Geschenkideeën 2018

JawlenskyWie een prachtvoorbeeld wil van de samenwerking tussen Bette Westera en Sylvia Weve, vindt dat hier. Het boek sluit aan bij een tentoonstelling over de belangrijke Duitse expressionist Jawlensky waarvan de werken tentoongesteld zijn in het Gemeentemuseum Den Haag. Over de kinderjaren van deze schilder is weinig geweten en daarom hebben Westera en Weve zelf een verhaal gemaakt. Het opent alvast erg mooi:
“In het huis achter de kerk woont een nieuwe jongen met zijn vader.
‘Heb jij geen moeder?’ vragen de andere kinderen.
‘Jawel,’ zegt de jongen. ‘Je kunt haar alleen niet zien.’
De andere kinderen kijken elkaar aan.
‘Wat je niet ziet, bestaat niet.’ zeggen ze.”
De jongen is het daarmee niet eens. Hij probeert door het maken van grote schilderijen contact te maken met zijn moeder. En volgens zijn vader moet dat lukken op voorwaarde dat hij naar zichzelf kijkt door de ogen van zijn moeder want hij heeft haar ogen. Het hele verhaal is eenvoudig te volgen doorheen de eerder dromerige, naïef ogende illustraties geïnspireerd op het werk van Jawlensky. Bij die illustraties – waar vooral de ogen opvallen – is de tekst in kleine tekstblokjes afgedrukt. Het is een prachtig boek dat je als lezer aanzet om anders naar de werkelijkheid te kijken en je mogelijk het expressionisme beter doet begrijpen.

Westera, B. (2018). Jawlensky: haar ogen. Amsterdam: Leopold.


JacominusDe titel van dit boek roept meteen een hele wereld op. ‘‘De rijke uren van… ’ is immers een titel die in de middeleeuwen vaak gegeven werd aan ‘getijdenboeken’ die de dag van vrome lieden opdeelden in 8 ‘gebedsstonden’. Zo deelt Dautremer dit boek op in 12 delen die de 12 levensfasen (geboren worden, verliefd worden, …) van een zachtaardig konijn met de bijzondere naam Jacominus in beeld brengen. Jacominus heeft in zijn leven allerlei ontmoetingen – weergegeven in een soort plakboek -,  vrienden en emoties die een belangrijke rol spelen. Die zorgen voor een zekere herkenbaarheid voor jong en oud. Tel daarbij de prachtige illustraties en je krijgt als lezer/kijker de ervaring van een mooi leven met ups en downs. Om echt goed te kunnen volgen wie wie is, zijn er vooraan en achteraan in het boek genummerde schetsen. Zo kun je tijdens het lezen even terugbladeren en het beeld dat je gevormd hebt door het lezen aanvullen met het beeld dat Dautrémer schetst van deze of gene. Want op de zeer verscheiden illustraties is bijzonder veel te ontdekken. Ze maken ook duidelijk dat dit boek onder meer een ode is aan Beatrix Potter; de dieren zien er alleraardigst uit zonder dat het ooit melig wordt. Het boek is niet specifiek voor kinderen bedoeld. Het is een boek waarin volwassenen en kinderen samen kunnen kijken én kunnen ontdekken wat ‘rijke uren’ zijn ook in een ‘gewoon’ leven.

Dautrémer, R. (2018). De rijke uren van Jacominus Gainsborough. Leuven: Davidsfonds/Infodok.


AtlasGroot en kleurrijk en zo anders dan waaraan je denkt als je aan een ‘atlas’ denkt. Deze eigenschappen maken van deze eerder ouderwets ogende ‘Atlas’ een echt geschenkboek. Zoals altijd bij atlassen het geval is, vind je hier ook een verzameling van landkaarten, 50 in het totaal. De kaarten zijn eenvoudig gehouden en bieden tegelijkertijd een boel informatie. Op en rond elke kaart staan een heleboel kleine tekeningen met daarin de betekenis in één of meerdere steekwoorden weergegeven. Wil je meer weten, kijk dan even op Google afbeeldingen! Per land zijn een jongetje en een meisje getekend die de meest voorkomende voornaam van hun land hebben gekregen. Verder bevatten de kaarten ook informatie over de planten en dieren die in dat bepaald land voorkomen, over de mensen die er wonen en hun cultuur. Per land vind je ook vermeld: hoofdstad, oppervlakte van het land en aantal inwoners. M.a.w. deze ‘Atlas’ gaat veel verder dan pure geografie en vormt voor kinderen een heuse kennisschat waarin ontzettend veel te ontdekken valt.

Mizielinski, D. (2018). Atlas. Een fantastische ontdekkingsreis langs de schatten van de wereld. Tielt: Lannoo.


DoornroosjeIedereen kent het verhaal van Doornroosje die tijdens haar geboortefeest door een boze fee vervloekt wordt. Via paginagrote, kleurrijke en gedetailleerde illustraties komt dit sprookje tot leven. Maar de echte meerwaarde van dit prentenboek zit in het feit dat het vergezeld wordt van muziek. Een orkest voert de muziek uit van het klassieke ballet De schone slaapster. Op elke bladzijde kan je die muziek oproepen door een druk op de knop. Vertellen terwijl de muziek speelt, zorgt voor een heel bijzondere sfeer. Na ‘De notenkraker’ waarin de muziek van Tsjaikovski onder de aandacht is gebracht, stelde Jessica Courtney-Tickle ook nog ‘Een jaar in één dag’ samen met de muziek van Vivaldi’s De Vier Jaargetijden. Doornroosje is het laatste in deze reeks van drie die echt de moeite waard is.

Tickle, J.C. (2018). Doornroosje. Zeist: Christofoor.


de bergHet verhaal van een vrachtwagenchauffeur die zoals elke dag door de bergen rijdt en stopt om te plassen, krijgt in dit prentenboek een heel bijzondere wending. De chauffeur verdwaalt wanneer hij terugkeert naar zijn vrachtwagen en krijgt daardoor aandacht voor het bos en de berg waarop dit bos zich bevindt. Op het eerste gezicht lijkt alles stil en leeg daar, maar dat blijkt niet echt zo te zijn. Er is een heleboel dierlijk en plantaardig leven waar de man steeds meer oog voor krijgt. Hij krijgt er zelfs zoveel oog voor dat hij één wordt met de natuur en er als het ware mee vergroeit… Het prentenboek bevat weinig tekst. Dat hoeft ook niet want de illustraties spreken voor zich en geven het boek iets magisch. (Met die illustraties won Manuel Marson trouwens de erg prestigieuze prijs voor de beste illustratie op de Bologna Children’s Book Fair 2017.) Een boek dat past in de hele beweging rond bomen en natuur die we in boekenland op gang zien komen.

Marsol, M. (2018). De berg. Amsterdam: Boycott.


Verhalen uit de binnenstadOngeveer 10 jaar geleden publiceerde de gerenommeerde Australische illustrator Shaun Tan de bundel ‘Verhalen uit de verre voorstad’. De voorliggende bundel zal hiervan zowat de tegenhanger zijn. De verhalen die hierin te vinden zijn, zijn niet bedoeld voor kinderen maar de bijzondere illustraties zullen hen zeker aanspreken. Het merendeel van de verhalen behandelt de verhouding tussen mens en dier. De mensen worden in een stedelijke omgeving geplaatst – zoals de titel van de bundel ook al aangeeft –  en de dieren worden steeds antropomorfer. Zo wonen er krokodillen op de 87ste verdieping van een torenflat en leiden er een luxueus bestaan. Of voeren beren een proces tegen ‘de Mensheid’ waarbij ze een beroep doen op een compleet nieuw rechtssysteem, ‘waarin alle dieren worden erkend als rechtspersonen binnen een kosmische hiërarchie.’ Tan spoort de lezer aan kritisch na te denken over wie wij zijn en over onze omgang met andere schepselen in dit geval de dieren. Samen met de illustraties levert dit een ietwat bevreemdende bundel op die je enkel traag kan lezen, beroep doet op je verbeeldingskracht en je als de lezer existentiële vragen doet stellen. Na elk kortverhaal volgt een illustratie in typische ‘Tanstijl’ over een dubbele pagina.

Tan, S. (2018). Verhalen uit de binnenstad. Amsterdam/Antwerpen: Querido.


Sprookjes van overalDe vierde sprookjesverzameling van Thé Tjong-King, de 85-jarige Chinees-Nederlandse illustrator die – gelukkig maar – van geen ophouden weet, bevat 13 bekende en minder bekende sprookjes uit verschillende landen. Zo is er bv. het Japanse sprookje over het meisje Hase die een tsunami bedwingt door een gedicht aan de goden te sturen. Maar evenzeer vind je in deze bundel het sprookje van ‘Joris en de draak’ of van ‘Sinbad de zeeman’ herverteld. Na elk sprookje geeft de auteur een beetje persoonlijke commentaar, relativerend of de lezer aanzettend tot reflectie. De gehanteerde taal leunt dicht aan bij spreektaal wat het voorlezen wel gemakkelijk maakt. Per sprookje zijn 1 of 2 paginagrote illustraties voorzien en tussen de tekst staan wat kleinere tekeningen. Thé Tjong-Khing hanteert een heel eigen stijl waar soms een zekere donkerte in schuilt. Dat heeft te maken met de manier waarop hij kleuraccenten aanbrengt en het verschil tussen licht en donker subtiel in zijn prenten weet te verweven. Zeker is dat deze bundel opnieuw een aanwinst is in ‘sprookjesland’.

Thé Tjong-Khing (2018). De sprookjesverteller. Sprookjes van overal. Haarlem: Gottmer.


a velocity of beingDit boek dankt zijn plaats in deze lijst aan zijn bijzondere concept. Niet minder dan 121 opmerkelijke persoonlijkheden van over de hele wereld schreven een brief aan jonge lezers waarin zij hun eigen kijk op de kracht van literatuur verwoorden. De lijst brievenschrijvers is heel divers en zonder meer indrukwekkend, met onder anderen Jane Goodall, Alain de Botton, Richard Branson, Marina Abramović, een 98-jarige Holocaust-overlevende en Regina Spektor. Lezers worden persoonlijk aangesproken door wetenschappers, auteurs, muzikanten, ondernemers, filosofen, … die enkel gemeenschappelijk hebben dat lezen een wezenlijk onderdeel uitmaakt van hun leven. Elk op hun manier willen ze daarom kinderen overtuigen om ook op ontdekking te gaan. De brieven hebben illustraties gekregen van enkele van de beste illustratoren van deze tijd. Het is heerlijk om lezers, boeken en verbeelding op zoveel verschillende manieren vormgegeven te zien. Laat je niet afschrikken door het feit dat het niet in het Nederlands geschreven is. Deze prenten zullen je vast overtuigen. Het boek is het resultaat van een stille droom van de Bulgaars-Amerikaanse blogger ‘Maria Popova’, waaraan ze samen met haar uitgever 8 jaar heeft gewerkt. Je kan meer over ‘A Velocity of Being’ en haar andere hersenspinsels lezen via deze link.

Popova, M. (2018). A Velocity of Being. Letters to a Young Reader. New York: Enchanted Lion Books.


9200000095744934Mārtiņš Zutis is een jonge illustrator uit Litouwen die met zijn debuut meteen internationaal opvalt. ‘In de voetsporen van Karel Daarwind’ is namelijk een telboek zoals je er nog geen hebt gezien. Het vertelt het verhaal van een oude natuurwetenschapper, genaamd Karel Daarwind, die ‘s ochtends onderweg naar zijn brievenbus voetsporen ontdekt in de sneeuw. De naam wetenschapper waardig ziet hij kans om een wetenschappelijke ontdekking te doen. Naarmate hij de voetsporen volgt, ontdekt hij er steeds meer en ontwikkelt hij verschillende theorieën rond de oorsprong van de sporen, zonder te beseffen dat hij ze zelf heeft gemaakt. Zo veronderstelt hij bij zes voetsporen dat ze ofwel van een zesvoetige reus ofwel van twee drievoetige wezens of drie tweevoetige wezens afstammen. Bij het getal 10 wordt hij plots bang, omdat hij een tienbenig ruimtewezen en vijf bandieten voor ogen krijgt. Dat betekent meteen ook het einde van zijn speurtocht. Het sterke aan dit telboek is dat het naast telmogelijkheden ook ruimte laat voor fantasie. Kinderen bedenken zelf ook theorieën rond de oorsprong van de sporen, wat het herlezen van dit prentenboek de moeite waard maakt. Dat verbeelding, creativiteit, cijfers en wetenschap hand in hand kunnen gaan werd zelden zo speels en helder in beeld gebracht.

Zutis, M. (2018). In de voetsporen van Karel Daarwind. Amsterdam: Boycott Books.


Kalender 2019 jg

De Lemniscaatkalender 2019
Zonder voor een bepaalde uitgeverij reclame te willen maken, willen we de Lemniscaatkalender 2019 toch als geschenkidee aanbevelen. Per maand bevat deze kalender een afbeelding uit een prentenboek – uiteraard uitgegeven door Lemniscaat. Op de achterzijde van deze prent vind je allerlei suggesties bv. om de prent meer in detail te bekijken, om over de prent een gesprek aan te gaan, om dingen te doen met het boek waaruit die prent komt. Mooi en inspirerend op je bureau, in de kinderkamer of de keuken.


Giant game of sculptureJe zou kunnen betwijfelen of dit een boek is, maar dit hebbeding is zo leuk dat we zelf niet geaarzeld hebben om het in deze geschenkenlijst op te nemen. De basis van dit beeldhouwspel is een stevig kartonnen uitvouwboek dat je op tafel of op de grond kan plaatsen. Er horen kartonnen vormen in verschillende kleuren bij die je kan gebruiken om de pagina’s met elkaar te verbinden. Het geheel zal telkens resulteren in een nieuw beeldhouwwerk. Een fijn evenwichts- en constructiespel voor jonge creatievelingen. Dit werk is het nieuwst deel van een reeks boek-spelletjes bedacht door beeldend kunstenaar en prentenboekenmaker Hervé Tullet. Via deze link kan je de hele reeks ontdekken.

Tullet, H. (2018). Giant Game of Sculpture. Londen: Phaidon.


het meisje en haar zeven paardenHet meisje uit de titel verzint ’s avonds in haar bed een verhaal over zeven paarden, van wie telkens één uit de boot valt. Gelukkig laten de andere zes het zevende paard niet aan zijn lot over en geven ze telkens elk een stukje van hun eigen rijkdom weg. Uiteindelijk krijgt het zevende paard een uitzonderlijk prachtig veulen. De duidelijke waarde en de herhalingen in het verhaal zijn klassieke formules die het goed zullen doen bij jonge kinderen. Het zijn echter de verfijnde illustraties en de oosterse sprookjessfeer die ‘Het meisje en haar zeven paarden’ echt bijzonder maken.

Mohammadi, H & Safakhoo, N. (2018). Het meisje en haar zeven paarden. Amsterdam: Querido


Ik geef je mijn hartHeel af en toe verschijnt er een prentenboek waarin werkelijk alles klopt: het verhaal, de illustraties, de vormgeving en de keuze van de woorden schuiven perfect in elkaar. De betoverende schoonheid van ‘Ik geef je mijn hart’ hebben we te danken aan Pimm van Hest en Sassafras De Bruyn. Samen verbeelden ze een oosters sprookje over alles wat je nodig hebt in het leven. Aan het begin krijgt hoofdpersonage Yuto als kleine jongen een bijzonder houten kistje cadeau van een oude man. ‘In dit kistje zit alles wat je nodig hebt’, zegt hij erbij. Na lang wachten vindt Yuto een pit in de vorm van een hart in het kistje, die hij bovenop zijn favoriete heuvel plant. Tijdens zijn leven groeit de pit langzaam uit tot een indrukwekkend prachtige boom ‘met een blijvend bladerdek dat Yuto beschermde. Als een beste vriend. Tegen de felle zon, maar ook tegen hagel, sneeuw en pijpenstelen regen. Bij verdriet en blijdschap, bij woede of angst. Alle dagen van het jaar. Jaar in, jaar uit.’ De boom wordt de as waarrond zijn hele leven zich afspeelt: hij leert er zijn vrouw kennen, laat zijn zonen schommelen aan de stevige takken en rouwt er om verlies. Aan het einde van zijn leven zit hij onder de boom en valt een pit in de vorm van een hart in zijn schoot, klaar om doorgegeven te worden.  

‘Ik geef je mijn hart’ is geïllustreerd door Sassafras De Bruyn die bekend werd dankzij haar illustratiewerk voor ‘De mooiste herinnering’, een wekelijks onderdeel van ‘Iedereen beroemd’. Kosten noch moeite werd door de uitgever gespaard om haar illustratietalent alle ruimte te geven en met wat een resultaat! De paginagrote prenten met zachte bruintinten roepen de betoverende sfeer van oosterse sprookjes en natuurpracht op. De uitsnijdingen die een doorkijk bieden in het leven van Yuto, maken de boom bijna tastbaar. Pimm van Hest gebruik zijn poëtisch talent om het verhaal van spaarzame tekst te voorzien. De makers hebben overduidelijk ook hun hart aan dit filosofische verhaal gegeven, wat van dit prentenboek een geschenk maakt om te koesteren en door te geven.

Van Hest, P. (2017). Ik geef je mijn hart. New York – Hasselt – Amsterdam: Clavis.


Oceaan en HemelFinn denkt nog vaak aan zijn gestorven opa. Hij woont aan zee en is dikwijls aan het spelen in een oude boot. Op de dag van opa’s verjaardag zijn er veel herinneringen, maar vooral aan het feit dat opa gezegd had dat ze ooit samen op reis zouden gaan naar een plek waar hemel en oceaan elkaar raken. Wanneer Finn wakker wordt, bevindt hij zich in de oude boot op volle zee. Een gouden vis wijst hem de weg en zo komt hij steeds dichter bij de maan; is dat misschien de plek waar oceaan en hemel elkaar raken of toch niet? Net zoals in ‘De tuinman van de nacht’ en ‘De reis van vos’ van dezelfde auteurs is dit prentenboek eerder filosofisch getint. Daarnaast getuigen de prachtige, gedetailleerde illustraties van een zeer rijke fantasie – zoveel verschillende luchtmachines en ander zwevend, duikend en varend tuig heb ik nog nooit bij elkaar gezien! De illustraties vormen ook hier weer een prachtig duo met de tekst. Die is af en toe behoorlijk spitsvondig. Denk bv. aan Luilettereiland waar bladvogels, brilvogels en heel wat andere geleerde vogels nestelen tussen boeken met gekende titels als Moby Dick, Odysseus, De kleine kapitein, De vliegende Hollander, … Opnieuw een prachtig boek van The Fan Brothers waar zowel kinderen als volwassenen veel plezier aan zullen beleven.

The Fan Brothers. (2018). Oceaan en Hemel. Amsterdam: Leopold.


FabeldierenWie houdt van boeken die er luxueus uitzien, wat formaat betreft uit de band springen en met letters in gouddruk, komt met dit boek over fabeldieren echt aan zijn trekken. Als je je afvraagt waarom je in de 21ste eeuw nog zou kiezen voor een boek over fabeldieren, moet je even stilstaan bij het feit dat al die vreemde wezens die er in verschillende culturen altijd wat anders uitzien, uiteindelijk aan de mensheid hetzelfde willen vertellen: angsten en verlangens zijn er overal en iedereen zoekt antwoorden op universele vragen. Die universaliteit wordt bij het begin van het boek meteen duidelijk. Een grote wereldkaart toont waar welke fabeldieren voorkomen en hoe ze met elkaar verbonden zijn. Floortje Zwigtman slaagt erin al die vreemde wezens op een heel nuchtere manier te beschrijven. Daarnaast vertelt ze ook verhalen die over die vreemde wezens bestaan en geeft ze allerlei weetjes mee die ervoor zorgen dat je ongeloof stilaan verdwijnt en plaats maakt voor een begin van geloof in die fabeldieren. Soms krijg je ook grappige details bv. over hoe je best een trol kust. Maar…. naast de tekst staan er de prachtige illustraties van Volbeda. Details, kleurgebruik – groen en bruin in talloze tinten – entourage van de fabeldieren, alles klopt. Af en toe verstopt de illustrator ook grapjes in zijn illustraties om het geheel wat minder angstaanjagend te maken. Dit harmonieuze en perfecte samenspel van tekst en illustraties zorgt voor een waarlijk prachtig boek dat je in zijn greep houdt van het begin tot het einde.

Zwigtman, F. (2017). Fabeldieren. Over draken, eenhoorns, griffioenen en veel meer. Tielt: Lannoo


De kleine koningEen verhaal dat refereert aan het bekende verhaal van de ‘Vierde koning’.

Lang geleden en ver van hier heerste koning Sevi over het mooie land Suthi. Suthi was klein, maar dat vond koning Sevi niet erg. Hijzelf was ook klein, net geen tien.
En zijn land was misschien niet groot, maar wel bijzonder:het was het land van de Kleine Wonderen.

Zo start dit erg poëtisch en sfeervol vertelde winter/kerstverhaal. De kleine koning Sevi ziet op een avond een heel bijzondere ster waarvan zijn sterrenwichelaar hem vertelt dat ze de geboorte van een machtige koning aankondigt. Sevi besluit de ster te volgen: hij zadelt zijn paard en neemt drie cadeautjes en een grote taart mee. Maar Sevi blijkt niet de enige te zijn die die ster gezien heeft. Hij wordt ingehaald door een grote stoet: drie koningen, soldaten, muzikanten, buikdanseressen, dromedarissen, olifanten, giraffen, aapjes, papegaaien in kooien aan zilveren takken, lakeien, … Indrukwekkend. Wanneer Sevi verder trekt, is hij degene die ziet wat de grote stoet en de soldaten aanrichten overal waar ze voorbij trekken. Met de wonderlijke cadeautjes die hij bij zich heeft, helpt Sevi waar hij kan. Uiteindelijk geeft hij ook zijn paard weg en trekt te voet verder door de sneeuw die steeds hoger komt te liggen. Wanneer hij niet meer verder kan, legt hij zich neer in de sneeuw en opent het laatste cadeautje dat hij bij zich heeft: een flesje waaruit de geuren van Suthi en zijn kinderjaren opstijgen. Gelukkig komen langs de weg waar Sevi ligt een man en een vrouw op een ezel voorbij. De vrouw heeft een baby in haar armen maar heeft ook nog plaats om de kleine koning terug warm te maken. Samen trekken ze verder naar de bewoonde wereld … Het verhaal is prachtig geïllustreerd door Mattias De Leeuw die een zeer zorgvuldig kleurenpalet hanteert. Gele en roze tinten voor het land Suthi, uitbundige kleuren voor de grote stoet van de koningen en voor de wonderen die Sevi doet, wit en grijstinten met hier een daar een kleurig accent voor de sneeuwrijke winterlandschappen.

In Suthi weten ze misschien wie hij is. (zegt de vrouw op de ezel) Dat is tenslotte het land van de Kleine Wonderen.  

En zo is de cirkel van dit magische winterverhaal rond.

De Leeuw, J. (2018). De kleine koning. Wielsbeke: De Eenhoorn.


VosjeVosje is op avontuur in de duinen en in het bos. De illustraties spreken voor zich. Het zijn blauw-groene foto’s van duinen en van het bos en daarin is telkens een fel-oranje Vosje getekend. Vervolgens loopt Vosje achter 2 vlinders aan – het moment waarop de tekst start. Vosje doet dit zo enthousiast dat hij een stevige smak maakt. Hij begint te dromen: over ‘lang geleden’ toen hij nog een babyvosje was – zo klein als een appeltje – dat altijd bij zijn mama was en lekkere melk dronk; over de eerste keer buiten zijn hol; over zijn broertjes en zusjes;  over ontmoetingen met andere dieren waaronder een groot hert, en ga zo maar door. De illustraties bij deze droom zijn prachtige tekeningen in beige tinten van Marije Tolman. Wanneer de droom eindigt gaat het boek terug over op de blauw-groene foto’s. Daarop is een jongen met een fiets te zien en ook het hert dat Vosje eerder ontmoette in zijn droom. De jongen vindt Vosje en dat is Vosjes redding. Toch stopt het verhaal daar niet: de auteur en de illustrator  laten opnieuw vlinders op Vosjes weg komen. Ze lijken de vraag te stellen: Blijft Vosje nieuwsgierig? Het verschil in illustraties – tekeningen of foto’s – zorgt ervoor dat ook een jonge lezer het verhaal goed kan blijven volgen en weet of het om Vosjes droom gaat of om de werkelijkheid. Het boek nodigt uit tot meerdere keren lezen vooral omwille van de vele details die er op elke bladzijde te zien zijn.

Van de Vendel, E. (2018). Vosje. Amsterdam: Querido.


EMANUELEen poëziebundel mocht in onze geschenkenlijst natuurlijk niet ontbreken. We hebben gekozen voor een bundel die over dieren handelt en dan nog specifiek over evenhoevigen. Tot droefheid trouwens van de okapi die zich gediscrimineerd voelt. De verschillende gedichten nemen verschillende vormen aan: een contactadvertentie, een interview, een overlijdensbericht, … Dat zorgt voor veel leesplezier. Komt daarbij dat doorheen de gedichten ook informatie over de dieren wordt meegegeven. Nergens te veel, nergens te weinig. Zoals zo vaak bij Dumon Tak: de juiste dosis in de juiste vorm – soms ook doordenkertjes. En de titel van de bundel? Die komt uit de contactadvertentie die de wilde kameel plaatst. Er zijn immers nog weinig wilde kamelen en in de Gobiwoestijn zijn ook weinig andere dieren voorhanden. Daarom:

‘mag ook een hele harem zijn.
Tam niet gewenst,
(want te veel vermenst).
Ben jij, of zijn jullie, de ware(n)?
Laat dan een boodschap achter in het zand.
We zijn nog maar met duizend,
het is zo stil en leeg hier
en mijn hart staat al te lang in brand.’

Tel hierbij dan nog de schitterende illustraties van Annemarie van Haeringen. Bij elk dier opnieuw treft ze de juiste toon. Bv. door van de onyx alleen nog een heel vage potloodschets te maken – het dier is zo goed als uitgestorven, of door een giraf te tekenen met een laddertje tegen zijn nek en zonder kop, zo lang is zijn nek. Een erg geslaagde poëziebundel!

Dumon Tak, B. (2018). Laat een boodschap achter in het zand. Amsterdam/Antwerpen: Querido.