Prentenboeken ‘Nachtdieren’

Versje om te mompelen als je niet goed in slaap kunt komen

de slome slak slaapt in de slappe sla
de slome slak slaapt in de slappe sla
de slome slak slaapt in de slappe sla
de slome slak slaapt idde slappe sla
de slowe slah slawidde slawe sla
de sllde slll saal asssasssssssss
de sll de sll
sssssss

Joke Van Leeuwen

JONGE KLEUTERS

550x646Peuters en jonge kleuters zullen plezier beleven aan de vele flapjes die inkijk geven in het leven dat zich ’s nachts afspeelt in de stad en daarbuiten. Veel dieren zijn wakker en gebruiken de beschutting van de duisternis om rond te wandelen zoals de vos, of te vliegen zoals de vleermuis, en voedsel te zoeken. In de huizen zie je lichten branden en in de verlichte stadsstraten is het stil. Waar niet te veel licht brandt, ontdek je aan de nachtelijke hemel de sterren. Uitgeverij Usborne heeft een ganse reeks flapjesboeken o.m. over de zoo, over dierenhuizen en over dino’s.

Milbourne, A. (2016). Flip Flap Nachtleven. Londen: Usborne.


550x759Dit is geen prentenboek in de gebruikelijke betekenis van het woord, omdat het om 1 uitvouwbare bladzijde – ongeveer 2 meter lang – gaat waarvan de bovenzijde telkens anders is uitgesneden. Je ontdekt er hoe het maanlicht weerkaatst in de vijver en hoe in dat maanlicht allerlei nachtdieren zichtbaar worden. De uitvouwbare pagina is volledig uitgevoerd in blauw- en zwarttinten met witte en gele accenten. Door een bijzondere techniek – glow-in-the-dark – kan je dit boek ook in het donker bekijken. Het boek is bijna tekstloos met uitzondering van de benaming van de nachtdieren aan de ene zijde van de uitvouwbare pagina en op de andere zijde de zeer korte beschrijving van de activiteiten van die nachtdieren. Veel kans om allerlei dingen te ontdekken! Bekijk het boek op:

Dexet, H. (2016). De nacht. Wielsbeke: De Eenhoorn.


550x772Op een donkere avond wil muis zo snel mogelijk thuis geraken want ze kent de gevaren van de nacht. Gelukkig schijnt de maan rond en helder boven het bos. De tocht van muis is echt niet zonder gevaar. Het bos is bevolkt met dieren die wel een lekker muizenhapje lusten! Vooraan in dit kartonboek is een overzichtsprent waarin alle dieren die muis later tegenkomt zijn opgenomen. Kleuters aan wie het verhaal vaak genoeg verteld wordt, herkennen de dieren vast aan hun ogen. Want telkens de muis een dier ontmoet in het bos zijn eerst de ogen van dat dier te zien door kleine openingen in de bladzijde. De tekst ‘Pas op, kleine muis! Daar loopt een …’ herhaalt zich dan ook om de andere bladzijde. De naam en het volledige uitzicht van het dier komt de kleuter dan op de volgende bladzijde te weten. En het is zeker dat er voor kleuters veel onbekende dieren aan bod komen!

Teckentrup, B. (2013). Snel naar huis, kleine muis. Haarlem: Gottmer.


dierengeluidenUitgeverij Veltman heeft een reeks geluidenboeken waarvan ‘Dierengeluiden in de nacht’ er één is. De lezer vindt er 12 verschillende dieren o.a. het hert, de kerkuil, de vos, de egel, de das, de nachtzwaluw, …Elk boek is op dezelfde manier opgebouwd: er is een afbeelding van het betreffende dier en daarnaast een bladzijde met tekst over dat dier. Onderaan die bladzijde vindt de lezer telkens beknopte informatie over de plaats waar het dier voorkomt, het voedsel dat nodig is, het aantal jongen, in welke tijd van het jaar hij/zij te horen is, het uiterlijk en de lengte. Zo wordt bv. van de nachtegaal in de doorlopende tekst vermeld dat hij zowel overdag als ’s nachts zingt maar dat hij best ’s nachts te horen is omdat andere vogels dan stil zijn.  Maat het prettigste aan deze reeks zijn de geluidsknoppen. Aan de rechterzijde van het boek is een strook aangebracht waarop per dier een ronde foto als een soort ‘knop’ te vinden is. Duw je daarop dan hoor je het geluid dat dat dier maakt. Zo kun je geluiden die je ’s nachts hoort leren thuisbrengen.

Buckingham, C. (2017). Dierengeluiden in de nacht. Utrecht: Veltman Uitgevers.


539x840“Welkom in het bos. We gaan een heel bijzonder dier ontmoeten.” Zo begint Dit is uil, een prettig interactief prentenboek voor peuters en jonge kleuters waarin ze kennismaken met een uil die veel moeite heeft om wakker te worden. De tekst is uitnodigend en op maat van peuters gesneden. De verteller activeert de kinderen door hen te vragen om de uil te kriebelen, het licht uit te doen, een maan te tekenen, enz. Omdat niet alles volgens plan verloopt, zullen jonge kleuters er zeker ook om moeten lachen. Bovendien leren ze ook wat het betekent om een nachtdier te zijn. De tekeningen zijn groot en eenvoudig, vooral de karakteristieke uil zal jonge kinderen aanspreken. Een tof boek dus dat van een voorleesmoment een ware beleving zal maken.

Walden, L. (2019). Dit is uil. Utrecht: Veltman Uitgevers. 


frontImagesLinkIs er iets spannender dan in je tent met een zaklamp een boek te lezen? Ja, toch wel, denkt het jongetje en hij trekt erop uit om met zijn zaklamp het bos te verkennen. Het feit dat dit tekstloze – er is veel stilte in het bos in het donker – prentenboek gebaseerd is op zwarte bladzijden maakt het bijzonder. De dieren en planten zijn in lichtgrijze tinten weergegeven behalve wanneer ze beschenen worden door het licht van de maan of door de zaklamp. Dan krijgen ze kleur en komen tot leven. De dieren in het bos zijn trouwens gefascineerd door het spel van licht en donker dat het jongetje met zijn zaklamp teweegbrengt. Ondanks de donkere bladzijden dus geen angstaanjagende taferelen maar wel voor wie goed kijkt: een nachtelijk bos vol leven!

Boyd, L. (2016). Zaklamp. Amsterdam: Moon.


OUDERE KLEUTERS

Uil, vos en vleermusJonge kinderen denken gemakkelijk dat iedereen slaapt wanneer het donker wordt. Dit boek leert hen dat er ook ’s nachts heel veel leven is. Sommige dieren beginnen pas echt te leven, voedsel te zoeken, rond te wandelen, … op het moment de zon ondergaat en stoppen daarmee pas bij het ochtendgloren. Ik gebruik met opzet het woord ‘ochtendgloren’ omdat het gebruik van iet of wat plechtige woorden – denk aan ‘crescendo’ of ‘kwalijk riekend’ of …- , de enige kritiek is die ik op dit boek kan geven. Steeds tegen een nachtzwarte achtergrond maakt het kind kennis met een heleboel nachtdieren, veel meer dan de titel aangeeft. Zo komt bv. de nachtzwaluw aan bod. Logisch dat je met zo’n naam voornamelijk ’s nachts leeft, maar welk jong kind weet dat? Ook een aantal marterachtige dieren blijkt in het donker actief te zijn. De dieren zijn natuurgetrouw weergegeven en soms wordt een detail van een dier apart belicht bv. de klauw van de oehoe. Elke illustratie is voorzien van tekstblokken met duidelijk in lichtblauw gedrukte tekst die vrij kort is maar wel door een volwassene moet voorgelezen of ‘vertaald’ worden zeker bij kleuters. Deze laatsten zullen het boek vooral las kijkboek beschouwen en daarvoor is het ook erg geschikt.

Müller, T. (2016). Uil, vos en vleermuis. Hasselt: Clavis.


nachtlevenOok in het donker is nog heel veel te zien tenminste als je goed kijkt. Want dan zie je overal dingen oplichten of je je nu in de stad, op het platteland of diep in de zee bevindt. En wanneer je ’s nachts omhoog kijkt, doe je daar ook wonderlijke ontdekkingen. De eerste pagina’s trekken meteen de aandacht omdat ze een nachtelijk landschap tonen met de omtrek van bomen en enkele sterren aan een donkere hemel. Maar wie goed kijkt, ziet ook autolampen en … 2 ogen! In die sfeer – ergens tussen bewondering en spanning – baadt het ganse boek. Tegen een donkere achtergrond komen per dubbele bladzijde lichtgevende details naar voor. De ene keer bevinden we ons in de diepzee en zien we oplichtende stroken water en licht fluorescerende vissen, de andere keer lichten paddenstoelen op in het bos dat aardedonker lijkt of zien we licht in de stad. Het boek maakt duidelijk dat er ’s nachts veel leven is. Niet alleen van dieren, maar ook van schimmels, van sterren, van mensen en zelfs het Poollicht kan als een levensvorm beschouwd worden. De laatste dubbele pagina is gewijd aan de toekomst en alles wat die ons belooft op het gebied van lichtontdekkingen en -uitvindingen. Jammer genoeg wel te moeilijk voor kleuters. Voor het overige een schitterend boek over wat oplicht in het donker en daarbij horen zeker de nachtdieren en hun bijzondere zintuigen.

Sjöberg, L. (2019). Nachtleven! Leuven: Davidsfonds-Infodok.


550x733Overal ter wereld bestaan dieren die actief worden in de schemering, of in het diepste donker of in het eerste licht wanneer de zon lijkt te twijfelen of ze op zal komen. Dit boek neemt je mee op een wereldreis en toont je welke dieren waar in welk stuk van de nacht actief zijn. Per dubbele bladzijde is er een bladvullende illustratie van bv. een Amerikaanse stad. Op die illustratie zie je het nachtleven van dieren en krijg je in een tekstblokje een summiere maar heldere beschrijving van dat dier en zijn nachtelijke activiteiten. Voor een Amerikaanse stad zijn dat bv. stinkdier, buidelrat, wasbeer, kat en muis, … Maar ook in de Afrikaanse savanne blijven dieren aktief. Net zoals in het Zuidamerikaanse regenwoud. Uilaapjes, luiaarden, jaguars en slangen  wachten op voedsel of op hun prooi. En wanneer legt een reuzeschildpad zijn eieren op het strand? Al die dieren komen aan bod in dit boek dat ook een reuzeposter bevat met nachtdieren. Hou je de poster in het donker, dan lichten de nachtdieren op. Een leuk extraatje!

Flint, K. (2019). Dieren in de nacht. Antwerpen: Klavertje Vier.


550x404Tekstloos prentenboek over heuse nachtdieren m.n. de familie uil en de familie vleermuis. Die laatste blijkt op een dag opeens aan de tak te hangen waarop de familie uil woont. De uilen lijken niet zo blij met hun medebewoners tot een storm hen dichter bij elkaar brengt. Zelfs zo dicht dat wanneer de kleine uilen en vleermuizen de tak verlaten om een eigen ‘nest’ te bouwen, mama uil en mama vleermuis besluiten om samen op dezelfde tak te blijven wonen. Dit boek gaat uiteraard over veel meer dan over het fenomeen ‘nachtdieren’. Het vertelt een verhaal over wantrouwen dat verandert in vertrouwen, over intolerantie die verandert in tolerantie en over respect opbrengen voor elkaars gebruiken en gewoonten. Leuke illustraties die tot praten uitnodigen.

Fitzpatrick, M-L. (2016). Mijn tak, mijn tak. Haarlem: Gottmer.


nachtdierenWie is er ’s nachts wakker? Welke zintuigen heb je nodig om ’s nachts voedsel te vinden? Hoe jaag je in het donker? Hoe slaap je overdag? Dat zijn de onderwerpen van de vier hoofdstukken in dit informatieve boek over dierlijk leven ’s nachts dat met mooie paginagrote foto’s – telkens op de rechterpagina – geïllustreerd werd. De foto’s zijn het belangrijkste en zijn bedoeld om kleuters zich een beeld te laten vormen van de betreffende dieren. De tekst beperkt zich tot maximum 4 zinnen en per dier zijn ook 6 vertelwoorden. Aan de hand daarvan kun je een verhaal vertellen rond dat dier en kun je aan woordenschatuitbreiding doen. Moeilijke woorden in de tekst zijn vetgedrukt en krijgen een omschrijving in het register achteraan. Ook achteraan in het boek vind je een spel, een mini-quiz en verwijzingen naar filmpjes op het internet. Het boek maakt deel uit van de reeks ‘Vertel maar – dierenweetjes’.

Dunne, A. (2017). Nachtdieren. Etten-Leur: Ars Scribendi.


550x666Een kijkgaatje op elke bladzijde is één van de grote troeven van dit prentenboek. De tweeregelige tekst op rijm krijgt kleur en glans in de illustraties van B.Teckentrup. Het boek vertelt geen verhaal in de letterlijke zin van het woord maar het geeft inkijk in het leven van de dieren die er over de hele wereld, in de schemering en ’s nachts, op uittrekken. Sommige doen dat om voedsel te zoeken zoals de kleine veldmuizen, de schorpioen en de vossen, andere om eieren in het zand te leggen zoals de zeeschildpadden, en nog andere gebruiken de maan als oriëntatiepunt om verder te vliegen naar warmere landen zoals de trekvogels. De illustraties zijn – hoe zou het anders kunnen? – in donkere kleuren gevat want het is nacht. Ze bestrijken telkens een dubbele bladzijde. Telkens je een bladzijde omdraait, wordt je als kijker verrast door de kleurenpracht die d.z. de maan ’s nachts te zien is. Denk aan giftig blauw oplichtende schorpioen of aan trekvogels in de warmste geel-oranje-rood tinten, … De twee regels tekst staan onderaan de bladzijde in een lichter gekleurd kader. De gele maan die het donker verlicht, schijnt door een uitsnede in de bladzijde. Eerst is de uitsnede sikkelvormig, daarna groter en wassend tot volle maan, daarna terug krimpend tot een sikkelvorm. Dit mooi vormgegeven prentenboek geeft geen wetenschappelijk antwoord op de vraag waarom de maan ’s nachts aan de hemel staat. Het vertelt wel wat het maanlicht in het donker zo bijzonder maakt.

Teckentrup, B. (2018). In de maneschijn. Utrecht: Veltman Uitgevers.