Prentenboeken ‘maan en sterren’

JONGE KLEUTERS

Een licht in de nachtDe dieren zijn bang in het donker. De zon weet gelukkig raad door de maan te laten schijnen. De dieren zijn er blij mee, wennen snel aan het licht van de maan maar vergeten de zon te bedanken. Die laat de maan dan maar weer verdwijnen tot groot verdriet van de dieren. De zon voelt medelijden en laat de maan terug verschijnen maar vanaf dan wordt de maan eerst groter om daarna terug kleiner te worden. Op die manier zullen de dieren eraan blijven denken dat het licht in de nacht een geschenk is. Aan de hand van een eenvoudig verhaal krijgen jonge kleuters inzicht in het fenomeen van een wassende en krimpende maan. De tekst is eenvoudig (linkerbladzijde) en wordt mooi ondersteund door de collages op de rechterbladzijde. De collages zijn aan de hand van scheurtechnieken en met verschillende materialen samengesteld. (Deze techniek verraadt dat dit boek wel ouder is.) Maar de eenvoudige tekst blijft mooi op niveau van jonge kleuters.

Hol, C. (2003). Een licht in de nacht. Wielsbeke: De Eenhoorn.


Mols speciale sterElke avond komt Mol even naar buiten via de molshoop want zo alleen in zijn holletje vindt hij maar niks. Het eerste wat Mol dan ziet, is een prachtige sterrenhemel vol fonkelende sterren. Wanneer hij op een avond een vallende ster ontdekt, wenst hij dat alle sterren van hem zouden zijn. Tot zijn grote verwondereing verschijnen onmiddellijk een heleboel ladders – gemaakt van sterren – die het mogelijk maken dat hij de sterren van de hemel plukt. Hij verzamelt en verzamelt en geniet van het gezelschap van de sterren in zijn hol. Op een avond kruipt hij opnieuw naar buiten en ontdekt tot zijn verrassing dat de nacht aardedonker is. Er zijn geen sterren meer en dat doet de andere dieren veel verdriet. Gelukkig heeft Mol in zijn hol de oplossing … Het verhaal van Mol die zich, zonder erbij na te denken, ‘alle’ sterren toe-eigent sluit nauw aan bij de belevingswereld van de kleuter. De paginagrote illustraties met een uiterst schattige Mol en mooie natuur, maakt dat het verhaal echt gaat leven.

Teckentrup, B. (2019). Mols speciale ster. Utrecht: Velman Uitgevers.


in de maneschijnEen kijkgaatje op elke bladzijde is één van de grote troeven van dit prentenboek . De tweeregelige tekst op rijm krijgt kleur en glans in de illustraties van B.Teckentrup. Het boek vertelt geen verhaal in de letterlijke zin van het woord maar het geeft inkijk in het leven van de dieren die er over de hele wereld, in de schemering en ’s nachts, op uittrekken. Sommige doen dat om voedsel te zoeken zoals de kleine veldmuizen, de schorpioen en de vossen, andere om eieren in het zand te leggen zoals de zeeschildpadden, en nog andere gebruiken de maan als oriëntatiepunt om verder te vliegen naar warmere landen zoals de trekvogels. De illustraties zijn – hoe zou het anders kunnen? – in donkere kleuren gevat want het is nacht. Ze bestrijken telkens een dubbele bladzijde. Telkens je een bladzijde omdraait, wordt je als kijker verrast door de kleurenpracht die d.z. de maan ’s nachts te zien is. Denk aan giftig blauw oplichtende schorpioen of aan trekvogels in de warmste geel-oranje-rood tinten, … De twee regels tekst staan onderaan de bladzijde in een lichter gekleurd kader. De gele maan die het donker verlicht, schijnt door een uitsnede in de bladzijde. Eerst is de uitsnede sikkelvormig, daarna groter en wassend tot volle maan, daarna terug krimpend tot een sikkelvorm. Dit mooi vormgegeven prentenboek geeft geen wetenschappelijk antwoord op de vraag waarom de maan ’s nachts aan de hemel staat. Het vertelt wel wat het maanlicht in het donker zo bijzonder maakt.

Teckentrup, B. (2018). In de maneschijn. Utrecht: Veltman Uitgevers.


tien-bolle-biggetjesDit verhaal op rijm vertelt over de avonturen van 10 biggetjes die ‘s nachts het huis uitsluipen om op avontuur te gaan, maar erg bang worden wanneer de maan achter de wolken verdwijnt en het aardedonker wordt. Gelukkig komt Mama Varken hen zoeken en loopt het voor de biggetjes goed af. Het verhaal over de vrolijke biggetjes is gemakkelijk te volgen. Het is zeker voor jonge kleuters een aanrader omdat Joke Van Leeuwen als vertaalster erin slaagt door het gebruik van een uitgebreid gamma aan adjectieven doorheen de tekst aan echte taalverrijking te doen. Bovendien zullen jonge kleuters dankzij het ritmische taalgebruik de tekst ook snel kunnen meezeggen.

Johnson, L. (2011). Tien bolle biggetjes keken naar de maan. Wielsbeke: De Eenhoorn.


Ik wil de maanOp een nacht wordt Mol wakker en besluit bovengronds eens een kijkje te nemen. Mol kan zijn ogen niet geloven wanneer hij de glanzende, gouden schijf aan de hemel ziet. Hij gebruikt zelfs een krachtterm om zijn verwondering uit de drukken: Grote-grondgravers-nog-aan-toe… Vanaf dat moment doet Mol er alles aan om dat glanzende ding in zijn bezit te krijgen. Eerst probeert hij zo hoog te springen als hij kan. Konijn wordt er wakker van en vertelt Mol dat dat ding de maan is en dat die heel ver weg staat. Dat deert Mol niet. Volgende plan: Hij probeert de maan met een lange tak de hemel uit te zwiepen. Hij struikelt daarbij over egel die hem hetzelfde vertelt als Konijn. Maar Mol gelooft de dieren niet en heeft nog plannen: eikels gooien tot de maan naar beneden valt, in een boom klimmen om de maan te pakken. Maar wat hij ook probeert, niets lukt. Gelukkig is de maan dan vanzelf naar beneden gekomen. Mol ziet haar in een waterplas. Jammer genoeg breekt de maan in stukjes wanneer Mol haar uit de plas wil halen. Zijn vrienden troosten hem en verzekeren Mol dat de maan altijd terug komt. Wanneer dat gebeurt, gelooft Mol eindelijk zijn vrienden. De mooie, eenvoudige tekst is op niveau van de doelgroep en wordt ondersteund door sfeervolle illustraties die het donker van de nacht weghalen.

Emmett, J. (2011). Ik wil de maan. Amsterdam: Van Goor.


Mijn eigen sterTot aan de sterren reiken is een wensdroom van velen van ons en zeker ook van jonge kinderen. Dit boek vertelt het verhaal van een jongetje dat heel erg graag een ster als vriend wil hebben. Maar de sterren staan hoog, meeuw wil niet helpen, een reddingsboei brengt geen soelaas en de benzinetank van de raket is leeg. Het jongetje denkt na en wacht en wanneer het avond wordt ziet hij opeens een ster op het wateroppervlak drijven. Uiteindelijk spoelt de ster aan … Een eenvoudig en erg rustig verteld verhaal in een taalgebruik dat ook peuters al aankunnen. Sfeervolle illustraties vervolledigen het geheel.

Jeffers, O. (2004). Mijn eigen ster. Utrecht: Ten Have.


OUDERE KLEUTERS

 

Een muts voor de maanKrokodil kijkt op een avond door het raam en ziet de maan opkomen. Hoe langer Krokodil naar de maan kijkt, hoe zekerder hij is dat de maan het erg kou heeft want ze is helemaal bloot. Krokodil maakt Aap en Kip wakker en vertelt hen van zijn plan om de maan een muts, wanten en een sjaal te geven. Goed ingeduffeld gaat het drietal naar buiten. Brrr… wat is het koud! Ze beslissen om op elkaars schouders te staan en zo een toren te maken die tot aan de maan reikt. Maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan! En het is zo koud! Zo koud dat je wolkjes blaast wanneer je uitademt. Dus blazen Aap, Krokodil en Kip die wolkjes maar tot bij de maan. Zo lijkt de maan een muts op te hebben en kan ze een wolkensjaal om doen. De tekst wordt ondersteund door vrolijke prenten waarop de figuren en attributen helder en licht afsteken tegen de donkerte van de nacht. Leuk verhaal om zondermeer te vertellen of te gebruiken als uitgangspunt voor een filosofisch gesprek.

Kuyper S. en Jutte, J. (2012). Een muts voor de maan. Rotterdam: Lemniscaat.


Kleine Muis eet de maanKleine Muis houdt heel erg van de maan en kijkt er vaak naar. Tijdens het kijken roept die maan het beeld van een bol kaas op. Daarvan zou ze wel een stukje willen proeven! En op een morgen als ze uit haar hol komt, lukt dat: er ligt een ‘halve maan’ voor haar hol. Voorzichtig neemt Kleine Muis een hapje: hoe lekker is dat! Nog een hapje en nog een hapje en nog een … Oei, er rest haast niks meer van de maan! Hoe kan die ooit nog vol worden? Verdrietig sleurt Kleine Muis het overgebleven stukje ‘maan’ naar het hol van Mol en van Konijn. Gelukkig weten zij dat je de maan niet kan opeten! En ze hebben gelijk want de volgende nacht staat de maan weer even vol en rond aan de hemel. Maar wat heeft Kleine Muis dan gegeten? Het boek munt uit door zijn vormgeving: de maan waarnaar Kleine Muis op de cover kijkt is te zien doorheen een cirkelvormig gat. Datzelfde gat blijkt zowel de uitgang van de hoop van Mol als de ingang van het hol van Muis te zijn (volgende bladzijde). De bladzijden zijn hier en daar ingesneden zodat veel duidelijker bomen en bladeren te zien zijn. Doorheen het mooi vormgegeven verhaal maken kleuters kennis met de verschillende gestalten van de maan.

Horacek, P. (2014). Kleine Muis eet de maan. Haarlem: Gottmer.


Papa, pak je de maan voor mij?In zijn typische stijl slaagt Carle erin doorheen een wensverhaal rekenkundige begrippen – groot, hoog, groter dan, lang, langer, ….- op een erg prettige manier aan bod te laten komen. Marijke wil zo graag de maan pakken om ermee te spelen. Zelf lukt het haar niet. Maar wanneer haar papa de langste ladder van de wereld in stelling brengt, lukt het wel. Verken het verhaal via deze link:
http://www.schooltv.nl/video/papa-pak-jij-de-maan-voor-mij-prentenboek-uit-koekeloere/.

Carle, E. (2016). Papa, pak je de maan voor mij? Haarlem: Gottmer.


Een ster van verEen zus en haar broertje spelen in het park. Het broertje is een echte schattenverzamelaar en haalt zijn schatten overal vandaan: een blinkende steen op de glijbaan, een witte veer op het gras, een vlieger in een boom… Op een dag vindt het jongetje een ster. Ze schittert zo mooi dat ze zeker het bezit moet zijn van iemand. Maar aan wie de kinderen het ook vragen, niemand weet wie de eigenaar van die prachtig glimmende ster kan zijn. Tot de kinderen ontdekken dat de ster aan de hemel thuishoort! Maar hoe krijg je een ster terug aan de hemel? Het verhaal bouwt zich mooi op rond de figuren van het broertje en zijn zusje die een sterke band hebben met elkaar. Daarom vinden ze ook samen een oplossing voor hun probleem. Fijne illustraties met veel detail laten de tekst leven en geven zin om zelf ook op zoek te gaan naar een ‘schat’ die waarschijnlijk veel dichter bij ligt dan je denkt.

Hay, S. (2019). Een ster van ver. Amsterdam: Ploegsma.


9789058383938Eend Rosalie is jarig en veel te vroeg wakker. Haar vriend Meneer Maan probeert haar te overtuigen nog wat te slapen maar daarvoor vindt Rosalie jarig zijn veel te spannend. Wanneer Rosalie eindelijk uit bed mag en naar haar vrienden loopt, lijkt – tot grote frustratie van Rosalie –  iedereen haar verjaardag vergeten te zijn. Tot het avond wordt … Mooi geïllustreerd prentenboek dat een verhaal tussen fantasie en realiteit in een mooie taal vertelt.

Minne, B. (2007). Rosalie is jarig. Wielsbeke: De Eenhoorn.


Ik heb van jou gedroomd vannachtOp een nacht droomt een jongen dat een sterrenmeisje van haar ster valt en op zijn bed terechtkomt. Omdat ze elkaar sympathiek vinden, besluiten ze op zoek te gaan naar een nieuwe ster voor het sterrenmeisje maar dan liefst een ster dicht in de buurt van de jongen. Het is een hele zoektocht langs de Kleine en de Grote Beer, langs de Poolster waar ze gezellig samen een ijsje eten en ook langs Venus. Daar zoent het sterrenmeisje de jongen. Uiteindelijk vinden ze een nieuwe ster voor het meisje. Gelukkig want wanneer er dan nog eens een ster valt, kan je de jongen wensen dat hij het sterrenmeisje terug ziet. Romantisch verhaaltje met tekst op rijm en per dubbele bladzijde paginagrote illustraties (ingekleurde pentekening) waarop eenzelfde drieregelig vers waarvan de laatste zin steeds wijzigt:
“Donkerblauw was de hemel /
en de maan scheen zacht. /
Ik heb van jou gedroomd vannacht.”
Het verhaal sluit ook perfect aan bij het thema ‘Verliefd’.

Van Straaten, H. (2005). Ik heb van jou gedroomd vannacht. Amsterdam: Leopold.


Ik ben niet heel erg bang in het donkerWe kennen ze allemaal: de ogenschijnlijk stoere jongetjes die beweren nergens bang voor te zijn. Tot het licht uitgaat… Daarover gaat het voorliggende prentenboek maar gelukkig ook over veel meer. Thuis is het jongetje niet zo bang meer; wanneer hij het licht aanknipt blijken de dingen die zo eng leken, gewoon een hoopje kleding of de schaduw van een grote speelgoedbeer te zijn. Maar als zijn vader hem voorstelt te gaan kamperen, slaat zijn hart toch behoorlijk snel. Na zichzelf moed te hebben ingesproken, durft hij eindelijk zijn zaklamp uitdoen. Wat hij dan ziet, is behoorlijk overrompelend: overal sterren, kleine en grotere lichtpuntjes die flikkeren en flonkeren. Hij had nooit gedacht dat het donker zulke pracht verborgen hield. De vormgeving van dit boek speelt hier helemaal op in. Op elke bladzijde zijn honderden kleine gaatjes in allerlei vormen gelaserd. Zij suggereren het overrompelende effect dat de sterrenhemel op de jongen heeft. De mooie kleurillustraties lopen steeds over een dubbele pagina. De tekst – in schrijfletters – staat tussen de illustraties. Verhaal over de sterren dat ook bij andere thema’s kan gebuikt worden.

Milbourne, A. en Rieley, D. (2019). Ik ben niet (heel erg) bang in het donker. London: Usborne.


Kleine Raaf Vliegt Naar De MaanHet is al juni als eindelijk het laatste ei in het ravennest begint te barsten. Uit dat ei komt een heel klein zwart ‘scharminkeltje’ want zo verwelkomen de andere raven de kleine raaf. Ze pesten en treiteren hem omdat hij zogezegd niet genoeg kan vliegen. Maar kleine raaf vliegt als de beste. Wanneer de pestkoppen zeggen dat hij mee mag spelen als hij eerst naar de maan vliegt, vertrekt kleine raaf meteen. Steeds hoger gaat hij en wanneer hij bijna de maan bereikt heeft, lijkt een zilveren gloed hem te verteren. De volgende morgen vinden de pestkoppen kleine raaf onder de heg. Gelukkig leeft hij nog. Maar hij is wel teleurgesteld omdat hij de maan niet heeft bereikt en dus nooit zal mogen meespelen. Of toch wel…? De meest aandacht trekkende elementen in de illustraties die een beperkt kleurenpalet hanteren, zijn de erg grote warmgele snavels van de raven. Verder vallen ook de zilverkleurige accenten op in de illustraties die meestal een dubbele pagina  beslaan. De tekst is in ravenzwarte inkt op de witte pagina’s of in wit op de zwarte pagina’s. Opnieuw een verhaal dat ook bij andere thema’s bv. ‘anders zijn’ of ‘doorzetten’ kan gebuikt worden.

Pfister, M. (2010). Kleine raaf vliegt naar de maan. Rijswijk: De Vier Windstreken.


Maan, waar ben je?Wanneer de zon schijnt, is de maan er niet en omgekeerd. Wil je aan kleuters uitleggen hoe dat komt, dan kun je van dit prentenboek zeker gebruik maken. Het verhaal is eenvoudig: konijn merkt op een ancht op dat de maan verdwenen is en schakelt zijn vrienden Giraf, Grote Beer, Wolf en Zebra in om mee op zoek te gaan. Aangezien de maan boven hun koppen staat, beslissen op elkaar te gaan staan om zo hoog mogelijk in de lucht te geraken. Dan brengt een vogel een bericht van de maan die laat weten dat wanneer hij aan de andere kant van de wereld schijnt, hij de zon naar de kant van de dieren stuurt en omgekeerd. Op de laatste illustratie zie je dan ook de vrienden boven op de aarde in de zon zitten terwijl aan de andere kant een varken in de maneschijn een boek leest. De sobere illustraties in voornamelijk aardetinten versterken de tekst. Opvallend is dat naarmate het verhaal vordert, het ook in de illustraties steeds meer dag wordt.

Jadoel, E. (2001). Maan, waar ben je? Haarlem: Gottmer.


een hapje maanOp een dag besluiten de dieren dat ze wel eens van de maan willen proeven. Ze bouwen met zichzelf een toren zo hoog dat de kleine muis uiteindelijk een hapje van de maan kan eten. De andere dieren willen ook eens proeven, dus verschijnen ze één na één terug maar dan in omgekeerde volgorde. Het resultaat: van de volle maan blijft enkel de maansikkel over. Het verhaal is geconcipieerd als stapelverhaal dus veelvuldige herhaling van dezelfde (vraag)zinnen is hier aan de orde. Die herhaling is ook hetgeen waar kleuters erg veel van houden in een verhaal. De illustraties zijn paginagroot. De tekst staat op de witte bladzijde ernaast.

Grehniec, M. (2010). Een hapje maan. Haarlem: Altamira-Jeugd.


Wat doet de maan 's nachts?Dit boek heeft aandacht voor details: de ‘c’ van ‘’s nachts’ in de titel is getekend als een maansikkel. De maan heeft een hemd vol poezenpootafdrukken want poes is haar trouwste vriend. Het verhaal vertelt op een fantasierijke manier welke taken voor de maan zijn weggelegd. Daarvoor hanteert de auteur een poëtisch taalgebruik want wat denk je van volgende taken: de maan tekent de sterren voor de melkweg, zaait dromen, brengt steden tot zwijgen, begiet de grond met dauw, … en ga zo maar door. Als dat allemaal gebeurd is, kan de maan opnieuw gaan slapen. Doorheen het boek leren kleuters op een speelse manier de maancyclus begrijpen o.m. omdat de maan wordt voorgesteld als een menselijk personage met een groot hoofd voorzien van een witte muts die steeds groter wordt naarmate de maan voller wordt.

Herbauts, A. (2000). Wat doet de maan ‘s nachts? Brussel: Casterman.


Mijnheer Eekhoorn en de maanOp een dag rolt een grote gele bol kaas van de kar van de kaasboer de heuvel af en valt recht op het huis van Mr. Eekhoorn. Die schrikt zich niet alleen een hoedje maar denkt ook dat de maan op zijn dak gevallen is. Bij die gedachte wordt Meneer Eekhoorn nog banger; hij is schuldig aan het feit dat de maan niet meer aan de hemel staat. Stel je voor dat hij daarvoor in de gevangenis belandt! Dus is er maar een oplossing: de maan moet zo snel mogelijk verdwijnen. Prachtig geïllustreerd prentenboek dat duidelijk maakt dat ook je gedachten je soms onterecht bang kunnen maken.

Meschenmoser, S. (2008). Mijnheer Eekhoorn en de maan. Utrecht: Hoogland en van Klaveren.


CV 9789044819823.inddDit prentenboek is onderdeel van de informatieve reeks ‘Willewete’ waarin kleuters vanaf ca. 5 jaar antwoorden krijgen op allerlei vragen. In dit specifiek deel gaat het over vragen als: waarom is het in de winter kouder dan in de zomer?, Is de zon warmer dan de aarde?, Schijnt de zon ook als er wolken zijn?, Hoe komt het dat het overdag licht is en ‘s nachts niet?, Wat zijn polen en continenten?, enz. Het boekje slaagt erin de nieuwsgierigheid van kleuters te prikkelen zowel door de inhoud als door de manier waarop die inhoud vorm krijgt: tekstblokjes, wist-je-datjes?, versjes, een kleine quiz, raadsels, … Het zal voor vele kinderen een verrassing zijn te ontdekken hoe zon en maan een invloed uitoefenen op het dagelijkse leven op aarde. In dezelfde reeks verscheen ook een boekje rond ‘Sterren en planeten’.

Winters, P. (2018). De zon, aarde en maan. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.
Winters, P. (2018). Sterren en planeten. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.