Prentenboeken ‘Draken’

550x428Marcus Pfister is erg beroemd als schrijver van prentenboeken. Denk aan de hele serie rond ‘De mooiste vis van de zee’,  aan ‘Max en de toverstenen’ of aan de serie rond ‘Pit, de pinguin’. Het nieuwste prentenboek van zijn hand gaat over een kleine stadmuis die zijn vriendinnetje op het plaateland bezoekt en daar geconfronteerd wordt met ‘een monster’. In elk geval een draakachtig wezen met een lange staart die als een zweep door de lucht knalt, puntige hoorns en als hij brult, beeft de aarde. Zoë twijfelt aan Micks’verhaal. Zou het niet eerder om Bertha, de koe gaan? Misschien heeft Mick nog nooit een koe gezien … Of hoe fantasie van kinderen echt wel op hol kan slaan. Het verhaal is op een klassieke maar toch bijzondere manier geïllustreerd. Vooral de manier waarop ‘het monster’ zich omvormt tot een koe is meesterlijk. De manier waarop het verhaal is opgebouwd, geeft je als verteller veel kansen om bij het omslaan van elke pagina met je stem en mimiek spanning op te bouwen en de kleuters op het puntje van hun stoel te laten zitten.

Pfister, M. (2020). Mick en het monster. Rijswijk: De Vier Windstreken.


550x645Wie in de kleuterschool rond ‘draken’ werkt, kan niet om dit boek heen. Al vanaf de schutbladen zie je hoe bijzonder dit boek is. De schutbladen staan vol met drakenschubben – net zoals de rest van de illustraties in dit boek getekend met een blauwe BIC-balpen. Het verhaal zelf is gebaseerd op een oud Zen-verhaal dat de vraag naar geluk stelt. Het gaat over het leven van Meneer Long die in het Jaar van de Draak (dat brengt geluk) geboren is. Dat heeft gevolgen voor Meneer Long want … Als jongen at, liep, zong en sliep meneer Lóng al als een draak. ‘Vliegen lukt nog niet zo goed,’ zei hij, ‘en ook op mijn vuurspuwen moet ik nog oefenen.’ Maar hij voelde zich een draak in hart en nieren, al kon je dat niet aan hem zien. Naarmate Meneer Long ouder wordt, blijft zijn voorliefde voor draken bestaan tot de dag dat er een echte draak op bezoek komt … De tekst van het verhaal is beknopt maar komt in zijn beknoptheid toch poëtisch over en slaagt erin de Oosters-exotische kant van het verhaal te benadrukken. Meesterlijk zijn de illustraties in blauwe balpen die een sfeer weten op te roepen die volledig bij dit van oorsprong Oosterse verhaal past. Komt daarbij dat de vormgeving van dit boek ook erg geslaagd is: eierschaalkleurig, dik papier, tekst in hetzelfde balpenblauw als de illustraties, groene letters op de cover, … Eigenlijk een prentenboek voor alle leeftijden.

Van Haeringen, A. (2019). De dag waarop de draak verdween. Amsterdam: Leopold.


550x643Sofie wil helemaal geen gemene draak zijn die met haar vuur dingen stuk maakt en op koude rotsen woont. Ze besluit een nieuwe woonplaats te zoeken en ontdekt een weide vol prachtige bloemen. De dieren die in die weide wonen, willen Sofie daar weg want ze zijn ervan overtuigd dat alle draken gemeen zijn. Sofie probeert hen van het tegendeel te overtuigen maar in haar onhandigheid doet ze zoveel verkeerd, dat de dieren haar niet echt geloven. Tot de dag dat er op de weide een aantal echt gemene draken landen om de dieren daar aan te vallen … Sfeervol geïllustreerd verhaal over een niet zo bijster origineel onderwerp, maar een lieve draak heeft ook zijn rechten in de prentenboeken.

Lambert, J. (2018). Kijk uit, een draak! Utrecht: Veltman Uitgevers.


550x651Hoofdpersonage in dit verhaal is een draak die voor 1 keer eens niet overwonnen wil worden door dappere ridders maar zelf de held wil zijn. Daarom gaat hij op zoek naar sprookjesfiguren die hij kan redden: Hans en Grietje van de heks, de 3 biggetjes van de wolf, en ga zo maar door. Ook Jaap uit ‘Jaap en de bonenstaak’ zegt dat hij de hulp van de draak niet kan gebruiken. Maar dan verschijnt opeens de reus uit dat sprookje want hij ruikt drakenbloed … Jaap en de draak zijn doodsbang, maar gelukkig moet de reus opeens niezen waardoor de zon uitdooft en iedereen in het donker zit. De sprookjesfiguren willen nu de draak als held die hen kan redden. De draak twijfelt of hij die rol wel wil opnemen maar doet het uiteindelijk toch. Draak steekt al vuurspuwend de zon terug aan en wordt zo ongewild de held van dit verhaal. Erg humoristisch en prettig verteld verhaal met telkens opnieuw de herhaling ‘Nee, nee, in dit verhaal zit geen draak!’ Erg dynamische en kleurrijke illustraties en de gezichtsuitdrukkingen van de draak spreken boekdelen.

Carter, L. (2017). Geen draak in dit verhaal. New York/Hasselt/Amsterdam: Clavis.


550x714Eén van de klassiekers van de veel te vroeg gestorven Lieve Baeten is opnieuw uitgegeven. Het boek valt op door zijn gedetailleerde illustratiestijl in warme kleuren. Op een prettige manier weet de auteur de sfeer op te roepen die in onze fantasie een drakenkolonie boven op een berg verondersteld is te hebben. In die drakenkolonie wonen oudere en jongere draken samen. De jongere draken moeten nog veel oefenen en bij kleine draak – 1 van de hoofdpersonen in dit verhaal –  zijn er nog een heleboel werkpunten. Daarom besluit mama draak in het dorp een mensenkind te gaan halen. Op hem kan kleine draak dan oefenen. Mama draak vliegt langs de huizen en snuffelt tot ze kinderkleding, kinderspeelgoed en kinderkoek ruikt en neemt dan Beppo met zich mee. Vreemd genoeg lijkt Beppo dat helemaal niet erg te vinden. Ook wanneer kleine draak vuur spuwt vlak bij zijn gezicht is hij niet onder de indruk. Meer nog, Beppo en kleine draak sluiten vriendschap en samen vormen ze een te duchten duo. Goed verteld verhaal in een mooie taal en met een goed opgebouwde spanningsboog.

Baeten, L. (2017). Kleine Draak. Wielsbeke: De Eenhoorn.


550x752In het dorp Zozaai is elke dag dezelfde en gebeurt er niets spannends. Tot op een dag vleugels en harige poten en klauwen worden gesignaleerd. Teun gaat op zoek naar dat ‘monster’. Maar wanneer hij het ontdekt blijkt het helemaal niet zo monsterlijk te zijn. Of zoals de draak uit het verhaal het zelf zegt: ‘Ach, iedereen is anders, en niets lijkt op wat het is. Soms denk je iemand te kennen, en heb je het helemaal mis’. Dat is niet naar de zin van de stiefmama van Teun. Zij had gehoopt op een mediacircus in het dorp en om dat alsnog te krijgen leert ze de draak hoe hij zich monsterlijk moet gedragen. Het mag duidelijk zijn dat het thema van dit prentenboek ‘vooroordelen’ is. Het werd geschreven op basis van een theaterstuk dat de auteur en acteur Haayema al eerder opvoerde. De illustraties zijn van de hand van een kunstenaar – Marius van Dokkum – die nooit eerder voor kinderen tekende maar nu wel een stijl vindt die mooi aansluit bij dit verhaal dat af en toe wel grappig is.

Haayema, M. (2015). De vriendelijke draak. Amsterdam/Maastricht: Azul Kids.


550x820De papa van Edo is een ‘monstervanger’. Vandaag mag Edo voor het eerst mee op jacht. Ze gaan naar een klein dorp waar het monster gesignaleerd is. Daar bevraagt papa eerst de inwoners. Hij besluit dat het om een groot monster moet gaan en zegt dat Epo in het dorp moet blijven. Dat vindt Epo niet eerlijk en hij gaat zelf op zoek. Daarbij ontmoet hij een klein, aardig monster dat best wel wat bang is. Maar samen met Edo voelt het monster zich sterk. Illustraties in felle kleuren waarop wel wat mogelijke  verwijzingen te zien zijn naar oude Inca- en Mayaculturen sluiten mooi aan bij de tekst die geschreven is voor AVI M4.

Lammers, P. (2018). Het grote kleine Monster. Wielsbeke: De Eenhoorn.


550x652Wie op zoek is naar wat tegengewicht voor roosgekleurde, zoete prinsessenboeken is met dit boek aan het juiste adres. Doorheen 7 sprookjes komen 7 feministische prinsessen aan bod die helemaal niet bang zijn van draken. Meer zelfs: ze jagen hen op de vlucht (prinses Slaapmuts), ze zetten zelf een ontvoering in scène (prinses Dorinde) of toveren zelf een draak uit hun computer (prinses Zilverschoon). Want alle 7 vinden ze prinses zijn ‘een saai beroep’. In de illustraties is er van roze tinten geen sprake – de illustrator opteert voor aardse kleuren – zien de draken er helemaal niet schattig of vriendelijk uit en de prinsessen die beschikken over gouden televisieschermen én internet, zijn alles behalve doetjes. Van dezelfde auteur en bij dezelfde uitgeverij: Ridders en draken.

Björk, C. (2011). Prinsessen en draken. Hoorn: Hoogland & Van Klaveren.


550x575De auteur wil door middel van dit boek het vertellen van ‘sagen’ levend houden. Met het oog daarop bedenkt ze bij bekende ridders zoals Tristan, Arhur, Siegfried, Joris en Heimdall avonturen die zij tijdens hun jonge jaren zouden kunnen meegemaakt hebben. Op die manier bevatten deze nieuwe ‘sagen’ ingrediënten die in de oorspronkelijke ridderverhalen voorkomen en op die manier al een aanzet naar die oorspronkelijk sagen vormen. Denk bv. aan de ronde tafel van Arthur. Elk verhaal start met een portret van de ridder waarover het verhaal gaat, bevat 1 paginagrote illustratie en nog enkele kleinere illustraties tussen de tekst. Zoals de titel aangeeft, zijn er in elk verhaal ook draken van de partij. Zij worden in aardkleuren afgebeeld en ze maken wel indruk maar zijn nooit afschrikwekkend. Om de cirkel rond te maken, brengt de auteur in het laatste verhaal de zeven ridders samen. 

Björk, C. (2014). Ridders en draken. Hoorn: Hoogland & Van Klaveren.


550x611-1Wil je alles te weten komen over verschillende soorten draken, wil je ontdekken hoe je draken fit houdt, wat hun lievelingseten is, welke soorten en grootten van draken er bestaan, hoe je hen manieren kunt leren, hoe je op hen kunt rijden, … dan kun je terecht in dit boek. Met een uitgebreide inhoudstafel waarin je alles kunt opzoeken wat je wil weten, opent deze wonderlijke encyclopedie die een inkijk geeft in de mysterieuze wereld van de draken die leven van het Westen tot in Tibet. De illustrator, Anna Lang, zorgt voor de nodige magie door het kleurgebruik dat ze hanteert en door hier en daar details bv. het oog van een draak, op een volledige pagina uit te tekenen. Zelfs al is de tekst vaak te moeilijk voor kleuters, de fascinerende kleurtekeningen doen op zich ook hun werk. ‘Informatief’ boek voor wie alles over draken te weten wil komen.

Magrin, F. (2019). Het complete drakenboek. Fontaine Uitgevers.


550x604Op de achterflap van dit boek lees je: Ze hebben het lijf van een slang en de vleugels van een vleermuis. Ze zijn boeiend maar ook angstaanjagend. Ze spuwen vuur, stinken naar zwavel en zaaien overal onrust! Genoeg is genoeg! Tijd om tot actie over te gaan! Sla snel dit boek open en leer hoe je een draak verslaat! Het is duidelijk: dit is echt een vrolijk prentenboek waarin op een humoristische manier angst voor draken te lijf gegaan wordt. Hoe vermorzel je draken? Je kunt ze verblinden met een spiegel,  je kunt bij een meerkoppige draak proberen hun nekken in de knoop te krijgen, je kunt reuze-omeletten bakken van drakeneieren of een babydraak roven en opvoeden zodat je iedereen de stuipen op het lijf kunt jagen. De tekst is zeker niet te uitgebreid en de illustraties vertellen hun eigen verhaal. Er is dus heel veel te zien in dit grappige prentenboek. Eerder verschenen in deze reeks ook boeken over het vermorzelen van piraten, dino’s, heksen.

Leblanc, C. (2014). Hoe vermorzel je draken? Antwerpen: Ballon Media.


Vigo's vliegende boekwinkelEen ode aan boeken en het (voor)lezen. Een draak is wild van boeken; zijn voordeur bestaat uit boeken, hij leest ‘s nachts voor bij het licht van de vuurvliegjes – die volgens draak ook van verhalen houden – en bij het licht van de maan. Dat lukt hem gemakkelijk omdat hij vleugels heeft. Hoewel de verhalen draak warm houden voelt hij zich toch eenzaam en daarom besluit hij op zoek te gaan naar luisteraars. Hij wil zo graag voorlezen maar in het dorp waar hij terecht komt, is iedereen bang van hem. Tot hij op een dag Luna ontmoet, een onverschrokken meisje Samen vatten ze het plan op een bijzondere boekwinkel te openen. Een boekwinkel op de rug van draak …

Campbell, J. (2018). Vigo’s vliegende boekwinkel. Utrecht: Veltman.


550x559Alex kan zijn ogen niet geloven wanneer hij achter de trap in de kelder een draak ontdekt. Een draak als huisdier?! Dat is nu net wat hij altijd al wilde! Maar hoe ga je om met al dat vuur in huis? En wat geef je zo’n draak te eten? Alex kruipt in zijn pen en schrijft brieven naar al wie hem kan helpen. In het boek zelf vind je enveloppen terug waarin je telkens een brief met het antwoord vindt. Geweldig hoe de omslagen, de lettertypes en handschriften en de schrijfstijl aangepast zijn aan de verschillende verzenders. De tekeningen zijn fris met het vrolijke kleine jongetje en de grote oranje draak constant in de kijker. Het verhaal zelf heeft niet veel om het lijf, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de originele vorm en de ontdekkingen in de gevarieerde reeks brieven. De taalleraar in ons kan trouwens niet anders dan  in de brieven en woordspelingen talrijke kansen tot taalbeschouwing zien. 

Yarlett, E. (2019). Drakenpost. Utrecht: Veltman.


koning-koen-en-de-draakKoning Koen en de ridders Joris en Casper bouwen samen in de tuin een prachtig fort met een vlag en een brug van karton. Samen bevechten ze draken en monsters. Samen eten ze een lekkere picknick. Dan valt de avond en komen de reuzen. Eerst komt een reus – zijn papa – Joris ophalen en al snel verschijnt een tweede reus – de mama van Casper – om Casper op te halen. Koning Koen blijft alleen achter en wordt toch een beetje bang van de geluiden die hij hoort en de schaduwen die hij ziet. Wanneer op het tuinpad opnieuw een reus verschijnt, begint koning Koen te gillen. Gelukkig blijkt de reus zijn vader te zijn … want ook drakenvechters moeten naar bed. In dit eenvoudige maar erg sfeervolle verhaal zijn de natuurgetrouwe illustraties van Helen Oxenbury een grote meerwaarde. Zij zorgen ervoor dat je kunt zien hoe dapper de drakenvechters wel zijn vooral omdat de monsters en draken indrukwekkend zijn voorgesteld. De ritmische tekst is goed voor te lezen. 

Oxenbury, H. (2013). Koning Koen en de draak. Rijswijk: De Vier Windstreken.


550x811Een draak verslaan, dat wil Ridder Roel het liefst van alles op de wereld. Daarom gaat hij op zoek naar een draak en zo ontmoet hij de oude draak Breekhoorn en daagt hem uit. Maar als de draak Roel ziet staan wil hij zelfs niet met hem vechten: zijn zwaard is te klein, hij is zelf te klein en hij heeft geen schild. Ridder Roel laat dit niet aan zijn hart komen: hij zoekt een reuzegroot zwaard, tikt een schild op de kop en meet zichzelf een harnas aan waarin hij nog amper kan bewegen. En dan … heeft Roel geen zin meer in een gevecht en sluit hij vriendschap met de oude, eenzame draak. Ze babbelen en doen spelletjes en Ridder Roel verslaat de draak dan toch nog … tijdens een spelletje schaak. Dit leuke boek bevat mooie illustraties bij een prettig verteld verhaal. 

Dijkstra, A. (2016). Ridder Roel de drakenvechter. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


De ridder die niet wilde vechtenIn dit verhaal is Ridder Leo dol op boeken en helemaal niet dol op vechten. Zijn ouders vinden dat niet oké voor een ridder en sturen hem op pad om een draak te doden. Ridder Leo neemt naast zijn wapenrusting ook enkele boeken mee. En die komen hem goed van pas: eerst weet hij door voor te lezen een griffioen te verslaan. Ook de draak en de trol kan hij overtuigen dat vechten nergens voor nodig is. Leuk verhaal waarin een kleine muis – ridder Leo – het weet op te nemen tegen veel grotere dieren. De illustraties roepen een soort middeleeuwse sfeer op, wat de fantasie van kleuters ongetwijfeld prikkelt. En net zoals het prentenboek ‘Het boekenliefje’ van dezelfde auteur houdt ook dit boek een pleidooi voor voorlezen. 
Docherty, H. (2016). De ridder die niet wilde vechten. Hasselt/New York/Amsterdam: Clavis.


Held-op-sokken-coverDe middeleeuwse ridders in Held op sokken hebben lange baarden. De jonkvrouwen staan in de rij om hun heldhaftige verhalen te aanhoren. Ridders zonder baarden tellen niet mee. Ze zijn enkel goed voor de vaat, de poets, de moestuin… Gelukkig is er slechts één ridder die noch een baard, noch straffe avonturenverhalen heeft. Toch stapt hij als eerste met een van de jonkvrouwen in het huwelijksbootje. Het geheim zit in zijn recept voor heerlijke drakenballen.

Westera, B. (2013). Held op sokken. Haarlem: Gottmer.


CV-Draak-zonder-titel.inddDrie een beetje dommige ridders beloven de koning dat ze de draak zullen verslaan. In het donker gaan ze op weg bij het licht van een kaars. Draken zijn volgens de ridders heel herkenbaar, dus als ze een schaduw zien, stormen ze erop af. Maar de ene keer gaat het om een berg worteltjes bewaakt door slapende konijnen, de volgende keer om vogels die met hun staart omhoog op een palmboom slapen of drie beren slapend tegen een boom vol eekhoorns, kortom, ze vinden de draak niet. Dus besluiten de ridders dat de draak ongetwijfeld al op de vlucht geslagen is toen hij hen zag naderen. Dat zullen ze melden aan de koning en dan… Met felle kleuren geïllustreerd wanneer de kaars het tafereel verlicht, de overige bladzijden enkel in blauw en zwart – het is tenslotte nacht – , zorgen ervoor dat de spanning wordt opgebouwd. De ridders spreken in rijm zonder dat het stoort en de slimme vondsten van op een draak gelijkende slapende dieren die door de ridders voor een draak worden aanzien, zorgen voor veel grappige momenten in het boek. 

Timmers, L. (2019). Waar is de draak? Amsterdam: Querido.


550x800Eise houdt veel van dieren en lezen over dieren doet hij het liefst. De buurjongen van Eise, Hubert-Jan, is rotverwend. Hij moet maar iets zeggen en zijn moeder loopt al naar de winkel om het voor hem te kopen. Daarom ook heeft Hubert-Jan hokken vol dieren waarnaar hij niet omkijkt. Maar ook Eise mag natuurlijk niet in de buurt van de dieren komen of er voor zorgen. Dus broedt Eise op een plan. Hij zal voor zichzelf een dier vinden dat Hubert-Jan niet heeft en dolgraag wil. Na drie dagen keert Eise terug van de kale berg … Veldkamp is een prentenboekenauteur die op een schijnbaar eenvoudige manier een taalrijk verhaal vertelt. Tel daarbij de illustraties van Alice Hoogkamp en je bent zeker van een parel van een prentenboek!

Veldkamp, T. (2019). Draken zijn niet te koop. Rotterdam: Lemniscaat. 


FabeldierenWie houdt van boeken die er luxueus uitzien, wat formaat betreft uit de band springen en met letters in gouddruk, komt met dit boek over fabeldieren echt aan zijn trekken. Als je je afvraagt waarom je in de 21ste eeuw nog zou kiezen voor een boek over fabeldieren, moet je even stilstaan bij het feit dat al die vreemde wezens die er in verschillende culturen altijd wat anders uitzien, uiteindelijk aan de mensheid hetzelfde willen vertellen: angsten en verlangens zijn er overal en iedereen zoekt antwoorden op universele vragen. Die universaliteit wordt bij het begin van het boek meteen duidelijk. Een grote wereldkaart toont waar welke fabeldieren voorkomen en hoe ze met elkaar verbonden zijn. Floortje Zwigtman slaagt erin al die vreemde wezens op een heel nuchtere manier te beschrijven. Daarnaast vertelt ze ook verhalen die over die vreemde wezens bestaan en geeft ze allerlei weetjes mee die ervoor zorgen dat je ongeloof stilaan verdwijnt en plaats maakt voor een begin van geloof in die fabeldieren. Soms krijg je ook grappige details bv. over hoe je best een trol kust. Maar…. naast de tekst staan er de prachtige illustraties van Volbeda. Details, kleurgebruik – groen en bruin in talloze tinten – entourage van de fabeldieren, alles klopt. Af en toe verstopt de illustrator ook grapjes in zijn illustraties om het geheel wat minder angstaanjagend te maken. Dit harmonieuze en perfecte samenspel van tekst en illustraties zorgt voor een waarlijk prachtig boek dat je in zijn greep houdt van het begin tot het einde.

Zwigtman, F. (2017). Fabeldieren. Over draken, eenhoorns, griffioenen en veel meer. Tielt: Lannoo.