Isa mag bij opa op de fiets. Heerlijk! Maar er zijn meer kinderen die dat willen en uiteindelijk ploetert opa verder met zes kinderen op de fiets: op de bagagedrager, op het stuur en de stang, voor hem op het zadel en uiteindelijk ook één kind in zijn nek. Dan krijgt de fiets een lekke band. Wat nu? De kinderen zorgen voor een oplossing door een kar te lenen die zij kunnen trekken en waarin opa en zijn fiets een plaatsje vinden. Bij opa thuis wacht oma met een ijsje. Eenvoudig en herkenbaar verhaal over een opa die geen ‘neen’ kan zeggen. De illustraties zijn gemaakt met kleurpotloden en scheurtechniek waardoor het geheel erg beweeglijk wordt.
Boonen, S. (2004). Met opa op de fiets. Hasselt: Clavis.
Slak, de burgemeester van Fietsstad – waar alles met de fiets gebeurt – , heeft een probleem. De Sterrenlichtparade vindt ‘s avonds plaats en nog niet iedereen heeft een uitnodiging gekregen. De Sterrenlichtparade is een fantastisch fietsevenement: een loopfiets, een tandem, een schoolbusfiets, een bakfiets en nog een heleboel andere grappige fietsen doen mee. Je mag als lezer mee op stap met burgemeester Slak. Op de eerste bladzijde krijg je een overzicht van alle dieren die nog moeten gevonden worden en op elke volgende bladzijde kun je één van die dieren vinden. Etta Olifant die bij haar tante in Fietsstad op bezoek is, is ook op elke bladzijde te vinden. Duidelijk dus dat het verhaal hier niet het belangrijkste is, maar wel het zoeken-en-vinden op de goed gevulde pagina’s. Op de schutbladen vind je allerlei verschillende soorten fietsen met hun naam erbij.
Farrell, A. (2018). Fiets! Amsterdam: Moon.
Na een feestje blijkt de fiets van een jongen – verkleed in een berenpak – gestolen te zijn. De jongen gaat op zoek, ruilt zijn berenpak tegen een andere fiets en slaagt er uiteindelijk in de fietsendief te klissen. Tekstloos prentenboek waarin herkenbare sprookjesfiguren en vele soorten fietsen voorkomen. Op de prenten in de onnavolgbare stijl van Charlotte Dematons valt veel te ontdekken zowel ’s nachts als overdag.
Dematons, C. (2008). Fiets. Amsterdam: Stichting CPNB.
Kip Zwaan woont samen met een aantal andere dieren bij Mevrouw De Haan. Zwaan wil graag een fiets voor haar verjaardag, maar dat blijkt niet zo eenvoudig te zijn. Uiteindelijk vindt mevrouw De Haan een zingende koopman – wie goed luistert naar zijn lied hoort dat de man o.a. gitaren zonder snaren die niemand hoeft te stemmen en fietsen zonder remmen verkoopt – die een fiets voor Zwaan wil maken. Zwaan wordt opgemeten en op de ochtend van haar verjaardag staat er een mooi verpakt cadeau klaar: een echte fiets. Zwaan is reuzeblij en doet voortaan alle boodschappen met de fiets tot ze op een dag moet remmen… De tekst is ritmisch en prettig voor te lezen. De illustraties zijn erg bijzonder: denk aan de rode kamhoed die mevrouw De Haan typeert, een stokoude schildpad met een baret, een sprekende koffiekan, een hond met een geruite jas, … Stuk voor stuk sprekende figuren.
Beluister het verhaal op: Zwaan wil een fiets!, Daniel Barbot | 9789025753481 | Boeken | bol.com
Barbot, D. & Posthuma, S. (2013). Zwaan wil een fiets! Haarlem: Gottmer.
Papa maakt graag fietstochtjes met zijn zoontje David achter op de fiets en de hond Murf in het fietskarretje. Maar David vindt achter papa’s rug zitten steeds vervelender en wil zelf fietsen. David op die grote fiets gaat niet zo lang goed, want ze belanden met zijn drieën onderaan de dijk. Dus bedenkt David iets anders en nog iets anders en nog… maar telkens gaat het mis. Tot het laatste idee van David: papa voorop! Dat blijft goed gaan en iedereen is tevreden. Ook David want die vindt van zichzelf een bijzonder goed idee. Grappig verhaal waarin de vader wel als een goedzak wordt voorgesteld wat een tikje ongeloofwaardig is. Stripachtige illustraties.
Seidell, R. (2020). Ik heb een beter idee. Hasselt: Clavis.
De reeks ‘Willewete’ is op deze website al meermaals aan bod gekomen. Dit boekje is er weer een onderdeel van meer bepaald van de pijler:’ Vee te doen, elke dag nodig.’ Het is dus een informatief prentenboek dat voorligt, waarin een kort verhaal als inleiding wordt gebruikt om feiten over de fiets te vertellen bv. hoe is de fiets ontstaan, welke soorten fietsen bestaan er, waarvoor wordt de fiets gebruikt, fietsen als sport, … De middenpagina kan opengevouwen worden waardoor een grote afbeelding van een fietsenwinkel ontstaat. Het boek bevat ook 2 versjes, een miniquiz om te kijken of de informatie begrepen werd en een klein aantal doe- en zoekopdrachten.
Arnoldussen, L. (2016). De fiets. Hasselt: Clavis.
Bet is haar driewieler beu en haalt bij de fietsenmaker een ‘echte’ fiets. Maar daarop recht blijven blijkt niet zo eenvoudig. Voorbijgangers kunnen haar niet helpen maar gelukkig is er nog oma Mona. Die zorgt ervoor dat Bet ‘blijft doorfietsen’. Een eenvoudig verhaal dat erg vlot leest en kan voorgelezen worden en dat je als het ware zonder dat je er erg in hebt, inwijdt in de wereld van de fietsen en het fietsen. Gregie De Maeyer won met dit boek de Staatsprijs voor Jeugdliteratuur. Hij overleed in 1998 en n.a.v. dat 20-jarig overlijden werd dit boek – in een band met twee andere van zijn boeken ’In de put’ en ‘Mama?’ – in 2018 heruitgegeven.
De Maeyer, G. (2018). Fietsen. Leuven: Van Halewijck.
In dit hilarische prentenboek dat behoorlijk wat tekst bevat, maken we kennis met Dirk en zijn drie opa’s. Dirk heeft ook drie oma’s, maar die werden zo gek van de drie opa’s dat ze aan de overkant van de straat zijn gaan wonen. De drie opa’s hebben voor Dirk een krakkemikkige fiets in elkaar gezet. Daarmee moet Dirk naar school. Wanneer Dirk opmerkt dat zijn fiets toch wel erg gammel is, beginnen de opa’s tegen elkaar en tegen Dirk op te scheppen op wat voor vreselijke fietsen zij veel verder naar school moesten. Van vierkante, houten wielen over 1 trapper tot enkel een stang om naar school te hoppen. De reisweg was ook niet van de poes: de hoogste bergen, het meeste sneeuw, zoveel regen dat je een snorkel nodig had en de school lag ellendig ver weg. Zo ver dat je niet alleen erg vroeg moest opstaan maar dat je moest opstaan net voor je naar bed zou gaan. En zo gaat dit heerlijke prentenboek nog een beetje verder in overdrijvingen. De opa’s zien er op zijn zachtst gezegd excentriek uit en nemen een belangrijke plaats in op de illustraties in verschillende formaten. Vier- en vijfjarigen (met of zonder fantasie) zullen hiervan genieten!
Klik hier om de voorgelezen versie te bekijken.
Schutten, J. P. (2015). De beste geweldigste meest fantastische opa’s ter wereld. Haarlem: Gottmer.
Prentenboek in oblong-formaat met gestileerde maar erg mooie illustraties waarin vooral grijstinten een hoofdrol spelen. Die grijstinten worden opgefleurd met rode accenten. Helemaal op het einde van het verhaal verdwijnen ze en worden ze vervangen door rozerood, oranje en blauwe tinten.
Een jongetje dat zich verveelt gaat op straat fietsen op zijn fietsje met zijwieltjes en ontmoet daar een soort beer die als een vaderfiguur met hem omgaat. Het vreemde is wel dat die beer alles verslindt wat hem voor de mond komt. Uiteindelijk moeten ook de zijwieltjes eraan geloven. Zo leert het jongetje fietsen. Daarbij worden alle moeilijkheden, frustraties en overwinningen op zichzelf duidelijk in beeld gebracht. Of het het jongetje zal lukken en of de man met het rode hoedje echt bestaat of alleen in de fantasie van het jongetje? Dat kom je te weten als je dit prachtige boek (voor)leest. Een kleine tip: je kunt (een deel van) de prachtige illustraties al eens bekijken op: https://baeckensbooks.com/catalogus/ik-leer-fietsen/
Peton, S. (2018). Ik leer fietsen. Mechelen: Baeckens Books.
Op een dag besluit Eend dat zij met de fiets wil rijden. Dus neemt ze de fiets van het zoontje van de boer en fietst voorbij een heleboel boerderijdieren. Die vinden dat Eend zich aanstelt. Wanneer een bende kinderen toevallig met de fiets aankomt op de boerderij en er hun fietsen onbeheerd achterlaten, proberen de andere dieren ook te fietsen. Meer dan dit heeft het verhaal niet om het lijf, maar de heldere illustratiestijl die per dubbele pagina telkens Eend op de fiets en een boerderijdier waar ze langs fietst centraal stelt, zorgt ervoor dat ook peuters reeds aan de slag kunnen met dit boek al is het enkel om de verschillende dieren te benoemen.
Shannon, D. (2014). Eend op de fiets. Rotterdam: Lemniscaat.
Willem en Boese zijn de beste vrienden maar ook die maken wel eens ruzie. Op een dag, tijdens zo’n ruzie, roept Willem: “Ga toch fietsen!” en dat doet Boese. Hij fietst en fietst en fietst door allerlei landschappen en door allerlei (verkeers)situaties. De illustraties beslaan telkens een dubbele bladzijde in dit grote prentenboek en krioelen van voertuigen bestuurd door dieren en dieren in alle mogelijke situaties. Daardoor is Boese vinden al een opdracht op zich. De tekst is in dit boek niet zo belangrijk behalve dan dat hij aanduidingen – meestal doordenkertjes -geeft van waar Boese zich bevindt. Prachtig geïllustreerd prentenboek dat in het kader van verkeersopvoeding op een erg prettige manier een substantiële bijdrage kan leveren.
Akveld, J. (2014). Ga toch fietsen! Amsterdam: Querido.
“Leer van Kasper hoe je zelf je lekke band kunt repareren.” staat er op de achterflap van het boek. En dat klopt helemaal! Kasper en Flip willen picknicken en nemen daarvoor hun fiets. Onderweg krijgt Flip een lekke band. Gelukkig hebben ze naast de picknickmand ook het fietsreparatiesetje meegenomen. Stap voor stap laat Kasper aan Flip zien hoe je een lekke band plakt. Een typisch boekje in de reeks over Kasper waar altijd een element van techniek aanwezig is. Denk aan ‘Kasper wil timmeren’, ‘Kasper in de werkplaats’, ‘Kasper de bakker’ of ‘Kasper de schilder’.
Klinting, L. (2013). Kasper de fietsenmaker. Utrecht: Veltman.
Dit verhaal gaat over een wielerwedstrijd maar tegelijkertijd ook over het zoeken naar een evenwicht tussen anderen helpen en tegemoet komen aan je eigen noden en behoeften. Emilie heeft Eric uitgenodigd om samen naar de finish van de tijdrit te kijken. Ze hoopt ook op een picknick achteraf. Eric is heel blij en vooraleer te vertrekken laadt hij een tas vol spullen: twee fietsbanden neemt hij mee, een kompas en een verbanddoos, een bos bloemen voor zijn liefste Emilie, een ballon en enkele snoepjes. Raar toch maar ja … Onderweg naar Emilie blijkt de wedstrijd al begonnen en komt hij midden in het peloton terecht. Daar zitten wel enkele wielrenners met pech. Gelukkig kan Eric hen allemaal helpen met de spullen uit zijn tas. Maar dan ziet Eric hoe laat het al is en om zeker Emilie aan de finish niet te mislopen, zet hij een sprintje in. Compleet toevallig wint hij zo de tijdrit en dat levert hem een erg mooi boeket op. Gelukkig maar want van de bos bloemen voor Emilie rest er niks meer dan enkele stelen. Emilie weent ondertussen tranen met tuiten omdat Eric niet is komen opdagen maar dat klaart snel op als hij verschijnt met het mooie boeket. Naast een prettige tekst bevat het boek ook bijzondere illustraties: fijne zwarte lijntjes hier en daar ingekleurd met zachte tinten waterverf zorgen voor herkenbare taferelen waar je zelf nog veel kunt bij denken.
Waters, R. (2013). De tijdrit. Amsterdam: Van Goor.