spreken levensechte foto’s kleuters meer aan dan pentekeningen. Opnieuw komen verschillende onderwerpen betreffende het leven van de wolf aan bod. Achteraan in het boek bevindt zich ook een verklarende woordenlijst. Het boek is een deel van de serie ‘Dieren in het wild’.
Albertson, A. (2022). Wolven. Etten-Leur: Corona.