Prentenboeken ‘Bijen’

JONGE KLEUTERS

Klein insectenboekDit kartonboek is louter informatief opgevat. Het wil m.n. peuters en kleuters laten kennismaken met verschillende kriebeldiertjes die paginagroot met mooi kleurgebruik realistisch zijn weergegeven. Of het nu een bij, een vlieg, een mier, een lieveheersbeestje of een libelle is, elk insect vraagt er haast om aangeraakt te worden. Dat biedt de mogelijkheid om vertrekkend vanuit de prenten met echte kriebeldiertjes aan de slag te gaan of omgekeerd peuters en kleuters te laten uitzoeken waar een bepaald echt kriebeldiertje in het boek te vinden is. De enige tekst bestaat uit de naam van het insect die in een hoek van de pagina gedrukt werd.

Botman, L. (2016). Klein insectenboek. Zeist: Christofoor.


Winnie de Poeh en de tien blije bijenAftellen is iets anders dan optellen. Milne gebruikt ’10 blije bijen’ om samen met Winnie de Poeh en Kanga van 10 tot 1 te tellen. Dat is niet verwonderlijk want in het leven van Winnie de Poeh spelen bijen een belangrijke rol vooral omdat Winnie zoveel van honing houdt. Het aftellen gebeurt door per bladzijde 1 bij te laten verdwijnen. Bijen kunnen bv. zweven en dan blijven er nog maar zeven. Op rijm wordt er afgeteld en dat in een typisch Winnie de Poeh-landschap waarin ronde gaatjes zijn gestanst zodat je de bijen altijd op de achtergrond kan blijven volgen. Het zinnetje dat op elke dubbele bladzijde herhaald wordt Pech! Eentje vliegt weg… nu zijn het er nog…’ zal snel door peuters meegezegd kunnen wordenDe herhaling, het rijm en de herkenbare figuren zorgen voor een vertederend kartonboekje waaraan peuters veel plezier zullen beleven. Eén minpuntje: over de bijen wordt wel niks informatiefs gezegd.

Milne, A. (2010). Winnie de Poeh en de tien blije bijen. Amsterdam: Van Goor.


bezige bijtjeAl op het omslag valt de mooie illustratiestijl van B.Teckentrup op: paginagrote, kleurrijke illustraties die heerlijk samengaan met het onderwerp van dit kartonboek. Het verhaal volgt d.m.v. van uitsnijdingen – o.a. uitsnijdingen in raatvorm waarachter een bij past – de tocht van een bij van bloem naar bloem en weer terug naar de korf. Daar aangekomen meldt de bij de vondst van de bloemenweide aan de andere bijen. Die volgen haar en vullen de bloemenweide in een oogwenk met hun gegons. Op die manier verzamelen de bijen nectar om honing van te maken en zorgen ze er tegelijkertijd voor dat de bloemenweide blijft bestaan. Heel eenvoudig verhaal dus – op rijm –  dat jonge kleuters vooral door de kleurenprachten de bijzondere vormgeving zal weten te verleiden. Dat het boek daarbij basisinformatie over de bijen biedt, is mooi meegenomen.

Teckentrup, B. (2017). Het bezige bijtje. Utrecht: Veltman Uitgevers.


the honeybeeIn dit erg uitgebreide en mooi geïllustreerde prentenboek wordt verteld over het leven van de bijen. Het gebeurt op een vrolijke en erg begrijpelijke manier omdat er heel veel gebruik gemaakt wordt van klanknabootsende woorden. De geluiden die de bijen maken al vliegend, zuigend, nectar ‘kauwend’ om er honing van te maken, flapperend met hun vleugels om de honing te drogen, … het komt allemaal aan bod in dit verhaal. Daarnaast is er aandacht voor de ‘tros’ waarin de wilde bijen wonen en van waaruit ze hun vliegtochten ondernemen. Ook de bijendans die de verkenners uitvoeren voor de andere bijen om hen informatie te geven over nectarrijke plaatsen wordt erg mooi in beeld gebracht. Wil je een goed beeld krijgen van dit boek bekijk dan zeker het filmpje hieronder. Je bent dan meteen verkocht ook al bestaat er enkel een Engelstalige versie van dit prentenboek.

Hall, K. en I. Arsenault (2018). The Honeybee. New York: Athenaeum Books.


OUDERE KLEUTERS

bijenHet leven van de bij komt in dit boekje met weinig tekst maar met veel informatieve illustraties aan bod. Qua tekst en illustraties is het dus uitermate geschikt voor kleuters vanaf 4 jaar. Het bevat veel weetjes over het leven en werken van de bijen en komt in die zin tegemoet aan de vraagstaarten die kleuters kunnen zijn. Het boekje bevat een aantal doorkijkplaten zodat je een aantal elementen van twee zijden kunt bekijken. Dit informatieve boekje is ook volledig geplastificeerd en dus zeker in de kleuterklas goed bestand tegen grijpgrage (vuile) handjes.

Führ, U. (2005). Bijen. Zoetermeer: NBD Biblion.


het-bijenboekBijen zijn belangrijk voor de mensen en voor de aarde als geheel. Dit verduidelijken is het onderwerp van dit boek. Het boek start dan ook met het verhaal over de vele verschillende soorten bijen die er bestaan en op ontelbare plaatsen in de wereld leven (Antarctica uitgezonderd). De honingbij is de meest bekende. Zij leeft in een bijenvolk of -kolonie in het wild, in een kast of in een korf. De auteur gaat verder in op het leven en werken in de bijenkast (van koningin, werkbijen, darren, verkenners, … ). Ook het belang van bestuiving en hoe die zorgt voor voedsel op deze aarde wordt op een heldere manier uitgelegd. Als de bijen zo belangrijk zijn, hoe komt het dan dat ze als soort  bedreigd worden? Pesticiden, opwarming van de aarde, te veel verharding van de bodem, … er zijn veel bedreigingen voor de bij. Maar daar zijn ook oplossingen voor. Daarnaast komen vragen aan bod die je je als lezer zou kunnen stellen. Denk bv. aan: Waarom gonzen bijen? Waarom en wanneer steken ze? … Het boek biedt een heleboel interessante informatie die vergezeld wordt van leuke illustraties. Een aanrader.

Milner, C. (2019). Bijenboek. Amsterdam: Fontaine Uitgevers.


zeg kleine bijIn deze reeks van de ‘Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging’ werd in 2012 – jaar van de bij – een informatief boekje uitgegeven op niveau van jonge kinderen. Enerzijds is er het verhaal van Doris de bij, anderzijds en daarmee verweven een heleboel informatie over bijen. Bv. over de manier waarop ze geboren worden,  het leven in de kast, de zoektocht naar nectar, het opslaan va die nectar, het aan elkaar doorgeven van informatie over goede nectarverzamelplaatsen via de ‘bijendans’, … Na het verhaal volgt nog wat ‘losse’ informatie bv. het verschil tussen een dar en een werkbij. De illustraties zijn kleurrijk en paginagroot. De eerder beperkte tekst is doorheen de illustraties gedrukt. Het boek bevat ook een cd waarop het volledige verhaal verteld wordt en waarop voor de liefhebbers ook nog een ‘bijenlied’ te vinden is.

De Backker, V. (2012). Zeg kleine bij wat dans jij mooi. Zeist: KNNV Uitgeverij.


De bij en de beerHet leven van de bij verteld voor jonge kinderen. Het zoveelste bijenboek lijkt dit wel. Maar er is toch een verschil met andere boeken over bijen: om te beginnen is de informatie hier in verhaalvorm weergegeven, verder vertelt het verhaal ook hoe bijen natuurlijke vijanden hebben en op welke manier ze zich beschermen tegen rovers. Denk bv. aan de beer die probeert hun lekkere honing te stelen. De illustraties van Carle zorgen ervoor dat het verhaal kleur en lijnen krijgt. Vuurrode bloemen waar nectar uit gehaald wordt, honinggele bijtjes die kijken naar de bijendans om de plaats te weten te komen waar veel nectar te vinden is, kleurige grote vogels die de bijen wel lusten, en ga zo maar door.  Prachtig verhalend boek waarin veel informatie te vinden is over het leven van de bijen.

Carle, E. (2004). De bij en de beer. Haarlem: Gottmer.


blij met een bijBijen en wespen worden vaak met elkaar verward en daarom zijn zowel volwassenen als kinderen ook onterecht bang voor bijen. Dat is niet anders in dit verhaal waarin een meisje erg schrikt wanneer een bij haar kamer binnenvliegt. Wat moet ze doen? De bij doodmeppen, de bij vangen? Ze besluit tot het laatste. Daarna gaat ze op zoek naar informatie over bijen en start de verzorging van de bij. Hoe meer ze over het leven de bijen te weten komt, hoe meer ze erdoor gefascineerd wordt. Zo droomt ze op een dag dat ze op de rug van haar bij naar een bloemenweide vliegt, daar bloemzaadjes verzamelt en deze over de stad uitstrooit. Het jaar daarna is de stad veranderd in een bijen-, vlinder- en vogelparadijs. Op een ongedwongen manier en zonder woorden gaat dit verhaal in op de actuele bijenproblematiek. Doorheen de illustraties ontdekken kleuters allerlei wetenswaardigheden over bijen. Achteraan in het boek is een kort informatief gedeelte over de bijenwereld voorzien.

Jay, A. (2016). Blij met een bij. Rijswijk: De Vier Windstreken.


klein leven bijenEen informatief prentenboek dat een bijenvolk volgt doorheen de seizoenen. De duidelijke tekst bevat woordenschat die voor vijfjarigen een meerwaarde is. Voor jongere kleuters moet de voorlezer hertalend aan de slag. De illustraties zijn paginagroot  en zeer uitnodigend. Op elke bladzijde staat een bijzonder weetje en aan het het einde van het boek vindt de lezer tips over de manier waarop hij kan bijdragen aan het voortbestaan van de bijen.

Evans, L. (2013). Klein leven: bijen. Antwerpen: De Vries-Brouwers.


the beemanHetzelfde concept als in het vorige prentenboek: het leven van de bijen doorheen de seizoenen. Maar dit boek vertelt dit alles vanuit het standpunt van een klein meisje dat haar opa-imker volgt. De levendige illustraties spreken zeker tot de verbeelding en zorgen ervoor dat dit Engelstalig boek ook voor kleuters te begrijpen valt.

Krebs, L. (2009). The beeman. Oxford: Barefoot Books Ltd.


de bijen en de mensenBijen doen veel goede dingen voor de mensen zoals hen honing bezorgen of was waarvan de mensen dan kaarsen kunnen maken. Maar eenrichtingsverkeer werkt natuurlijk niet en toch beginnen de mensen stilaan te vergeten dat ze de bijen ook respect moeten betuigen. Een klein meisje denkt daar over na en krijgt de juiste inzichten in een droom. D.z. die droom komt er een oplossing… In een soort modern sprookje vertelt J. Rosenbrand het verhaal van het samengaan van mens en natuur. Aan de iet of wat wollige illustraties is duidelijk te zien dat dit verhaal antroposofisch geïnspireerd is. Maar los daarvan vertelt de auteur op een mooie, verhalende manier over het nut van de bijen.

Rosenbrand, J. (2019). De bijen en de mensen. Wognum: Uitgeverij aan de Tijd.


het grote bijenboekIn dit informatieve boek vol gedetailleerde illustraties en met veel uitklapbare flapjes komt de lezer alles te weten over bijenvolken en hun imker. Het boek volgt het leven in een korf/kast van in de vroege lente wanneer de bijen voor het eerst terug uitvliegen en zich ontlasten tot en met het verzamelen van de nectar om honing van te maken. Je komt als lezer/kijker ook te weten welke activiteiten bijen daarnaast nog doen.  Door het gebruik van de flapjes weet de auteur de interesse levend te houden. Zo zie je bv. de bijenkoningin op een raat zitten en wanneer je het flapje opheft, zie je het eitje dat de koningin in die raat heeft gelegd. Ook het werk van de imker krijgt in dit boek zijn plaats. Fascinatie voor die slimme bijen is wat overblijft na het lezen en bekijken van dit boek. Gelukkig maar!

Möller, A. (2006). Het grote bijenboek. Thorn-Enkhuizen: Cyclone Uitgevers.


Het bijenboek SochaEen groot formaat informatief prentenboek over bijen. Hoe bijen leven en werken komt vooral duidelijk tot uiting in de 36 paginagrote illustraties van P. Socha, in Polen een beroemde cartoonist. Het verschil met de twee voorgaande ‘bijenboeken’ zit in het feit dat de auteur/illustrator zich niet beperkt tot de Europese bijenhouderij maar in heel de wereld naar bijenvolken en hun verzorging gaat kijken. Hoewel de tekst wat moeilijkheidsgraad betreft bedoeld is voor oudere kinderen, zorgen de illustraties ervoor dat ook kleuters echt geïnteresseerd zullen zijn.

Socha, P. (2016). Het bijenboek. Tielt: Lannoo.


kleine kriebelbeestjesHoe ontwikkelt een kriebelbeestje zich van ei over larf tot kriebeldier. Ditte Merle beschrijft deze ontwikkeling op een prettige en onderhoudende manier. Ze verweeft ook allerlei weetjes over kriebeldiertjes doorheen het boek. Bv. hoe kan een spin een web weven. Naast de spin komen mier, luis, lieveheersbeestje, bij, … en nog enkele andere kriebeldiertjes aan bod. Aangezien kleuters vaak veel interesse hebben voor dieren en diertjes die op, onder, in en boven de grond leven, kan dit boek voor hen het antwoord bieden op vele vragen.

Merle, D. (2000). Kleine kriebelbeestjes. Thorn-Enkhuizen: Cyclone Uitgevers.


Opmaak 1Wie van poëtische teksten over de natuur houdt, komt in dit boek helemaal aan zijn trekken. Het boek is opgedeeld in 5 delen: groot en klein, kleuren en vormen, dierenhuizen, dieren baby’s en dieren in actie. In elk deel komen verschillende dieren aan bod, bekende en minder bekende en ook de bij krijgt een dubbele bladzijde toegewezen. Doorheen de poëtische tekst zit wat informatie over de manier van leven of over een bepaalde observatie verweven. (Davies is zoöloge van opleiding.) Daarnaast trekken de illustraties van Petr Horacek in de hem bekende stijl veel aandacht naar zich toe. De kleuren zijn schitterend natuurgetrouw en plaatsen dieren in hun dagelijkse bezigheden. Voor een leeuw is dat bv. slapen. Het feit dat er per dier een dubbele bladzijde voorzien is, zorgt zeker bij grote dieren voor een overweldigend effect. Denk bv. aan zo’n dubbele pagina walvishaai. Een prachtig kijkboek en de teksten lenen zich om in een soort ritueel elke avond voor het slapen gaan (of voor het einde van de klasdag) de mooie woorden over 1 bepaald dier voor te lezen.

Davies, N. (2016). Zo mooi zijn dieren. Rotterdam: Lemniscaat.


bouwersHet dierenrijk heeft een heleboel fantastische bouwers tussen zijn onderdanen. De samensteller van dit boek heeft negen diersoorten uitgekozen om dat duidelijk te maken. Daar zitten gekende dieren tussen zoals de mol, de bever, het stokstaartje, de bij, de kruisspin, de termiet en de ooievaar. Maar ook minder bekende passeren de revue, zoals de republikeinwever – het kleine vogeltje met zijn reuzegrote ‘geweven’ nesten – en de Japanse kogelvis, vooral bekend om zijn verlammend gif maar ook een kunstenaar in het bouwen van nesten in het zand. Per dier krijgen we eerst een grote waterverfillustratie te zien van het dier in kwestie, opgevolgd door een dubbele pagina met wat algemene informatie (ons door het dier zelf aangeboden): we leren wat ze eten, welke lichaamsdelen bijzonder zijn, hoe snel ze zijn, … Op de laatste dubbele pagina aanschouwen we dan uiteindelijk de indrukwekkende bouwwerken, opnieuw voorzien van wat extra toelichting. Wanneer de voltallige bouwersclub ons aan het einde van het boek groet, kunnen we niet anders dan glimlachen: omwille van de originele invalshoek van dit informatieve prentenboek, omwille van de prachtige waterverfillustraties en ten slotte ook omwille van de toegankelijke stijl waarin de dieren de lezers toespreken. Een aanrader!

Ollivier, R. & Claes, K. (2019). Bouwers. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.