Prentenboeken De ruimte

FrankySam is een kleuter die gefascineerd is door robots, maar hij heeft het gevoel dat niemand hem daarin volgt. Langzaam rijpt de idee om zelf een robot in elkaar te steken met oude keukentoestellen. Die robot krijgt de naam Franky en is het begin van een wonderlijk avontuur. Het verhaal wordt met veel vuur verteld en geeft knipoogjes naar de echte ruimtevaart – de hond Laika – en naar de raket van Kuifje. Timmers hanteert opnieuw zijn gekende tekenstijl met spetterende kleuren en veel dynamiek o.m. door het gebruik van tekstballonnen.

Timmers, L. (2014). Franky. Antwerpen/Amsterdam: Querido.


Mijn eigen sterTot aan de sterren reiken is een wensdroom van velen van ons en zeker ook van jonge kinderen. Dit boek vertelt het verhaal van een jongetje dat heel erg graag een ster als vriend wil hebben. Maar de sterren staan hoog, meeuw wil niet helpen, een reddingsboei brengt geen soelaas en de benzinetank van de raket is leeg. Het jongetje denkt na en wacht en wanneer het avond wordt ziet hij opeens een ster op het wateroppervlak drijven. Uiteindelijk spoelt de ster aan … Een eenvoudig en erg rustig verteld verhaal in een taalgebruik dat ook peuters al aankunnen. Sfeervolle illustraties vervolledigen het geheel.

Jeffers, O. (2004). Mijn eigen ster. Utrecht: Ten Have.


Kleine Muis eet de maanKleine Muis houdt heel erg van de maan en kijkt er vaak naar. Tijdens het kijken roept die maan het beeld van een bol kaas op. Daarvan zou ze wel een stukje willen proeven! En op een morgen als ze uit haar hol komt, lukt dat: er ligt een ‘halve maan’ voor haar hol. Voorzichtig neemt Kleine Muis een hapje: hoe lekker is dat! Nog een hapje en nog een hapje en nog een … Oei, er rest haast niks meer van de maan! Hoe kan die ooit nog vol worden? Verdrietig sleurt Kleine Muis het overgebleven stukje ‘maan’ naar het hol van Mol en van Konijn. Gelukkig weten zij dat je de maan niet kan opeten! En ze hebben gelijk want de volgende nacht staat de maan weer even vol en rond aan de hemel. Maar wat heeft Kleine Muis dan gegeten? Het boek munt uit door zijn vormgeving: de maan waarnaar Kleine Muis op de cover kijkt is te zien doorheen een cirkelvormig gat. Datzelfde gat blijkt zowel de uitgang van de hoop van Mol als de ingang van het hol van Muis te zijn (volgende bladzijde). De bladzijden zijn hier en daar ingesneden zodat veel duidelijker bomen en bladeren te zien zijn. Doorheen het mooi vormgegeven verhaal maken kleuters kennis met de verschillende gestalten van de maan.

Horacek, P. (2014). Kleine Muis eet de maan. Haarlem: Gottmer.


Marsmannetjes-Cover:D19-Aliens cover hbk.qxdOp Mars zijn geen onderbroeken te vinden en daar is een bepaalde bewonersgroep van Mars, de Blips, nu net dol op. Dus komen ze in hun ruimtetuigen naar de aarde en vanaf dat moment is geen enkele onderbroek aan de waslijn buiten of binnen nog veilig. De Blips spelen er de gekste spelletjes mee. Veel meer gebeurt er niet in dit verhaal dat het vooral moet hebben van de kleurrijke en grappige illustraties. Zo zijn de schutbladen voorzien van onderbroeken in alle maten, soorten en kleuren. De tekst is minimaal en staat op – soms geforceerd – rijm. En voor wie dit verhaal niet gelooft, volgt er op het einde een waarschuwing voor achtergebleven Blips die vooral actief zijn wanneer je ‘s morgens een schone onderbroek aantrekt.

Freedman, C. (2008). Marsmannetjes zijn dol op onderbroeken. Amsterdam: Van Holkema & Warendorf.


Meneer Big gaat naar de maanMr. Big houdt zoveel van de maan dat hij elke dag op zijn krukje buiten naar de maan zit te turen. Het allermooiste vindt hij volle maan. Op een dag begint Mr.Big een raket te bouwen want dat is de enige manier waarop hij tot op de maan kan geraken. Zijn vriend Olifant lacht hem uit, maar zijn andere vrienden, Poes en Schaap, geloven er wel in. En ze hebben gelijk. Na heel lang vliegen – de maan gaat doorheen verschillende gestaltes – landt Mr. Big op de maan. Hij stapt uit en hoeft helemaal niet te stappen: hij zweeft! Vanop zijn krukje bekijkt hij de aarde die wel erg ver weg is. Dat geeft Mr. Big zo’n eenzaam gevoel dat hij snel de terugreis aanvangt. Hij ontsnapt nog op het nippertje aan een botsing met een komeet en is blij dat hij weer thuis is. De maansteen die hij heeft meegenomen is het bewijs dat hij echt op de maan is geweest. Prettig verteld verhaal met humoristische elementen – Big eet een een maanzaadbroodje, Big heeft geen geluk gehad maar hij heeft ‘gezwijnd’… – en paginagrote, sfeervolle illustraties in warme kleuren. Verschillende onderdelen van het verhaal kunnen ook aanleiding geven tot informatie over de maan en de ruimte. Denk aan Mr. Big die er zich zorgen over maakt niet op de maansikkel te kunnen landen maar ontdekt dat de maan wel helemaal rond blijft ook al zie je maar een sikkel. Verder komen kometen, sterren, afstanden, … aan bod.  

Het filmpje op Youtube is ook de moeite waard: https://www.youtube.com/watch?v=Jc55eT1uhcY

Spee, G. (2001). Meneer Big gaat naar de maan. Amsterdam: Ploegsma.


Daan in de ruimteDaan krijgt als verjaardagscadeau een astronautenpak. Maar wat ben je nu met zo’n pak als je geen raket ter beschikking hebt? In het ruimtevaartmuseum kan Daan raketten bewonderen en mag hij zelfs in een astronautenstoel gaan zitten. Daan droomt dat hij met zo’n raket wegvliegt, de aarde redt van een meteoriet en daarna veilig terugkeert. Een informatief prentenboek dat vaak aanleiding geeft om stil te blijven staan bij elementen die met ruimtevaart te maken hebben. Eenvoudige maar duidelijke illustraties.

Rempt, F. (2014). Daan in de ruimte. Alkmaar: Kluitman.


André het astronautje.jpgAndré is gefascineerd door de maan en heeft die fascinatie ook op zijn vriend Muis overgebracht. Samen besluiten ze op onderzoek uit te gaan zodat ze nu eindelijk eens te weten kunnen komen van welke grondstof de maan gemaakt is. Ze tikken een oude raket op de kop, trekken hun ruimtepak aan en vliegen naar de maan. Onderweg haakt een ruimtetuig – dat eruit ziet als een aftandse caravan gebloemde gordijntjes incluis – met Marsmannetjes bij hun raket aan. Pret gegarandeerd op de maan die hoofdzakelijk uit zand blijkt te bestaan! De auteur van dit verhaal schreef het tijdens zijn maandenlange verblijf in het ruimtestation ISS. Maar het blijft evengoed een  vertelling met veel fantasie-elementen en hier en daar wat informatie over reizen doorheen de ruimte.

Kuipers, A. (2012). André het astronautje. Amsterdam: Moon.


Het eerste nijlpaard op de maanHoe vreemd het ook moge klinken, in dit verhaal dromen twee nijlpaarden er van om op de maan te landen. Er is Sheila, een dromerig nijlpaard dat samen met haar oerwoudvrienden een raket bouwt en daarmee op de maan landt na een botsing met een asteroïde. Het tweede nijlpaard is de rijke Hercules Leopold-Saksen III die in een professioneel ruimtevaartcentrum een raket laat bouwen. Hij is natuurlijk sneller dan Sheila. Wanneer Sheila landt,  stuurt Hercules haar weg. Sheila neemt wraak door met de raket van Hercules weg te vliegen. Maar hoewel ook de terugvlucht niet vlot verloopt komt Sheila uiteindelijk met een enorme klap op de aarde terecht. Iedereen vreest dat Sheila dit niet kan overleefd hebben maar als bij wonder komt Sheila terug tot leven na het laten van een reeks nijlpaardwinden. En Hercules … die zit nog steeds te wachten tot er een nieuwe raket op de maan landt. Prettig opgebouwd verhaal dat op het einde een beetje té onwaarschijnlijk wordt. Het verhaal is prachtig en levendig geïllustreerd door Tony Ross.

Walliams, D. (2015). Het eerste nijlpaard op de maan. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


lichtjes uit de ruimte
Waarschijnlijk ben je niet meteen verkocht bij het zien van de cover van dit prentenboek. Maar schijn bedriegt want binnenin zit dit boek boordevol prachtige, sfeervolle illustraties. Het verhaal is een tikje bijzonder: Emma, een klein meisje, heeft in het bos haar favoriete steen. Ze noemt die haar ‘sterrenrots’. Elke keer als ze kan, gaat ze op die rots zitten en richt ze haar zaklamp op de prachtige, twinkelende sterrenhemel. Wie weet ziet iemand daarboven wel haar lichtje! Door haar zaklamp aan en uit te knippen hoopt Emma contact te maken met een buitenaards wezen want ze wil zo graag tussen de sterren wonen. Op een avond gebeurt het: uit een schitterend gekleurd ruimteschip komt een eigenaardig wezentje dat onmiddellijk vriendschap met Emma sluit. Maar het wezentje vertrekt terug. Emma geeft echter de hoop niet op en blijft naar haar sterrenrots gaan. Emma wordt ouder en ouder, de tijd gaat voorbij, de sterrenrots blijft haar lievelingsplek. Op het moment dat Emma – nu echt oud geworden – de moed aan het opgeven is haar buitenaardse vriend nog ooit terug te zien, verschijnt het ruimteschip opnieuw. En dan … Dit verhaal over ‘geloven in…’ en ‘volhouden’ is op een erg mooie manier verteld. Naar het einde toe jammer genoeg wel een tikkeltje moraliserend maar het blijft een bijzonder verhaal. Zeker ook omwille van de schitterende illustraties die perfect de sfeer weten op te roepen van het donkere bos, van stilte, van troost, van de sterrenpracht, van een bijzonder ruimtetuig en ruimtewezen en van de inzichten die een dergelijk avontuur kan teweeg brengen. Mooi begin van het nieuwe boekenjaar!

Litchfield, D. (2020). Lichtjes uit de ruimte. Rijswijk: De Vier Windstreken.


ArmstrongEen jonge muis is gefascineerd door de verhalen van een oude muis die in het muizenvliegtuigenmuseum woont. Die verhalen brengen de muis op het idee van als eerste muis naar de maan te vliegen. Dat zoiets niet vanzelf gaat komt duidelijk tot uiting in het verhaal. Maar waar een wil is is een weg … Mooi prentenboek zeker voor wie houdt van aquarellen in sepiatinten die een sfeer van vroeger oproepen. Het begint al met de schutbladen die vol staan met de uitvindingen van de jonge muis. Verder wordt al het studiewerk van muis, de schetsen die hij maakt  en de (mislukte) pogingen die hij onderneemt prachtig geïllustreerd. Achteraan in het boek vindt de lezer een beknopte geschiedenis van de ruimtevaart.

Kuhlmann, T. (2016). Armstrong. Rijswijk: De Vier Windstreken.


Wat doet de maan 's nachts?Dit boek heeft aandacht voor details: de ‘c’ van ‘’s nachts’ in de titel is getekend als een maansikkel. De maan heeft een hemd vol poezenpootafdrukken want poes is haar trouwste vriend. Het verhaal vertelt op een fantasierijke manier welke taken voor de maan zijn weggelegd. Daarvoor hanteert de auteur een poëtisch taalgebruik want wat denk je van volgende taken: de maan tekent de sterren voor de melkweg, zaait dromen, brengt steden tot zwijgen, begiet de grond met dauw, … en ga zo maar door. Als dat allemaal gebeurd is, kan de maan opnieuw gaan slapen. Doorheen het boek leren kleuters op een speelse manier de maancyclus begrijpen o.m. omdat de maan wordt voorgesteld als een menselijk personage met een groot hoofd voorzien van een witte muts die steeds groter wordt naarmate de maan voller wordt.

Herbauts, A. (2000). Wat doet de maan ‘s nachts? Brussel: Casterman.


Mijnheer Eekhoorn en de maanOp een dag rolt een grote gele bol kaas van de kar van de kaasboer de heuvel af en valt recht op het huis van Mr. Eekhoorn. Die schrikt zich niet alleen een hoedje maar denkt ook dat de maan op zijn dak gevallen is. Bij die gedachte wordt Meneer Eekhoorn nog banger; hij is schuldig aan het feit dat de maan niet meer aan de hemel staat. Stel je voor dat hij daarvoor in de gevangenis belandt! Dus is er maar een oplossing: de maan moet zo snel mogelijk verdwijnen. Prachtig geïllustreerd prentenboek dat duidelijk maakt dat ook je gedachten je soms onterecht bang kunnen maken.

Meschenmoser, S. (2008). Mijnheer Eekhoorn en de maan. Utrecht: Hoogland en van Klaveren.


Waarom is de Hemel blauwEen jong speels konijn staat in bewondering voor de wijsheid van de oude ezel. Hij wil van hem weten waarom de hemel blauw is. Ezel wil dat wel uitleggen op voorwaarde dat Konijn stil zit, maar dat vindt het jonge konijn vreselijk moeilijk. Hij buitelt en tuimelt niet alleen fysiek maar ook van de ene vraag in de andere: Waarom is de aarde bruin?, Hoe zit het met de zon, de maan en de sterren? , en ga zo maar door. Toch blijkt op het einde van het verhaal dat ook de oude ezel nog iets kan leren van het jonge konijn. Zorgvuldig opgebouwd verhaal met veel herhalingen – daar houden kleuters wel van – dat zich prettig laat vertellen. Op de linkerbladzijde staat meestal de tekst vergezeld van een kleine illustratie terwijl de rechterbladzijde is voorbehouden voor paginagrote waterverfillustraties in zachte tonen.

Het digitale prentenboek op https://www.youtube.com/watch?v=T-9rzMC2kkc kan door kleuters zelfstandig bekeken worden.

Varley, S. (2007). Waarom is de hemel blauw? Mechelen: Baeckens Books.


Max en de toverstenenMax, een rotsmuis, leeft in een grote rotsmuizengemeenschap op een eiland in zee. Ze leven mee met de seizoenen en zijn best tevreden. Op een dag ontdekt Max in een rotsspleet een fonkelende (maan)steen. Zo’n steen wil iedereen wel … Vanaf dat moment splits de vertelling en kan je kiezen voor een goed einde – voor elke maansteen krijgt het eiland een mooi versierde steen terug – of een slecht einde – de muizen plunderen de berg die instort en zo zijn ze hun leefomgeving kwijt.

Pfister, M. (1997). Max en de toverstenen. Een verhaal met een goed en een slecht einde. Rijswijk: De Vier Windstreken.

 


Robby Robot op ruimtereisRobby is een ondeugende robot die er met zijn raket vandoor is gegaan naar de maan. Jammer genoeg geraakt hij niet meer terug, want zijn batterijen zijn leeg. Gelukkig is er zijn vriend Nand die hem met zijn vliegende schotel nieuwe batterijen brengt. Samen keren ze terug naar robotland. Het verhaal heeft niet erg veel om het lijf, maar de afmetingen van het boek (50 X 21cm) trekken de aandacht net zoals de sfeervolle illustraties die ook op de schutbladen een plaats krijgen. De illustraties beslaan telkens een dubbele pagina en zijn zeer gedetailleerd. De tekst beslaat nooit meer dan 8 regels per pagina en is op rijm.

Molenaar, R. (2015). Robby Robot op ruimtereis. Hilversum: Blop.

 

 

 

 

 


encyclopedie van de marsmannetjesHeerlijk humoristische fantasie-encyclopedie die alle informatie bevat over de inwoners van de rode planeet, Mars. Vreemd genoeg zijn die inwoners groen, hebben ze drie hoofden en wonen ze niet op maar in hun planeet waar ze hun eigen samenleving hebben uitgebouwd. Hoe het in die maatschappij zit met de planten- en dierenwereld, de mobiliteit, de huisvesting e.d. wordt uitvoerig toegelicht en lijkt toch erg op de samenleving op onze aarde. Flapjes en uitvouwbare bladen voegen nog een heleboel kijkplezier toe. Net zoals de vertaling van Nederlands naar het marsiaans of hoe zou de taal van Mars eigenlijk heten? Grappige kleurentekeningen bevolkt met fantasierijke figuren maken het geheel af.

Raisson, G. (2017). Encyclopedie van de marsmannetjes. Leuven: Davidsfonds Infodok.


CV 9789044819823.inddDit prentenboek is onderdeel van de informatieve reeks ‘Willewete’ waarin kleuters vanaf ca. 5 jaar antwoorden krijgen op allerlei vragen. In dit specifiek deel gaat het over vragen als: waarom is het in de winter kouder dan in de zomer?, Is de zon warmer dan de aarde?, Schijnt de zon ook als er wolken zijn?, Hoe komt het dat het overdag licht is en ‘s nachts niet?, Wat zijn polen en continenten?, enz. Het boekje slaagt erin de nieuwsgierigheid van kleuters te prikkelen zowel door de inhoud als door de manier waarop die inhoud vorm krijgt: tekstblokjes, wist-je-datjes?, versjes, een kleine quiz, raadsels, … Het zal voor vele kinderen een verrassing zijn te ontdekken hoe zon en maan een invloed uitoefenen op het dagelijkse leven op aarde. In dezelfde reeks verscheen ook een boekje rond ‘Sterren en planeten’.

Winters, P. (2018). De zon, aarde en maan. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.
Winters, P. (2018). Sterren en planeten. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


Professor AstrokatProfessor Astrokat is de slimste kat ter wereld en weet alles van het zonnestelsel. Ze neemt de jonge lezer mee doorheen de ruimte en leert hen over ons zonnestelsel. Het boek is niet bedoeld  om voor te lezen of te vertellen aan kleuters maar kan als informatief boek in de klas gebruikt worden. Het staat vol weetjes, grapjes en informatie over de zon en haar planeten. Het is grappig geïllustreerd en die illustraties nodigen zeker uit tot vragen stellen.

Walliman, D. (2018). Professor Astrokat en het zonnestelstel. Wielsbeke: De Eenhoorn.


1000 dingenDe eerste duizend woorden van kinderen ‘verbeelden’ is de opdracht die de Hongaarse illustratrice Anna Kövecses zich heeft gesteld in dit boek. Ze lukt er aardig in en aangezien we boeken aanbieden rond het thema ’ruimte’ staat het derde hoofdstuk uit dit boek hier in de kijker. Onder de noemer ‘dingen in de wereld’ krijgen naast seizoenen en het weer, de hemellichamen een plaats. Zoals gezegd wordt elk woord geïllustreerd. Dit gebeurt met grote robuuste vormen waarin het verbeelde tot de essentie wordt herleid. dat zorgt voor duidelijkheid. Daarnaast is er ook een speels element: doorheen het ganse boek kan de lezer op zoek gaan naar een kleine muis die zich op elke bladzijde – soms goed soms iets te duidelijk – verstopt heeft.

Kövecses, A. (2015). 1000 dingen. Antwerpen: Oogappel.