Prentenboeken kriebeldiertjes

JONGE KLEUTERS
kriebelbeestjesDeze stevige, hardkartonnen uitgave toont peuters en jonge kleuters verschillende soorten dieren die in de tuin leven. Niet alleen kriebeldiertjes komen aan bod maar bv. ook een slak. Het boekje moet het vooral hebben van de kleurrijke illustraties in een eerder naïeve stijl want de tekst bestaat uit korte vragen die rechtstreeks aan de kijkers gesteld worden. Bijvoorbeeld: Zie je de kevertjes kruipen? Het boek bevat ook een aantal uitsparingen in de bladzijden waardoor de band met de vorige of de volgende illustratie duidelijk wordt. De draaischijf aan de binnenzijde van de achtercover zorgt ervoor dat de kleur van de vlindervleugels verandert. Een bijzonder effect!

Horácek, P. (2015). Kriebelbeestjes. Rotterdam: Lemniscaat.


vlindervlinderWanneer Lisa een mooi gekleurde vlinder achterna holt, kan ze hem nergens meer ontdekken. Maar ze ontdekt wel allerlei andere kriebeldiertjes in de tuin. En … van zodra ze zich languit in het gras legt, ziet ze haar vlinder hoog in de lucht. De eenvoudige verhaallijn maakt dit prentenboek geschikt voor jonge kleuters. Bovendien krijgen ze ook de kans met verschillende kleuren aan de slag te gaan. Daarnaast zullen de de verschillende uitsparingen met origineel effect – de stipjes van het lieveheersbeestje blijken bv. ook de stipjes op Lisa’s jurk –  zeker ook hun aandacht trekken.

Horácek, P. (2007). Vlinder vlinder. Rijswijk: De Vier Windstreken.


voor-altijd-samenDit boek heeft vooral grafisch gezien een grote meerwaarde. Opnieuw maakt Horacek gebruik van uitsparingen en opnieuw zijn die erg ingenieus aangebracht waardoor ze jonge kleuters blijven boeien. Het verhaal zelf is erg eenvoudig. Twee wormen – die hebben wel geen pootjes maar kriebelen toch erg wanneer je ze op je hand zet – beginnen elk aan een kant van een peer te eten tot ze elkaar in het midden ontmoeten. Dat loopt uit op een gevecht waardoor ze in de knoop raken en voortaan alles samen moeten doen en delen. Het boek bevat ook een aantal flapjes waaronder verrassende elementen verborgen zitten. Gelukkig is het geheel stevig uitgevoerd.

Horácek, P. (2012). Voor altijd samen. Haarlem: Gottmer.


rupsje-nooitgenoegDe nu 87-jarige Carle heeft altijd veel van grote en kleine dieren gehouden. Daarom ook dat hij vier prentenboeken aan kriebeldiertjes gewijd heeft en daarnaast ook nog in een verhalenbundel een verhaal heeft over De knappe kniptor. Rupsje nooitgenoeg dat voor het eerst in 1969 werd uitgegeven is ongetwijfeld het beroemdst. De spin die het te druk had kan geen aandacht besteden aan andere dieren omdat ze het veel te druk heeft met het weven van haar web. Het eenzame vuurvliegje gaat nadat het geboren is naar andere vuurvliegjes. Maar vooraleer ze die ontmoet komt ze nog een heleboel andere dieren en lichtgevende dingen tegen. In De krekel die niet sjirpen kon zitten vermoedelijk het meeste andere kriebeldiertjes. De batterijtjes die in de laatste twee boeken zijn aangebracht, zorgen voor respectievelijk licht en geluid waar nodig en dus voor veel verwondering bij peuters en kleuters. Alle verhalen zijn geïllustreerd in de typische collagestijl van Carle. Het grote voordeel van deze vier verhalen is het feit dat ze ook al geschikt zijn voor de jongste kleuters omwille van de eenvoudige tekst en dat oudere kleuters andere elementen in deze prentenboeken zullen ontdekken.

Carle, E. (2006). De spin die het te druk had. Haarlem: Gottmer
Carle, E. (2016). Het eenzame vuurvliegje. Haarlem: Gottmer
Carle, E. (2015). De krekel die niet tsjirpen kon. Haarlem: Gottmer.
Carle, E. (2006). Rupsje nooitgenoeg. Haarlem: Gottmer.


9789025771973_frontRupsje nooit genoeg is een heuse klassieker die elke ouder en elke kleuteronderwijzer in Vlaanderen kent. Van de auteur, Eric Carle, is nu ter gelegenheid van zijn 90ste verjaardag een verzamelbundel verschenen waarin 4 van zijn verhalen over ‘kriebelbeestjes’ opgenomen zijn. Het gaat over De spin die het te druk had, Het eenzame vuurvliegje, De krekel die niet tsjirpen kon en De knappe kniptor. Omdat het om een verjaardagsbundel gaat heeft de uitgeverij enkel extraatjes toegevoegd. Denk aan recepten, een zoekpagina, knutselideetjes, … die aansluiten bij de verschillende verhalen. Het is een mooie bundel geworden die het vakmanschap van Carle opnieuw in de verf zet. 

Carle, E. (2019). Het grote boek van kleine beestjes. Haarlem: Gottmer.


mier-spaart-vriendenDe serie Supervrienden waarvan dit kartonboekje een deel is, is bedoeld voor peuters en jongste kleuters. Elk deel slaagt erin op een erg prettige manier de aandacht te vestigen op iets wat peuters kunnen leren zonder andere aspecten zoals schoonheid, vriendschap, … te verwaarlozen. In dit boekje toont Mier haar verzamelingen. Ze heeft er een heleboel. De kleinste verzameling is die van haar rozenbottels. Dat zijn er nl. 2. Mier heeft ook veren (5), hoedjes (3) en nog veel meer … Wel tien parasolletjes. Daarna komt als klap op de vuurpijl de belangrijkste – niet grootste – verzameling van Mier: haar  Supervrienden. Door de rustige opbouw – van 2 naar 10 – de beperkte tekst en de kleurige illustraties zonder al te veel details is dit boekje een must in elke peuterklas. (Naast vier kartonboekjes bestaat er ook een voorleesboek over de Supervrienden: Supervrienden, verhalen uit het Elzen-Eikenbos.)

Rempt, F. (2011). Mier spaart vrienden. Houten: Van Goor.


klein-insectenboekDit kartonboek is louter informatief opgevat. Het wil m.n. peuters en kleuters laten kennismaken met verschillende kriebeldiertjes die paginagroot met mooi kleurgebruik realistisch zijn weergegeven. Of het nu een vlieg, een wesp, een mier, een lieveheersbeestje of een libelle is, elk insect vraagt er haast om aangeraakt te worden. Dat biedt de mogelijkheid om vertrekkend vanuit de prenten met echte kriebeldiertjes aan de slag te gaan of omgekeerd peuters en kleuters te laten uitzoeken waar een bepaald echt kriebeldiertje in het boek te vinden is. De enige tekst bestaat uit de naam van het insect die in een hoek van de pagina gedrukt werd.

Botman, L. (2016). Klein insectenboek. Zeist: Christofoor.


wat-is-de-tuin-mooiHoewel de illustraties in dit boek niet natuurgetrouw zijn, opent het boek toch de wereld van de natuur voor peuters en jonge kleuters. Het basisgegeven is erg eenvoudig: een lieveheersbeestje verkent de tuin waarin het terechtgekomen is en ontmoet daar andere dieren. Peuters en jonge kleuters volgen wat het lieveheersbeestje ziet en kunnen op de illustraties een heleboel dingen aanwijzen en benoemen. Als ze daarna de kriebeldiertjes buiten of in een terrarium bezig zien, is de cirkel rond.

Hayashi, E. (2014). Wat is de tuin mooi. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


allemaal-beestjes-diterlizziDoorheen een prettig verhaal komen allerlei kriebeldiertjes aan bod. De aandachtige luisteraar en kijker komt in dit mooi geïllustreerde prentenboek niet alleen de namen maar ook een heleboel andere dingen te weten over kriebeldiertjes. Hoe ze kunnen vliegen of steken of zwemmen of zoemen… Daarna op de speelplaats of in de (school)tuin naar deze diertjes op zoek gaan, is natuurlijk de max! Omdat dit boek zeker ook een kijkboek is, is het ook geschikt voor kleuters vanaf 3 jaar.

DiTerlizzi, A. (2014). Allemaal beestjes.  Gent: Abimo.


Vervaeke liet zich eerder opmerken met ‘Tierenduin’, het grote kijkboek waarin de lezer talloze dieren kan ontdekken in een reeks silhouetten. Met ‘Fruitvliegje’ brengt zij een nieuw prentenboek op de markt met dezelfde kwaliteiten. Elke dubbele pagina bevat links een reeks kleine afbeeldingen van groenten en fruit en rechts een groot geïllustreerd kriebeldiertje. Wie goed kijkt, kan de volledige reeks groenten en fruit terugvinden in het kleurrijke insect. De felle kleuren op witte achtergronden geven het boekje een frisse uitstraling, die perfect past bij het gekrioel van kriebeldiertjes in de lente. ‘Fruitvliegje’ is mooi om naar te kijken, prettig om in te zoeken en leerzaam voor jonge ontdekkers. Redenen genoeg dus om het z’n weg naar kinderhanden te laten vinden.

Vervaeke, G. (2021). Fruitvliegje. Tielt: Lannoo.


OUDERE KLEUTERS

858x1200Maak kennis met Olle, de regenworm wiens hele omgeving en familie worden voorgesteld in het grote prentenboek dat zijn naam als titel draagt. In tekeningen boordevol details en belevenissen van de familie, leren we stelselmatig bij over de worm. Het boek wil veel tegelijk zijn: het bevat verhaallijnen van Olles familie, het is een zoek- en kijkboek en tegelijk is het een informatief prentenboek. Het is vooral in die laatste rol dat het prentenboek schittert. In eenvoudige tekst worden op elke dubbele pagina wetenswaardigheden over de worm met de lezer gedeeld. Zo kom je te weten dat wormen planten van natuurlijke mest voorzien, dat ze van fruit houden, maar niet van bananen, hoe vogels hen listig in de val lokken en hoe het gedrag van mensen hen het leven zuur maakt. Het boek is uitgegeven in kartonversie en bevatten grote, kleurrijke illustraties die niet altijd even geslaagd zijn. Ondanks de minder overtuigende tekeningen, zullen jonge kinderen de weetjes, kleine verhaaltjes en details graag ontdekken. ‘Olle de regenworm’ kan zo een boekenhoek of -kast vol kriebeldiertjes zeker verrijken.

Vitalie, R. (2021). Olle de regenworm. Amsterdam: Volt.


550x572Dit duidelijk geïllustreerde boek in heldere kleuren vertelt alles over het leven van een mierenkolonie en van de individuele mieren daarin. Ik geef enkele voorbeelden van de manier waarop dit boek is opgebouwd. Onder een duidelijke tekening van ‘een mier’ staat een kort zinnetje: ‘Dit is een mier’. Op de rechterbladzijde wordt dit zinnetje zo’n 20 maal herhaald en zie je telkens diezelfde mier iets doen: ze draagt een blad of een bes, veel groter dan zijzelf, ze knabbelt aan een felroze donut, ze sleurt samen met andere mieren een kleurpotloodje naar het nest, … Op andere bladzijden kom je bv. alles te weten over taken en gewoontes van mieren, over het ontstaan en de opbouw van een ‘mierenmaatschappij’, over het gewicht van alle mieren op aarde (Dat is ongeveer hetzelfde is als het gewicht van alle mensen op aarde.). Het allerbelangrijkste lijkt me echter dat het boek sympathie opwekt voor de mier die nu niet meteen het meest geliefde diertje is bij de mensen. Door de manier waarop geschreven en geïllustreerd is – vaak met veel humor – krijgt de lezer inzicht in het leven van mieren en in hun belang voor het milieu en dus ook voor de mens. Aanrader.

Bunting, P. (2020) De wereldse wijsheid van mier. Amsterdam: Condor.

De spin en de vliegDe spin zal en wil een klein vliegje in haar netten krijgen. Maar het vliegje is gewaarschuwd voor de spin en komt niet. Uiteindelijk – na een nachtje slapen – klinkt de spin zo verleidelijk dat het vliegje toch in het huis van spin binnengaat. Met alle gevolgen van dien… Leuk uitgewerkt verhaal op – niet storend – rijm dat het natuurlijke jachtinstinct van een spin mooi in de verf zet. Achteraan in het boek vind je een volledige bladzijde gewijd aan ‘grooming’, want dat is wat de spin eigenlijk doet. Maar of kleuters deze boodschap oppikken is twijfelachtig.

Kennes, L. (2017). De spin en de vlieg. Antwerpen: Van Halewyck.


Hier met die mier!

Op een dag fantaseert een miereneter bij het zien van een mier hoe hij zijn dagelijkse kost – mieren –  nu eens op een andere manier zou kunnen opeten. Zou het kunnen in een ijsje of op een spiesje of misschien wel tussen een broodje? En zo fantaseert die miereneter maar door. Jammer dat dat gedroom ervoor zorgt dat de mier kan ontsnappen… Beknopte tekst – 1 tot 2 zinnen per pagina – ondersteund door vrolijke tekeningen waarop telkens opnieuw schattige mieren staan afgebeeld. De trailer vat in een korte animatie verhaal en sfeer mooi samen: https://www.youtube.com/watch?v=94nJRj8HArI.

Naylor-Ballesteros, C. (2017). Hier met die mier! Amsterdam: Memphis Belle.


een-miljoen-vlindersAls Olifantje Stach op een nacht miljoenen vlinders ziet, weten zijn ouders dat het tijd is. Tijd waarvoor, dat verklappen ze niet, maar ze sturen Stach op reis. Omdat Stach niet weet waar hij naartoe moet, volgt hij de vlinders. Onderweg ontmoet hij verschillende andere dieren die misschien wel weten waarvoor die vlinders staan, maar het in elk geval aan Stach niet verklappen. Op een dag loopt Stach over een brug waarop een meisje staat. De vlinders zijn opeens verdwenen, maar hij voelt ze fladderen in zijn buik…
Het is duidelijk dat die boek eigenlijk over meer gaat dan over vlinders alleen. Het plaatst de vlinders in een ander dan het informatieve daglicht en dat maakt dit boek bijzonder.

Van de Vendel, E. (2013). Eén miljoen vlinders. Wielsbeke: De Eenhoorn.


pissebed-fredNet zoals zovele andere kinderen wil Bas verschrikkelijk graag een huisdier. Maar hij mag er geen houden op het appartement waar ze wonen. Wanneer Bas bij oma een pissebed onder een steen ontdekt, besluit hij dat pissebed te adopteren en een naam te geven: Fred. Vanaf dat moment gaat Fred overal met hem mee, alleen naar het appartement mag Fred niet. Hij moet bij oma blijven. Gelukkig weet oma wel een oplossing. De mooie illustraties van Harrie Geelen slagen er goed in de gemoedstoestand van Bas weer te geven en zorgen voor een harmonieus geheel met de tekst.

Dros, I. (2007). Pissebed Fred. Amsterdam: Querido.


blij-met-een-bijBijen en wespen worden vaak met elkaar verward en daarom zijn zowel volwassenen als kinderen ook onterecht bang voor bijen. Dat is niet anders in dit verhaal waarin een meisje erg schrikt wanneer een bij haar kamer binnenvliegt. Wat moet ze doen? De bij doodmeppen, de bij vangen? Ze besluit tot het laatste. Daarna gaat ze op zoek naar informatie over bijen en start de verzorging van de bij. Hoe meer ze over het leven de bijen te weten komt, hoe meer ze erdoor gefascineerd wordt. Zo droomt ze op een dag dat ze op de rug van haar bij naar een bloemenweide vliegt, daar bloemzaadjes verzamelt en deze over de stad uitstrooit. Het jaar daarna is de stad veranderd in een bijen-, vlinder- en vogelparadijs. Op een ongedwongen manier en zonder woorden gaat dit verhaal in op de actuele bijenproblematiek. Doorheen de illustraties ontdekken kleuters allerlei wetenswaardigheden over bijen. Achteraan in het boek is een kort informatief gedeelte over de bijenwereld voorzien.

Jay, A. (2016). Blij met een bij. Rijswijk: De Vier Windstreken.


de-spin-die-veel-scheetjes-laatWie alle dagen chili con carne eet krijgt zeker last van winderigheid. Dat is niet anders bij deze spin die in de illustraties voortdurend omringd wordt door blauwige wolkjes/scheetjes. Die stinken zo erg dat geen andere spin bij haar in de buurt durft komen. Tot een moedige spin met wasknijper op de neus het spinnetje anders leert eten. Hoewel er best grappige elementen zitten in dit prentenboek – vooral dan in de illustraties – is het grote bezwaar dat alle spinnen consequent met zes (6) poten getekend worden. Aandachtige kleuters zullen dit zeker merken.

Wesselink, F. (2016). De spin die veel scheetjes laat. Amsterdam: Moon.


houd-de-diefEen groepje exotische – wasbeer, nijlpaard, … – en eerder gewone dieren – spin, slak, …- is op weg langs het water. Stuk voor stuk ontdekken ze dat ze iets kwijt zijn. Maar wie is de dief? Waar verstopt die zich? Kleuters moeten samen met de voorlezer op zoek. De minimale tekst – enkele woorden per bladzijde – die echt met taal speelt, geeft telkens in het laatste woord een aanwijzing om te ontdekken wat de dief heeft meegenomen. Het boek bevat ook verschillende opdrachten zoals ‘tel de mieren’, ‘zoek de verschillen tussen linker- en rechterpagina’, ‘waar wordt de rups een vlinder?’, ‘vind de dief die erin slaagt van elk dier iets te stelen’. Het verhaal is een stapelverhaal waardoor de groep dieren op elke bladzijde groter wordt en de opdrachten uitdagender. Op het einde van het verhaal zijn alle verloren voorwerpen terug terecht behalve de appel van de wasbeer. Die zit verstopt op het schutblad naast de colofon van het boek waardoor kleuters ook aandacht krijgen voor het boek an sich. Heerlijk prentenboek om mee aan de slag te gaan rond kriebel- en andere dieren.

De Ruiter, E. (2016). Houd de dief! Hasselt-New York-Amsterdam: Clavis.


het-bijzondere-beestjes-boekAls 10-tallen kriebeldiertjes uit de bladzijden van een boek tevoorschijn komen is de aandacht meteen getrokken. Dat gebeurt in dit ‘Bijzondere Beestjesboek’ dat aan elk kriebeldiertje 2 bladzijden wijdt. De prachtige, gedetailleerde en vaak grappige illustraties gaan met de meeste aandacht lopen. Het is wel mooi meegenomen voor de (voor)lezer dat informatie betreffende het kriebeldiertje in kleine tekstblokjes tussen de illustraties staat. Ook in dit boek zijn een aantal zoekopdrachten opgenomen om het geheel extra uitdagend te maken. Mooi en leerrijk prentenboek.

Zommer, Y. (2016). Het Bijzondere Beestjes Boek. Rotterdam: Lemniscaat.


jakkes-een-spinHoofdpersonage in dit boek is geen volwassene met angst voor spinnen, maar een spin zelf. De spin heeft zich in een huis gevestigd en wil daar heel graag blijven wonen. Ze probeert aan de bewoners te laten zien hoe schoon ze is, hoe goed ze voor zichzelf kan zorgen, hoe nuttig ze is, maar de bewoners zetten haar telkens op nieuw buiten. Dus besluit de spin voortaan buiten haar webben te weven. Dat ontlokt de bewoners op een morgen zoveel bewondering dat de spin voortaan toch als huisgenoot/huisdier behandeld wordt. Omdat ze dat zo fijn vindt en het ook aan haar vriendjes-spinnen vertelt, ontstaat er een ware spinneninvasie in het huis en begint alles weer van voor af aan met ‘Jakkes, een spin!’. Leuk geïllustreerd boekje dat op elke bladzijde uitnodigt ‘de spin’ te zoeken. Daarnaast leert het boekje dat je eigenlijk voor spinnen niet bang hoeft te zijn.

Monks, L. (2004). Jakkes, een spin! Haarlem: Gottmer.


insectendetective-leuke-weetjes-en-handige-feite-n-over-kleine-beestjes-1Hoewel dit boek eigenlijk voor kinderen van de basisschool bedoeld is, kan het als informatief prentenboek ook in de kleuterklas gebruikt worden. Dat heeft te maken met de gedetailleerde manier waarop een heleboel kriebeldiertjes getekend worden door Maggie Li. Daarnaast bevat het boek ook een vergrootglas dat enerzijds bedoeld is om naar echte kriebeldiertjes te speuren maar anderzijds kleuters ook op een andere manier  naar de prenten in het boek kan laten kijken. Of het nu slakken, vliegen, wormen, wandelende takken of … zijn, steeds opnieuw worden deze dieren weergegeven tegen hun eigen achtergrond: in de lucht, op een tak, onder de grond, in het zand, tussen de blaadjes, … Als verteller krijg je een heleboel informatie via korte, grappige tekstjes, pijlen en trefwoorden. Achteraan in het boek is ook een verklarende woordenlijst te vinden. Heerlijk voor nieuwsgierige en weetgrage vijfjarigen!

Li, M. (2015). Insectendetective. Leuke weetjes en handige feiten over kleine beestjes. Baarn: Tirion Natuur.


kleine kriebelbeestjesHoe ontwikkelt een kriebelbeestje zich van ei over larf tot kriebeldier. Ditte Merle beschrijft deze ontwikkeling op een prettige en onderhoudende manier. Ze verweeft ook allerlei weetjes over kriebeldiertjes doorheen het boek. Bv. hoe kan een spin een web weven. Naast de spin komen mier, luis, lieveheersbeestje, bij, … en nog enkele andere kriebeldiertjes aan bod. Aangezien kleuters vaak veel interesse hebben voor dieren en diertjes die op, onder, in en boven de grond leven, kan dit boek voor hen het antwoord bieden op vele vragen.

Merle, D. (2000). Kleine kriebelbeestjes. Thorn-Enkhuizen: Cyclone Uitgevers.


van-mug-tot-olifantWie naar de eerste dubbele bladzijde van dit boek kijkt, is meteen verkocht. Er zijn wel vijftig verschillende dieren op te zien: klein en groot, gewoon en buitengewoon, bekend en onbekend. Doorheen het boek komen een heleboel aspecten van de verschillende dierenlevens aan bod: hoe worden ze geboren?, hoe verdedigen ze zich tegen vijanden?, hoe wonen ze?, wat eten ze?, hoe zorgen ze voor hun jongen?, … Erg fascinerend is de bladzijde waarop allerlei verschillende eieren getekend staan en op de volgende bladzijde zie je dan de verschillende dieren die uit zo’n ei tevoorschijn kunnen komen: een krokodil, een papegaai, een eendje, een vogelbekdier, … Kleuters zullen ook gefascineerd zijn door de uitwerpselen van verschillende dieren en op welke manier die opgeruimd worden. Het boek biedt vele mogelijkheden tot gesprek zowel individueel als in (klas)groep. Kijk zeker ook eens op https://www.youtube.com/watch?v=snvwqguO2hY. Daar wordt het boek verteld aan de hand van de prachtige illustraties.

Schubert, I. & D. (2014). Van mug tot olifant. Rotterdam: Lemniscaat.


de-grote-groene-weiTerwijl ze een vlinder achterna gaat, verdwaalt een klein meisje in een grote, groene wei. Met veel verwondering kijkt ze naar alles wat er in die wei te zien is. En daar zijn ook kriebeldiertjes bij…

Sakai, K. (2014). De grote groene wei. Wielsbeke: De Eenhoorn.


beer-is-op-vlinderBeer is verliefd op vlinder, maar wat hij ook doet: vlinder vindt het maar niks en wijst zo onbewust zijn liefde af. Wanneer Beer het ten slotte opgeeft en alles wat hij tot dan toe voor vlinder gemaakt heeft in brand steekt, slaat de vlam over. De illustraties versterken de fijne sfeer van het boek. Kleuters vanaf vier jaar krijgen doorheen dit verhaal wel geen informatie over vlinders – dit boek gaat eigenlijk over verliefdheid -, maar de luchtige sfeer past wonderwel bij het vlinderwereldje.


Van Haeringen, A. (2012). Beer is op vlinder. Amsterdam: Leopold.


feestEen prentenboek waarin kevers een mislukt en de andere insecten een geslaagd feestje bouwen, vormt een mooie aanvulling op de vele informatieve prentenboeken die rond insecten bestaan. Twee kevers bakken een heleboel taarten met de bedoeling een feestje te geven. Wanneer ze daarmee klaar zijn , beginnen ze zich af te vragen wie ze zullen uitnodigen. Maar op alle insecten hebben ze iets aan te merken: te brutaal, te dikke poten, … en  dus blijft er niemand over. Gelukkig laten de afgewezen insecten dat niet aan hun hart komen en bouwen die zelf een feestje met vlaggetjes, ballonnen en limonade. Prettig en mooi geïllustreerd verhaal.

Minne, B. (2005). Feest! Wielsbeke: De Eenhoorn.


klein-leven-bijenEen informatief prentenboek dat een bijenvolk volgt doorheen de seizoenen. De duidelijke tekst bevat woordenschat die voor vijfjarigen een meerwaarde is. Voor jongere kleuters moet de voorlezer hertalend aan de slag. De illustraties zijn paginagroot  en zeer uitnodigend. Op elke bladzijde staat een bijzonder weetje en aan het het einde van het boek vindt de lezer tips over de manier waarop hij kan bijdragen aan het voortbestaan van de bijen.

Evans, L. (2013). Klein leven: bijen. Antwerpen: De Vries-Brouwers.


the-beemanHetzelfde concept als in het vorige prentenboek: het leven van de bijen doorheen de seizoenen. Maar dit boek vertelt dit alles vanuit het standpunt van een klein meisje dat haar opa-imker volgt. De levendige illustraties spreken zeker tot de verbeelding en zorgen ervoor dat dit Engelstalig boek ook voor kleuters te begrijpen valt.

Krebs, L. (2009). The beeman.  Oxford: Barefoot Books Ltd.


het-bijenboekEen groot formaat informatief prentenboek over bijen. Hoe bijen leven en werken komt vooral duidelijk tot uiting in de 36 paginagrote illustraties van P. Socha, in Polen een beroemde cartoonist. Het verschil met de twee voorgaande ‘bijenboeken’ zit in het feit dat de auteur/illustrator zich niet beperkt tot de Europese bijenhouderij maar in heel de wereld naar bijenvolken en hun verzorging gaat kijken. Hoewel de tekst wat moeilijkheidsgraad betreft bedoeld is voor oudere kinderen, zorgen de illustraties ervoor dat ook kleuters echt geïnteresseerd zullen zijn.

Socha, P. (2016). Het bijenboek. Tielt: Lannoo.


frontImagesLinkBlijkbaar heeft de dochter van Bette Westera het literaire talent van haar moeder geërfd, want hun samenwerking resulteert in een opvallend knap boek dat ook enkele grenzen van de kinderliteratuur verlegt. ‘Toen rups een vlinder werd’ is een bundel met versjes, liedjes en verhalen over kriebelbeestjes, die samen ook één verhaal vertellen. Doorheen het boek volgen we Rups die zodra hij een mooie Vlinder wordt op zoek gaat naar Eendagsvlieg die hij ’s ochtends heeft leren kennen. Op zijn tocht door de tuin ontmoet hij verschillende beestjes die een inkijk geven in hun leven. Zo houden Oorwurm, Pissebed en Kakkerlak de eerste vergadering van de Nette-Beesten-Club waarin ze besluiten een clublied te schrijven om hun naamkeuze aanklagen. Hommel houdt een bloemenproeverij en de wandelende takken spelen verstoppertje. De mieren zijn uiteraard naarstig aan het werk en twee wevende spinnetjes zijn wel heel dikke vriendinnetjes. Het is een stralende dag in de tuin waar het leven z’n gangetje gaat, maar de uren van Eendagsvlieg zijn geteld … Djenné Fila tilt het vrolijke geheel naar een hoger niveau met bijzonder mooie illustraties in zachte kleuren die meer stralen naar het midden van het boek en tegen het einde van het verhaal beginnen te schemeren. Ze krijgt daar alle ruimte toe met paginagrote illustraties die af en toe verder uitgewerkt worden in dubbele pagina’s tussen de teksten in. De sfeervolle illustraties staan op zichzelf en sluiten tegelijk naadloos aan bij de informatieve versjes die met humor, veel ritme en taalplezier de bekommernissen van de allerkleinsten in beeld brengen. Dit dikkere prentenboek is werkelijk een plezier om in handen te hebben. De structuur geeft de lezer ook heel wat vrijheid: je droomt weg bij de prachtige prenten, grinnikt bij het lezen van een versje of leeft mee met de beestjes in een van hun verhalen. Zo doet het boek wat het inleidende versje belooft:

Het wiebelt, het vlindert,
het kriebelt, en het zindert,
het schuifelt, het scharrelt, het suist.

Het klappert, het wriemelt,
Het flappert, het friemelt,
het bromt en het snort en het ruist.

Het tjirpt en het ritselt, het zoemt en het zingt.
Het kruipt en het prikt en het danst en het swingt.

Westera, B. & Tieman, N. (2021). Toen rups een vlinder werd. Amsterdam: Volt.