Filosofische prentenboeken

Als tijd voorbijgaatTijd is een bijzonder moeilijk begrip voor kleuters. Je kan het namelijk niet aanwijzen of je kan kleuters er niet eens aan laten voelen om ze te laten begrijpen wat het is. Toch hebben we het vaak over tijd (en het gebrek eraan) en willen ook kleuters wat meer greep krijgen op het begrip waar zij geregeld aan onderworpen worden. Geen eenvoudige opdracht dus voor de twee gelauwerde Portugese prentenboekenmakers.
Isabel Minhos Martins slaagt er toch wonderwel in het complexe begrip concreet te maken door met beknopte tekst ‘tijd’ telkens op een andere manier te belichten. Vaak werkt ze met tegenstellingen: Brood wordt hard en koekjes worden zacht. Jij wordt steeds groter. Maar een potlood wordt steeds kleiner. Spullen raken verloren, wedstrijden worden gewonnen … Maar ze wijst ons ook op parallellen zoals het draaien van de wijzers van de klok en de beweging van de schaduwen die bomen op de grond werpen. Dat alles wordt fris en in een retrostijl geïllustreerd door Madalena Matoso. In tegenstelling dat het onderwerp zijn de schematische tekeningen in de drie primaire kleuren erg toegankelijk. Het einde is misschien wat sentimenteel maar na zo’n genuanceerde en lichtvoetige benadering van het begrip ‘tijd’ kunnen we dat wel hebben.

Schermafbeelding 2019-02-10 om 15.11.46

Minhos Martins, I. (2017). Als tijd voorbijgaat. Elburg: Karmijn.


helemaal_aan_de_rand-co-minDe samenwerking tussen Agnes De Lestrade en Valeria Docampo heeft voor de wereldvermaarde prentenboeken ‘Het land van de grote woordfabriek’ en ‘De vallei van de wentelmolens’ gezorgd. Met hun nieuwste ‘Helemaal aan de rand van mij, ben jij’ doen ze het weer: ze trekken een wereld op die ons zowel in woord als in beeld doet wegdromen. In dit verhaal zit helemaal aan de rand een grote blauwe beer. Hij nodigt de lezer uit om samen met hem een kijkje te nemen aan de rand van de winter, de zee, de verveling, de stilte, … Ga maar met hem mee, je zal het je niet beklagen.

Op de website van de uitgeverij kan je een kijkje nemen in het boek: http://www.eenhoorn.be/nl/helemaal-aan-de-rand-van-mij-ben-jij.html.

De Lestrade, A. (2017). Helemaal aan de rand van mij, ben jij. Wielsbeke: De Eenhoorn.


Toen de zee stil was“De mensen zagen wat ze met hun oren niet durfden te geloven: het geluid van de zee dat er niet was.”

Toen de zee stil was is een filosofisch en sterk opgebouwd prentenboek dat volledig draait rond stilte, op een manier die kleuters kunnen begrijpen.

Beck, A. & Raeymaekers, K. (2015). Toen de zee stil was. Tielt: Lannoo.


Wat moet je doen met een ideeEen kind heeft een idee en besluit dat met respect te behandelen. In het prentenboek wordt het idee voorgesteld als een goudkleurig ei met een kroontje. Hoe beter het kind het idee behandelt, hoe meer het groeit. Tot het op een dag een andere vorm aanneemt en in de lucht lijkt te verdwijnen. Het boek bevat hoofdzakelijk prenten in grijstinten, maar naarmate het idee groeit nemen ook de kleuren in het boek toe. Dit filosofische prentenboek laat veel ruimte voor fantasie, die zo eigen is aan kleuters.

Op de website van Bol.com kan je het grotendeels inkijken: https://www.bol.com/nl/p/wat-moet-je-doen-met-een-idee/9200000072521832/?country=BE.

Yamada, K. (2017). Wat moet je doen met een idee? Kampen: Paolo.


mijn-kleine-geluksdoosjeOp een dag krijgt een meisje een mooi porseleinen doosje van haar oma. Ze beraadt zich erover wat ze ermee zou doen want ze vindt het heel mooi en wil het absoluut niet beschadigen. Ze besluit dat ze al haar geluksmomenten erin wil bewaren. Filosofisch prentenboek dat erin slaagt het concept ‘gelukkig zijn’ voor kleuters duidelijk te maken. Dat is vooral te danken aan de vele concrete geluksmomenten die benoemd en geïllustreerd worden. De glitters én de heldere kleuren in de illustraties zullen kleuters zeker ook aanspreken.

Witek, J., Roussey, C. (2016). Mijn kleine geluksdoosje. Antwerpen: WPG.


de-wachtelingIn dit filosofische prentenboek zie je bladzijde na bladzijde een jongen wachten. Op wie? Waarom? Tot wanneer? Op die vragen krijgt de lezer/toehoorder mondjesmaat een antwoord. Juist daardoor nodigt dit prentenboek uit tot zelfbezinning, want iedereen wacht wel eens. Daarover het gesprek aangaan en de ervaring die wachten oplevert visualiseren met jonge kinderen kan een weldadig effect hebben. Zeker ook omdat kleuters opgroeien in een maatschappij die steeds harder voorholt en gericht is op onmiddellijke bevrediging.

Pollet, F. (2016). De wachteling. Laakdal: De rêverie.


er-zit-een-gat-inDe flaptekst van dit filosofische prentenboek geeft een goede indruk van de lading van het boek: Er zit een gat in – De wereld van Spriet van filosoof Coen Simon en Linda de Haan is het vrolijkste filosofieboek over alles en over niets. Voor kinderen die durven te vragen! Er zit een gat in de wereld en wie in dat gat valt verdwijnt voor altijd. Dat is eng, maar je kunt er ook grappen over maken. En dat doet Spriet. Hoelang duurt dat eigenlijk, voor altijd? En wat is er zo erg aan verdwijnen? Als er nooit iets verdwijnt, staat de wereld stil als een foto. En dan gebeurt er dus helemaal niets. Niemand snapt de grappen van Spriet, behalve Moeloet. Maar wat gebeurt er met haar als Spriet zelf verdwijnt?

Heerlijk mooi prentenboek om met jonge kinderen te spreken over begrippen als tijd, verdwijnen, nooit, niets, oneindigheid. De makers van het boek helpen leraren een eind op weg met een lesbrief die suggesties aanreikt om met het boek aan de slag te gaan. Via deze link kom je bij de lessuggesties terecht: http://www.lindadehaan.com/lesbrief-Erziteengatin-DewereldvanSpriet.pdf.

Coen, S. (2016). Er zit een gat in – De wereld van Spriet. Amsterdam: Luitingh-Sijthoff.


This is a poem that heals fish‘This is a poem that heals fish’ is ondertussen meer dan tien jaar geleden verschenen en is vandaag enkel in het Engels te verkrijgen. Toch loont het de moeite de zoektocht naar dit prentenboek te ondernemen.
Wanneer het jongetje in dit verhaal aan zijn moeder vraagt wat hij moet aanvangen met zijn goudvis, die van verveling dreigt te sterven, raadt zijn moeder hem aan een gedicht te schrijven voor de vis. Het jongetje weet niet meteen raad en vraagt aan verschillende mensen in zijn omgeving wat volgens hen de definitie van een gedicht is. Eerder dan een abstracte definitie te formuleren, antwoordt ieder wat poëzie in hun leven betekent: de bakker, de Algerijnse buurman, de kunstenaar uit de buurt, de winkeljuffrouw, … allemaal hebben ze een eigen kijk op de zaak. Zo wordt naarmate het verhaal vordert het abstracte begrip steeds tastbaarder. Wanneer je al die invalshoeken op een rij zet, heb je niet enkel een zinnige definitie van poëzie, maar ontstaat er ook een nieuw gedicht. Het effect ervan op het jongetje en de goudvis laat zich al raden. Het verhaal en de prenten leiden als vanzelf tot gesprekken over poëzie, waarbij enkele grotere levensvragen onvermijdelijk zijn, zonder daar ooit zwaarmoedig of klef over te doen. Wie van poëzie, kleur en hoop houdt, zal dit prentenboek vast en zeker koesteren. Een boek voor jong en oud dus.

Siméon, J. (2007). This is a poem that heals fish. New York: Enchanted Lion Books.


DuifBasiel krijgt een duif van zijn grootvader. Basiel zorgt er goed voor en de duif wordt een echte prijsduif. Hij besluit dat hij zijn duif van de maan naar huis wil laten vliegen. De duif gaat mee met een ruimtereiziger en dan begint het wachten voor Basiel… Mooi geïllustreerd en sterk opgebouwd verhaal. Op de website van de makers kan je het prentenboek uitgebreid inkijken: http://www.jacquesandlise.com.

Jacques & Lise (2017). Duif. Antwerpen: Van Halewijck.


550x778Wafwáp ligt aangelijnd op straat te wachten op z’n baasje. Terwijl hij wacht, observeert hij het dagelijkse leven om zich heen: verklede kinderen lopen een trap af, een schele kat sluipt voorbij, een jongen met een vis in een zak loopt langs … Elk tafereeltje doet vragen oproepen: Is een kind verkleed in een apenpak een aap? Als een schele kat drie honden ziet, bestaan er dan ook drie? Kan je blij worden van een boze vis? Even later valt de hond in slaap en ziet diezelfde wereld er een stuk fantasierijker uit. Zo wordt bijvoorbeeld de jongen nu door de vis in een zak rondgedragen. Gelijkaardige vragen rond “Wat is echt?” dringen zich op. De rijmende tekst en de illustraties in bruintinten doen sober aan, wat eens zoveel ruimte geeft om te filosoferen rond de vragen die het verhaal oproepen. ‘Hier wacht ik’ is een prentenboek zoals je ze zelden tegenkomt. Martine Lejeune daagt jonge kinderen uit om vragen te stellen bij dagelijkse observaties, iets waar jonge kinderen doorgaans goed in zijn en wat ons inziens ook dit soort aanmoediging verdient.

Lejeune, M. (2022). Hier wacht ik. Utrecht: Levendig Uitgever.


77040_Cover_Lionni-Frederick_6.Aufl._11.5.2010:77040_Cover_LionnDit poëtisch-filosofische prentenboek kende zijn eerste druk in 1974. Het verhaal is dus behoorlijk oud, maar nog steeds actueel. Alle muizen zijn economisch rendabel want ze verzamelen wintervoorraad zo hard ze kunnen. Allemaal behalve 1 muis, Frederick. Hij verzamelt beelden van de zomer en herinneringen aan zomerkleuren en ook woorden. De andere muizen vinden dat maar niks: “Waarom werk jij niet, Frederick?”, “Droom je soms, Frederick?” Telkens opnieuw ontkent Frederick dat. Wanneer de winter maar blijft voortduren en de voedselvoorraad van de muizen zienderogen slinkt, zorgt Frederick ervoor dat de muizen op de been blijven. Dat doet hij door de door hem verzamelde woorden en beelden met hem te delen. Bv. “Doe je ogen maar weer dicht’, zei Frederick. En hij vertelde over de blauwe korenbloem, de rode klaprozen in het gele graan en het groene blad van de bessenstruik. Toen zagen ze al die kleuren weer voor zich, zo duidelijk alsof hun eigen gedachten ermee opgeschilderd waren.” Pas dan beseffen de muizen de waarde van Fredericks werk.  Hoewel dit verhaal op het eerste zicht niet zo eenvoudig lijkt te zijn maakt het op een speelse manier duidelijk dat iedereen competenties heeft ook al kunnen die erg verschillend zijn én dat er meer is in het leven dan economische rendabiliteit. Dat laatste thema zorgt ervoor dat dit verhaal ook geschikt is voor volwassenen. Voor de illustraties hanteert Lionni (+1999) knip- en scheurtechnieken met allerlei papiersoorten. Dit leidt niet alleen tot bijzondere aandacht – bv. voor de kleuren van de bloemen en voor de zonnestralen die in het verhaal een belangrijke rol spelen – maar tegelijkertijd krijgt alles wat alle muizen doen bijzondere aandacht. Denk aan twee kleine muizen die een grote maiskolf dragen of aan het rugaanzicht van Frederick terwijl hij kleuren verzamelt.

Lionni, L. (2011). Frederick. Ankh-Hermes: Utrecht.


man in de wolkenOpeens woont er in een huis boven op de berg een man. In het huis van de man hangt een schilderij. “Een landschap, zo mooi, zo schitterend leeg, zo moet het geweest zijn toen de wereld begon.”De mensen uit het dorp komen graag kijken naar het schilderij en dan brengen ze voor de man iets mee: een fles wijn, een kastanje, een mandje paddenstoelen, … Want alleen al door te kijken, vergaten de mensen hun zorgen en verdriet. “‘Er waren er ook die vaker kwamen, zoals de geitenhoeder die door de kinderen in het dorp werd uitgejouwd en uitgelachen. Hij kwam heel vaak langs, net als het schelpenmeisje dat van de ene op de andere dag was gestopt met praten, of de oude vrouw die een kinderwagen voortduwde met een pop die ze de fles gaf; of de man die ruzie maakte met de stemmen in zijn hoofd. En dan was er ook nog de eenzame jongen die eigenlijk een meisje was.” Maar op een dag vertelt een vreemdeling aan de man dat zijn schilderij heel veel geld waard is. Daarop verandert alles. De man sluit zich op en weigert nog bezoekers toe te laten. Uiteindelijk krijgt hij heimwee naar vroeger en besluit het schilderij in zijn haard te verbranden. Hij zet ramen en deuren terug open en als hij naar buiten ziet ontdekt hij “Een landschap, zo mooi, zo schitterend leeg, zo moet het geweest zijn toen de wereld begon.” De poëzie die in dit verhaal verweven zit, wordt onderstreept door de sfeervolle illustraties van Annette Fienieg die met haar kleurgebruik de juiste toon treft.

Meinderts, K. (2011). De man in de wolken. Rotterdam: Lemniscaat.


9789089673046_frontDe man met ogen zo groen als de baai van de zee waarin hij een paalwoning heeft, vindt op een dag een fles met daarin het zinnetje ‘zoek de schat’. Hoewel hij aanvankelijk helemaal niet van plan is dat te doen, laat dat zinnetje hem niet meer los. Meinderts verwoordt het zo: ‘ … een gefluisterd zinnetje dat als een treintje onafgebroken rondjes reed in zijn hoofd: zoek de schat, zoek de schat, …’ Dus breekt hij zijn huis af, bouwt een schip van dat hout en vertrekt. Na 7 dagen komt hij aan op een eiland waar hij door een vrouw wordt opgewacht. Hij belooft de vrouw niet te vertrekken vooraleer hij de schat gevonden heeft. Maar ‘zo gul als de zee altijd voor hem was geweest, zo gierig leek het land’. Hoe hij ook zocht behalve hopen potscherven vond de man niets. De vrouw was verrukt over de scherven en gaf ze een plaats in haar huis. Het waren er zoveel dat haar huis helemaal vol geraakte. Wanneer de man op het punt staat, zijn zoektocht op te geven vindt hij een houten kist en dan slaat de twijfel toe. Het verhaal vertelt dat geluk vaak heel dichtbij ligt maar dat je je ogen moet openen om dat te zien. In die zin is dit een eerder filosofisch prentenboek dat aanleiding kan geven om het gesprek aan te gaan over ‘wat is een schat voor jou?’. Naast de eerder poëtische en taalrijke tekst zijn er de erg kleurrijke, bladvullende illustraties van Sanne te Loo die er perfect in slaagt enerzijds de exotische sfeer van het verhaal weer te geven zonder te overdrijven en anderzijds de gevoelens van de man die langzaam de moed opgeeft in prenten te vertalen. Het volledige prentenboek voorgelezen door de auteur: https://www.youtube.com/watch?v=rN4VsiTPCcA

Meinderts, K. (2019). De man met de zeegroene ogen. Hoorn: Hoogland & Van Klaveren.


Mijn steenVogel heeft uit honderden stenen een steen uitgekozen die precies goed voor hem is. Hij is bijzonder tevreden over zijn vondst, maar de andere dieren betwisten hem die steen. Zo wil hagedis die steen om te zonnen. Een oplossing ligt niet meteen voor de hand…

Een bijzonder herkenbaar verhaal in de rake schrijfstijl van Elvis Peeters en met de kleurrijke prenten van Sebastiaan Van Doninck. Een aanrader!

Peeters, E. (2017). Mijn steen. Tielt: Lannoo.


waar-dient-het-voor00.jpgTiptoe Print brengt poëtische prentenboeken op de Nederlandstalige boekenmarkt die anders de weg niet zouden vinden. Je zou kunnen denken dat ze zo bij boeken terechtkomen die om duidelijke reden ongewenst zijn bij grotere uitgeverijen, maar net het omgekeerde is het geval. Sinds enkele jaren worden we keer op keer blij verrast door de selectie van de uitgeverij. Waar dient het voor? is een prentenboek zoals je er nog niet eerder een in je handen had. De auteur verkent het antwoord op de vraag die het boek ook als titel draagt: ‘Waar dient het voor?’ Om een antwoord te geven start hij met materialen die we allemaal kennen en waarvan het nut ook bekend is. Zo weten we bijvoorbeeld allemaal waar een sleutel, een stoel of een lamp voor dient. Stukje bij beetje wordt de lezer aan de hand van de schijnbaar eenvoudige vraag in de war gebracht. Zo gebruiken we soms een stoel als een ladder, hebben sommige zaken talloze functies en zijn bij andere zaken de functies helemaal niet duidelijk. Moet iets eigenlijk nut hebben? En wat is het nut dan van mensen? Je merkt het al: verschillende filosofische vragen passeren de revue terwijl het prentenboek nooit de speelse toon verliest waarop kinderen rechtstreeks worden aangesproken. De bijzonder kleurrijke illustraties van Madalena Matoso spelen daarbij ook een grote rol. Zin om op een plezierige manier kinderen aan het denken te zetten? Ontdek dan snel de verschillende functies van een prentenboek als Waar dient dit voor?.

Vieira Mendes, J. M. (2022). Waar dient het voor? Brussel: Tiptoe Print.