Ella de uil is de nieuwsgierigste van alle uilen en onderscheidt zich van de andere uilen door haar zachtheid. Bijvoorbeeld wanneer de uilen op zoek gaan naar een slaapplaats, moeten de jonge kleuters Ella kunnen aanwijzen door het begrijpen van de tekst en door te voelen: de zachte uil is Ella. Erg eenvoudig voelzoekboek voor de jongste kleuters met beperkte tekst.
Kawamura, Y. (2018). Waar is Ella de uil? Antwerpen: Klavertje vier.
Raf, een blauw konijn, is zijn roze trui kwijt. Hij gaat overal op zoek en spreekt alle dieren aan die hij tegenkomt. Maar niemand kan hem helpen. Tot … Een eenvoudig verhaal van een zoektocht waarbij een draad gevolgd wordt en waar op elke bladzijden een groepje dieren voorbijkomt in teruglopende aantallen van 10 naar 1. Per dubbele pagina zijn er maximum 3 lijnen tekst en is er een verrassing d.m.v. een flapje of een doorkijkgaatje. De illustraties zijn uitgevoerd in heldere kleuren en bevatten veel details omdat de dieren altijd opnieuw druk bezig zijn. Die details zullen de peuters en de jongste kleuters boeien. Als voorlezer kan je op elke bladzijde zoekvragen stellen.
Slater, N. (2019). Waar is mijn trui? Amsterdam-Antwerpen: Querido.
Vervaeke liet zich opmerken met ‘Tierenduin’, het grote kijkboek waarin de lezer talloze dieren kan ontdekken in een reeks silhouetten. Met ‘Fruitvliegje’ bracht zij een prentenboek op de markt met dezelfde kwaliteiten. Elke dubbele pagina bevat links een reeks kleine afbeeldingen van groenten en fruit en rechts een groot geïllustreerd kriebeldiertje. Wie goed kijkt, kan de volledige reeks groenten en fruit terugvinden in het kleurrijke insect. De felle kleuren op witte achtergronden geven het boekje een frisse uitstraling, die perfect past bij het gekrioel van kriebeldiertjes in de lente. ‘Fruitvliegje’ is mooi om naar te kijken, prettig om in te zoeken en leerzaam voor jonge ontdekkers. Redenen genoeg dus om het z’n weg naar kinderhanden te laten vinden.
Vervaeke, G. (2021). Fruitvliegje. Tielt: Lannoo.
Het aankleedthema is zeker iets wat peuters en jonge kleuters aanbelangt. In dit boek wordt het erg speels uitgewerkt. Een jongetje neemt een bad en moet zich daarna aankleden. Daarvoor moet hij op zoek gaan naar de verschillende kledingstukken die hij nodig heeft en die allemaal een bepaalde kleur hebben. Achtereenvolgens moeten een gestreepte onderbroek, een lichtblauw hemd, gele sokken, een blauwe jeans, een rode trui, gestippelde schoenen en een groene jas gevonden worden. Dat lukt wel maar is niet gemakkelijk, want door de veelheid aan details en gelijkende kledingstukken weet je eigenlijk pas wanneer je de bladzijde omdraait of je het juiste kledingstuk voor ogen had. Door die veelheid aan details is elke pagina een verhaal op zich, wat wel een meerwaarde is natuurlijk. Bovendien kan je de verschillende figuren doorheen de pagina’s volgen als je dat zou willen. Daarnaast geeft het boek ook aanleiding om de kleuren te leren of in te oefenen.
ten Cate, M. (2011). Waar is mijn sok? Rotterdam: Lemniscaat.
Wie voor het eerst naar school gaat of zal gaan, zal samen met ouders of juf/meester veel plezier beleven aan dit boek. Kabouter Pom hoort van zijn dierenvrienden voortdurend verhalen over de school of hun klasje. Daarom wil hij zelf ook naar school gaan. Maar kabouter Pom gaat niet over één nacht ijs en probeert al de verschillende scholen die zijn antropomorfe dierenvrienden bezoeken zelf uit. Zo gaat hij bijvoorbeeld naar de Kleinsprongschool waar de jonge konijnen leesles krijgen. Hij bezoekt ook de Varenrietschool waar jonge kikkers leren schilderen en kleinen. Uit een boek voorgelezen worden maakt hij mee in de Erwaseensschool. Samen met de vossenwelpen sport hij in de Foxtrotschool. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Kortom kabouter Pom beleeft nergens dolle avonturen. Het enige wat hij doet is op verkenning gaan in verschillende scholen. Een heleboel aspecten die Pom daar ontdekt, zullen peuters ook ontdekken wanneer ze voor het eerst naar school gaan. De illustraties zijn in de typische stijl van Marianne Dubuc. Ze zijn schattig, lichtjes naïef en ogen een tikkeltje ouderwets. Tegelijkertijd zorgen ze ervoor dat elke bladzijde een klein kunstwerkje wordt waarin je steeds opnieuw dingen kunt ontdekken en benoemen.
Dubuc, M. (2021). 1, 2, 3, naar school. Mechelen: Baeckens Books.
De titel klopt met de inhoud van het boek. Per maand is er een dubbele pagina die inkijk geeft in de kleuterklas. Hoe gaat het er daar aan toe? Welke activiteiten worden er op stapel gezet? Mag je daar ook buitenspelen? Kleuters die voor het eerst naar school gaan, stellen zich veel vragen. Door het leven in de kleuterschool van maand tot maand te volgen, krijgen ze al een heleboel antwoorden aangereikt. De zoekopdrachten staan onderaan de ‘maandpagina’ opgelijst. Sommige vragen overstijgen wel het niveau van een driejarige. Maar dankzij de kleurrijke illustraties ben je als voorlezer perfect in staat zelf zoekopdrachten te verzinnen.
Sanfelippo, A. (2023). Twaalf maanden in de kleuterklas. Haarlem: Gottmer.
Dit zoekboek wijkt lichtjes af van de klassieke zoekboeken in die zin dat het eerst een soort zoekinstructie geeft. Telkens is er een dubbele pagina waarop de figuren en dingen afgebeeld staan die je moet zoeken. De volgende pagina zet die neer in een bepaalde omgeving en daar moet je ze dan vinden. Er zijn veel verschillende omgevingen: het zwembad, de speelgoedwinkel, het bos, de ruimte … Op de laatste bladzijde staat alles wat je gezocht hebt bij elkaar: 100 dingen en mensen. Bijkomende opdracht is om op elke bladzijde ook een kat en een muis te vinden. Het zoekboek is dusdanig geïllustreerd in zachte kleuren dat je als het ware naar de te zoeken voorwerpen en figuren getrokken wordt. De tekst is eenvoudig en summier. Dit boek is ook makkelijk te vertalen naar de omgeving van de kleuterklas. Daarmee zou je echt aan de slag kunnen gaan rond het belangstellingscentrum ‘zoeken en vinden’.
Wilkinson, N. (2018). Honderd dingen om te zoeken. Antwerpen: Oogappel.
Momo een ster in verstoppertje spelen. Op elke bladzijde in dit boek wacht hij geduldig tot je hem vindt. Maar hij is niet de enige om te zoeken. Op de afbeeldingen aan de linkerkant van de dubbele pagina, kun je naast Momo ook nog andere afbeeldingen zien om te zoeken op de rechter pagina. Bijvoorbeeld een laars of een schaar, maar ook een banaan of een gieter komen voorbij. Momo is de hond van de fotograaf Andrew Knapp. Het liefste wat Momo doet is zich verstoppen en het liefste wat de auteur doet is fotograferen. Dat zorgt voor een mooi kleuterzoekboek waarin op de linkerbladzijde telkens vier foto’s staan. Momo, de hond en dan drie voorwerpen bv. een bal, een banaan, … De naam van de voorwerpen staat altijd onder de foto vermeld. Je moet op zoek naar Momo en de drie voorwerpen op de rechterbladzijde waarop een paginagrote foto staat van bv. een boekenkast in een bibliotheek, een kamer, een draaimolen, een bergruimte van een sporthal, …. Soms is dat vrij eenvoudig, soms is het aandachtig en met focus kijken. Leuk zoekboek, zeker voor wie van honden houdt.
Knapp, A. (2019). Waar is Momo? Amsterdam: Condor.
In dit zoekboek moet op elke bladzijde een staart gezocht worden en dat is niet zo eenvoudig als het lijkt. Dat heeft zeker te maken met de kunstige frisgekleurde illustraties die eenvoudig lijken maar erg gedetailleerd en geraffineerd zijn. Ze beelden dieren en planten in de wildernis uit. Daar is het erg druk, dus ook dat bemoeilijkt het zoeken naar de staart. Het boek bevat eigenlijk niet echt een verhaal. Per dubbele pagina worden enkele vragen gesteld die te maken hebben met zoeken naar of met tellen. Helemaal op het einde kom je te weten aan wie de te zoeken staart nu eigenlijk toebehoort.
Zabransky, K. (2013). Van wie is die staart? Hasselt: Clavis.
De schitterende ondertitel van dit boek vat het goed samen. Altijd wanneer Findus en Pettson samen dingen doen is er veel gewriemel. Dit boek vertelt eerst waar en hoe Opa en Findus woenen en daarna hoe een doorsneedag van Opa Pettson en zijn kat Findus eruit ziet. Findus is vroeg wakker en wil meteen met Opa spelen, maar Opa wil eerst ontbijten. Daarna voeren ze samen de kippen en werken in de moestuin. Wanneer het tijd is voor de lunch eten ze pannenkoekentaart. Later knutselt Opa een vishengel in elkaar en dus kunnen ze ’s avonds vis eten. Op verschillende bladzijden kom je ook de mukkels tegen. Dat zijn een soort Noorse trolachtige wezens die allerlei kattenkwaad uithalen. De woonst en de werkzaamheden van Opa Pettson en Findus worden in grote prenten weergegeven. Rond die prenten staan allerlei dingen in detail. Die moeten op de kleurrijke prenten die altijd een humoristische ondertoon hebben terug gevonden worden. Plezier gegarandeerd!
Nordqvist, S. (2012). Op stap met Pettson en Findus. Een wriemelzoekboek. Leuven: Davidsfonds/Infodok.
De eerste schoolvrije dag van de week is zaterdag. Dan hoef je niet naar school, moet er ook niets, tenzij je allerlei hobby’s beoefent. Op zaterdag kan je een potje voetballen, in de bib een boek uitlenen of teruggeven, heerlijk baantjes trekken of spelen in het zwembad, naar de markt of de supermarkt, naar het museum, … Kortom op zaterdag zijn er veel mogelijkheden – 12 verschillende activiteiten komen in dit boek aan bod doorheen de vier seizoenen. Op de bladzijden zijn er een heleboel leuke volwassenen én kinderen te zien. De personen die terugkeren vind je al op de schutbladen en daar krijg je ook de opdracht naar hen op zoek te gaan bij de verschillende zaterdagactiviteiten. Op elke bladzijde is er ook een bekende sprookjesfiguur verstopt. Waar die verstopt zit, kun je achteraan in het boek terugvinden. Een leuk boek om het gesprek aan te gaan over hobby’s en vrijetijdsbesteding. De auteur heeft nog een ander zoekboek uitgegeven bij uitgeverij Leopold onder de toepasselijke titel ‘Zoek’. Het gaat over honden.
Halfmouw, S. (2018). Zaterdag. Amsterdam: Leopold.
Sport en spelen, daarover gaat dit boek waarin dieren allerhande sporten uitproberen. Op elke dubbele pagina komt een bepaalde bekende of minder bekende sport aan bod: sport op wielen, wat doe je in de sportschool?, vechtsporten, bergsport, … Daar hoort telkens ook wat tekst bij ofwel om de sport wat verder toe te lichten ofwel om iets te vertellen over een sportend dier. Het boek werkt toe naar de Olympische Spelen wat dit jaar wel bijzonder interessant is. Je zou samen met de kleuters Olympische disciplines kunnen bedenken, want ook in het boek zijn er een aantal die nog niet officieel zijn. Denk aan in een snoepbad springen of steltenvoetbal. Het is een zoekboek dat met veel zin voor humor is samengesteld en waarvan je vrolijk wordt.
Garibal, A. & Bielinsky, C. (2024). Vol vol sport. Eke: De Eenhoorn.
Joris heeft een erg inventieve opa die breed geïnteresseerd is. Die opa heeft gehoord dat er nog ergens een eiland bestaat waar dinosaurussen leven. Hij twijfelt daar heel erg aan, maar toch heeft hij een luchtschip ontworpen en vervaardigd om dat te onderzoeken. Hij vraagt Joris met hem mee te varen. Dat gebeurt. Joris heeft er zin in en ziet al vrij snel dino’s opduiken, maar zijn sceptische opa ontkent het, twijfelt aan de bewijsstukken die Joris aandraagt, en lijkt wel ziende blind. Het toppunt is wanneer opa denkt dat hij in een boom klimt maar wel degelijk de poot van een dinosaurus bestijgt en dan in de top van de boom – de kop van de dinosaurus – de omgeving afspeurt. Toch een beetje teleurgesteld besluit opa terug te vertrekken maar de lezer heeft 94 dinosaurussen kunnen voelen, zien en ontdekken. Het boek oogt wat oubollig en lijkt zich op de een of andere manier 2 eeuwen geleden af te spelen. Maar het is een stevig kartonnen voelboek waarin veel dino’s verstopt zitten tussen bomen, wolken, rotsen en zelfs in het gras.
Moseley, K. (2024). Waar is de dinosaurus? Utrecht: De Fontein.
In de reeks ‘Het Bijzondere Bos van Beer’ is er weer een ‘avontuur’ bij. Ditmaal bereiden Beer en zijn vrienden uit het bos een verrassingsfeest voor voor de Oude Eik. Immers … wanneer Beer tijdens de lente informeert naar de leeftijd van de Oude Eik, blijkt die 500 jaar te worden. Dat is toch een groot feest waard! De voorbereidingen duren een heel jaar lang, want er moeten uitnodigingen gemaakt worden voor alle dieren van het bos. Zowel boven- als ondergronds moeten die bezorgd worden. Er moet een lied ingeoefend worden, er is een voorstelling voorzien. Er worden hapjes gemaakt en ga zo maar door. Al die ideeën zijn verzameld tijdens de zomer, er wordt aan gewerkt tijdens de herfst en in de winter wordt er gevierd. Zo krijg je het bos te zien gedurende de vier seizoenen. Opdat je goed zou kijken, zijn er op elke dubbele pagina in een groot kader een heleboel opdrachten voorzien variërend in moeilijkheidsgraad. Bv. zoek: vijftien ingepakte cadeautjes, zoek: een kruiwagen boordevol eikels, zoek: vossenwelpjes en stinkdieren houden een zakloopwedstrijd, zoek: een piepkleine eikenboom, … Achteraan in het boek bevinden zich enkele informatieve pagina’s; de eerste ervan behandelen een zgn. ‘Boomspoor’ waarin de lezer aangeraden wordt in zijn omgeving een boom uit te kiezen en die gedurende een gans jaar te volgen. Hoe je dat moet doen staat aangegeven met tekeningen en tekst waarin zowel de vorm van de boom, van de bladeren en de verschillende bestuivers als de herfstkleuren, de boomvruchten en de winterrust van de boom aan bod komen. Daarnaast worden er ook nog 12 suggesties gedaan om zelf een feestje te bouwen met als thema ‘Bos’. Spelletjes worden uitgelegd, suggesties om een taart te versieren, uitnodigingen te maken, … en ook het opruimen achteraf komt aan bod. Prettig ogend zoekboek waarin het bos en de bomen een bijzondere plaats innemen.
Piercey, R. & Hartas, F. (2024). Het verrassingsfeest voor Oude Eik.
Een 16 pagina’s tellend kartonboek groot formaat waarin via levensechte natuurgetrouwe illustraties heel veel info verzameld wordt over kriebeldiertjes. Het ‘spannende’ aan de illustraties is dat daarop heel goed te zien is hoe een aantal kriebeldiertjes echt in de grond leven terwijl andere bovengronds rondvliegen en rondkruipen. Of dat solitaire bijen via een gaatje hun nest uitbouwen in een boomtak terwijl wespen een groot nest juist aan een tak vastmaken. Het boek behandelt drie verschillende habitats van kriebeldiertjes: de wei, het bos, de composthoop en daarnaast twee verschillende soorten mieren en bijen. Wat de bijen betreft klopt de titel niet helemaal want er worden op die dubbele pagina 5 verschillende soorten solitaire bijen vermeld, 7 soorten hommels en 3 soorten wespen of diertjes die aan de wesp verwant zijn. Dat is een beetje jammer vooral omdat heel veel mensen bijen en wespen met elkaar verwarren en die verwarring hier wel wat blijft bestaan. Achteraan in het boek is ook nog een pagina gewijd aan de levenscyclus van de insecten waarbij je perfect kunt volgen hoe een eitje een pop en daarna een larve wordt of hoe een rups een vlinder wordt. Mooi en informatief boek waarvan kleuters veel kunnen opsteken.
(2022). Kijk- en zoekboek kriebeldiertjes. Aartselaar: Deltas.
160 verschillen dat is wel heel veel. Daarom kun je niet alleen als kind met dit boek aan de slag maar ook als volwassene. Het boek is onderverdeeld in 10 niveaus waarvan niveau 1 en 2 doenbaar zijn voor kleuters. Maar vanaf niveau 3 wordt het behoorlijk moeilijk vooral ook om de illustraties die steeds een dubbele pagina beslaan, zo gedetailleerd zijn. Op elke dubbele pagina zijn Lotte en Lars terug te vinden maar voor het overige is het behoorlijk zoeken. Twee tips: hou je score per dubbele pagina bij want je bent zo de tel kwijt. Mogelijk maakt het gebruik van folie waar je de illustraties doorheen kunt zien en waarop je met stift de verschillen kunt aanduiden het ook gemakkelijker. Denk je eens in dat je 30 verschillen moet vinden, dan weet je al snel niet meer of je dit of dat verschil nu al gezien had of niet. In elk geval ook voor volwassenen die een beetje competitief ingesteld zijn is dit een behoorlijk intrigerend boek.
Marti, M. & Salomó, X. (2012). Zoek de 160 verschillen. Kijkboek met flapjes. Tielt: Lannoo.
In de aanloop naar Halloween is dit een perfect griezelboek. De zgn. illustrator Wick heeft zelf een Victoriaans ogend poppenhuis gebouwd. Daarna heeft hij foto’s genomen van de decors van de verschillende kamers. Zo zijn er 12 taferelen ontstaan. Eerst moet je een griezelig ogend hek door, daarna door de traphal en langs de zit- en de studeerkamer beland je op een kerkhof. Dat leidt naar een laboratorium in een bizarre tuin die een erg vreemde sfeer uitstraalt tenslotte beland je in 2 kinderkamers die een beetje minder griezelig aandoen. Vooral de belichting zorgt ervoor dat elke foto een bijzondere uitademt. Daarnaast is er het gebruik van alledaagse voorwerpen in een bijzondere of onverwachte setting. Het zijn die voorwerpen die onderwerp uitmaken van de zoekopdrachten die al dan niet op rijm in een kader bij elk tafereel geplaatst zijn. De tekst ervan is geschreven door Marzollo. Achteraan in het boek zijn nog 12 bijkomende zoekopdrachten opgenomen. Een erg bijzonder ogend zoekboek.
Marzollo, J. & Wick, W. (2017). Ik zie, ik zie.. een boek vol griezels. Een zoekboek met beeldraadsels. Amsterdam: Ploegsma.
Leuke en speelse illustraties geven dit boek een kleurrijke uitstraling. Per dubbele pagina wordt 1 diersoort behandeld: apen, krokodillen, flamingo’s, stokstaartjes, pinguïns.en nog meer dieren komen aan bod. Ook de dromedarissen worden behandeld. Maar dan is het wel vreemd dat de dromedarissen zichzelf als kamelen benoemen in de zoekopdrachten. Per diersoort zijn er 3 zoekopdrachten die door één van de dieren zelf gesteld wordt. Onderaan de bladzijde staan naast elkaar ook nog een aantal voorwerpen die in de illustratie erboven gezocht moeten worden. Bij elke diersoort is ook een kleine witte muis te vinden. Leuk boek ook geschikt voor jonge kleuters.
Robson, K. (2022). Zoek en vind. In de dierentuin. Londen: Usborne.
Wat mogelijk het meeste opvalt bij dit boek in heldere kleuren is het feit dat er een heleboel personen in terug te vinden zijn, maar dat er nergens gezichten worden afgebeeld, ook niet op de cover. Het boek start met een opvallend schutblad waarop de meeuwen je haast toeschreeuwen en je meteen in de ‘zeesfeer’ komt. Daarna zie je een bladzijde vol zee- en strandattributen en daarna start het eigenlijke verhaal. Het behandelt een dagje aan het strand waar bij het ochtendgloren de vissers uitvaren. Ze keren terug in de loop van de voormiddag om hun vis op de markt te verkopen. De meeuwen zijn rond hun schip niet weg te denken natuurlijk. Tegen de middag komen de zonnekloppers aan op het strand. Zij kunnen hun plaats op het strand nog kiezen. Wie pas in de namiddag komt, is eraan voor de moeite … zoveel strandgangers, zoveel drukte. Maar tegen de avond keert de rust terug en ’s nachts blijven er van die strandgangers maar enkele over. Het zijn de feestvierders die dan het strand als het ware voor zich alleen hebben. Daarnaast loopt er nog een tweede verhaallijn over een groepje dierenliefhebbers die je op de verschillende bladzijden moet zoeken om ook hun verhaal te begrijpen. Prachtige illustraties die de drukte en het leven op het strand zo weergeven dat je telkens wanneer je het boek doorbladert nieuwe details opmerkt. De tekst is beknopt.
Undurraga, S. (2021). Het strand. Amsterdam: Boycott.
‘Iedereen telt’ is een telboek in de letterlijke zin van het woord maar het is ook veel meer. Via een beperkte tekst slaagt de auteur erin om de verhalen van verschillende mensen met elkaar te verbinden over de verschillende bladzijden heen en tussen de steeds groter wordende groepen door. Dat gebeurt door bij elk cijfer het juiste aantal mensen te tekenen en per persoon een beetje informatie te geven. Informatie die verder groeit doorheen de bladzijden zoals ook de cijfers de hoogte in gaan. Diversiteit is in dit boek een sleutelwoord: wat ook de kleur is van je huid, je ogen, je haar, of je nu slank bent of mollig, het heeft geen belang want elk individu heeft zijn eigen verhaal. Het is ook een zeer kleurrijk boek geworden juist omdat er zoveel verschillende individuen in afgebeeld staan. Maar de sterkte van dit boek is zeker ook de creatie van de verschillende verhaallijnen waardoor je oprecht geïnteresseerd geraakt in de verschillende individuen. Dat zal ook bij kleuters zo zijn en dus aanleiding geven tot boeiende gedachtewisselingen.
Roskifte, K. (2019). Iedereen telt. Tielt: Lannoo.
De beroemde redder in nood ‘Dino Detective’ heeft alweer een drukke werkdag voor de boeg. De lezer wordt uitgedaagd hem te helpen bij het opsporen van allerhande verdwaalde figuren. Dino Detective levert met zijn transformeerbare vliegmachine speurwerk in totaal verschillende omgevingen: de oude stad, de grot, het museum, de boomgaard, het pretpark … De lezer krijgt telkens in de kantlijn de figuur te zien die Dino Detective inhuurt, aangevuld met enkele andere zoekopdrachten. Op het eerste gezicht een klassiek zoekboek dus, maar de bijzonderheid zit in wat er net allemaal in de prenten valt te ontdekken. In de grot bijvoorbeeld vind je zowel oermensen als een draak als een metrostel en zie je vleermuizen slapen tussen ijverige kabouters en mijnwerkers in. Guerrive heeft elke omgeving met veel zin voor detail én humor vormgegeven. Dat maakt dat je eindeloos wil blijven ontdekken in het groot uitgegeven prentenboek, dat tegelijkertijd leerzaam, fantasierijk, prikkelend en geestig is.
Guerrive, S. (2023). Dino Detective. Een kijk- en zoekboek. Amsterdam: Boycott Books.
Na drie jaar bijna obsessief werken heeft de Nederlandse Charlotte Dematons haar nieuwe solowerk af. Zo doorsnee als de titel ‘Alfabet’ klinkt, zo uitzonderlijk is dit fenomenale prentenboek. Elke prent verbeeldt talloze woorden die met een bepaalde letter van het alfabet beginnen. Het is moeilijk in te beelden hoe verregaand Dematons het concept heeft uitgewerkt tot je het ziet. Nooit eerder bulkte een ‘woordeloos’ prentenboek van zoveel ongebreideld taalplezier. In Dematons favoriete prent zit bijvoorbeeld een nijlpaard in een nest met een nachtpon aan haar nagels Napels-geel te lakken. Zo schuilen er niet minder dan 3000 woorden in de gedetailleerde prenten. Onze taal dwingt sommige illustraties tot eindeloze details, andere letters laten dan weer heel wat ruimte. Elke keer opnieuw heeft Dematons andere manieren gezocht om de woorden in de beelden met elkaar te verbinden, soms verrassend, soms schijnbaar evident. De letterdief op de cover heet ‘Alfabet’ en weeft de bladzijden aan elkaar.
Dematons zou Dematons niet zijn als ze niet talloze culturele verwijzingen, details en grapjes in haar prenten zou integreren. Hoe meer je het boek ter hand neemt, hoe indrukwekkender het wordt. Je blijft zoeken, ontdekken en glimlachen bij de vondsten. De uitgever ontwikkelde een website met de woordenlijsten en een app waarmee je de prenten kan scannen. Ze vullen het boek mooi aan en bevestigen de eindeloze mogelijkheden, maar gun ‘Alfabet’ de eerste keer jouw onbevangen blik. Enkel zo kom je dicht bij de rechtlijnige en fantasierijke kijk van Dematons en die van kinderen, voor wie ze het boek uiteindelijk gemaakt heeft.
Dematons, C. (2020). Alfabet. Hoorn: Hoogland & Van Klaveren.
Fans zaten er al enkele jaren op te wachten: de herwerking van het bekende rode sinterklaasboek van Charlotte Dematons. Dat verscheen afgelopen oktober in de winkels (met een blauwe cover deze keer), maar de exemplaren hebben er niet lang gelegen, want in een mum van tijd waren de tienduizenden exemplaren uitverkocht. Wie het boek openslaat, begrijpt dat grote succes meteen. In zestien dubbele pagina’s brengt Dematons de hele wereld van Sinterklaas en de pieten tot in het kleinste detail tot leven. Zo krijgen we uitgebreid zicht op het landgoed van Sinterklaas – waar leveranciers van Lego en Playmobil af en aan rijden – en kunnen we in de kamers van alle pieten kijken. Elke kamertje op zich is een rondleiding waard: heerlijk hoe je de eigenheden van de verschillende pieten kan ontdekken in de gedetailleerde tekeningen. Verder in het boek kan je je ogen de kost geven dankzij prenten van het huis van Sinterklaas, de bakkerij, het pakjescentrum, de stoomboot, het trainingscentrum voor de pieten … Zestien jaar na de eerste versie is er heel wat veranderd in de samenleving en dat laat zich ook in de illustraties merken. We zien een democratischere aanpak bij de pieten (die nu ook in alle kleuren, vormen en maten verschijnen), Sinterklaas helpt ook bij het inpakken van de cadeautjes, er zijn extra bomen aangeplant, zonnepanelen sieren de daken, laadpalen verschijnen in het straatbeeld, elektrische (bak)fietsen verzamelen op de kade … Het mag duidelijk zijn: jong en oud kunnen eindeloos genieten van de liefdevolle en fantasierijke manier waarop het sinterklaasfeest in dit prentenboek in beeld is gebracht.
Dematons, C. (2023). Sinterklaas. Haarlem: Uitgeverij Dematons.
Voor de eerste keer vertrekt Roodsnaveltje samen met duizenden andere vogels voor een lange reis naar de warmte. Wat Roodsnaveltje tijdens die reis te zien krijgt, krijgen de kleuters ook te zien aan de hand van een ‘magisch vergrootglas’. Daarmee worden de in het blauw getekende verborgen illustraties ook zichtbaar in dit kijk- en zoekboek. Zo vallen ze van de ene verrassing in de andere.
Demois, A. (2015). De lange reis. Leuven: Davidsfonds.
Groot formaat kartonnen zoekboek waar op elke dubbele pagina een rode brandweerauto verstopt zit. Kleuters maken via duidelijke prenten kennis met het reilen en zeilen in de brandweerkazerne en het werk van de brandweer. Dat bestaat uit veel meer dan enkel branden blussen, bv. omgevallen bomen in stukken zagen en van de rijbaan verwijderen, de rijbaan schoonvegen na een ongeluk en ga zo maar door. Door de manier waarop de illustraties in dit boek opgevat zijn, nodigen ze uit tot grondig kijken en vormen ze een bron van veel kijk- en zoekplezier.
Krause, J. (2022). Waar is de brandweerauto? Amsterdam: Witte Leeuw.
Waar is Wally? vormde duidelijk de inspiratie voor dit kijk- en zoekboek waarin de familie Opstap een reis rond de wereld maakt. In elk land kun je de familie Opstap zoeken en daarnaast zijn er ook nog andere zoekopdrachten die onder aan het blad staan. Het grootste deel van die reis speelt zich wel af In Europa. Zwart Afrika is maar met 2 landen vertegenwoordigd; Azië en Latijns-Amerika telkens met 3. Het boek is zo samengesteld dat je een mooie afwisseling krijgt van steden en streken gezien door de ogen van een familie op reis, toeristenogen dus. Dat maakt het boek voor kinderen extra aantrekkelijk. Rondstruinen op marktjes vinden alle kinderen heerlijk, toch?! Wie goed kijkt, ziet ook grappige details bv. Sinterklaas en Piet op de kerstmarkt – wat doen die daar? Of Pinocchio in Rome. Het boek vormt in elk geval een mooie kennismaking met Europese maar ook steden en streken van andere continenten.
Veillon, B. (2015). De grote reis rond de wereld. Een avontuurlijk zoekboek. Antwerpen: Oogappel.
‘Het orkest’ is een groot zoek- en kijkboek waarin verschillende muzikanten op uiteenlopende plaatsen in de wereld op reis zijn. De orkestleden sturen ansichtkaarten naar hun dirigent waarin ze telkens toelichten wat ze op reis allemaal beleven. Aangezien er binnen een paar weken een optreden staat gepland, reist de dirigent zijn muzikanten achterna om hen zo snel als mogelijk te verzamelen. Het is aan de lezer om op basis van de ansichtkaarten de dirigent te helpen alle muzikanten terug te vinden. Op de rijke prenten van reisbestemmingen als Porto, Tokio, Rio de Janeiro, … is telkens heel wat te beleven. Je ziet hoe talloze mensen naast en met elkaar hun leven leiden en hoe de muzikanten daar op hun beurt hun plaats in vinden. Vooraan in het boek zie je alle muzikanten met hun instrumenten; de oplossingen van de gerichte zoekopdrachten vind je achteraan in het boek. De prenten bieden echter ruim inspiratie om verder te zoeken en te blijven ontdekken.
Perarnau, C. (2019). Het orkest. Amsterdam: Boycott.
Op zeven grote dubbele pagina’s krijg je zeven grote (praat)platen met duidelijke, gedetailleerde illustraties die van de stadsrand naar het stadscentrum gaan en eindigen in het stadspark. Dat zorgt ervoor dat de herfst belicht wordt in verschillende contexten. Denk aan trekvogels, een optocht met lampionnen, pompoenenoogst, vallende bladeren, Halloween, … Het kijkboek – zonder woorden dus – biedt ruime mogelijkheden om aan taalverwerving en taaluitbreiding te doen. Elk kind en elke volwassene die in het boek kijkt, kan zijn eigen verhaal bedenken bij de verschillende personages die op verschillende bladzijden terugkomen (omdat ze uiteindelijk allemaal op weg zijn naar de lampionnenoptocht in het park). Daarnaast zijn er nog heel veel details, leuke verwijzingen en grapjes in dit herfstboek verstopt waarin je ook op elke dubbele pagina op zoek kan gaan naar een papegaai. Dit is een boek waarin je elke keer weer nieuwe dingen ontdekt.
Berner, R.S. (2006). Het is herfst! Kijk- en zoekboek. Tielt: Lannoo.
Een zoekboek over het concept ‘boek’. De auteur verwoordt in één zin per dubbele bladzijde wat een boek kan zijn voor iemand, bijvoorbeeld: een boek is “…een rivier die me altijd weer ergens anders brengt”. Daarbij een grote heldere illustratie van een soort piraat die op een opengeslagen boek over het water vaart. De verrassing volgt op de dubbele bladzijde daarna: een grote boot omringd door kleinere bootjes vaart over woelig water (met daarin zelfs een zeemonster). Op de boten zijn heel veel verschillende figuren uit het verleden én uit de actualiteit, in collagevorm aangebracht met behulp van foto’s uit tijdschriften, lapjes stof, tekeningen, … Denk aan vechtende ridders, touwtrekkende matrozen, Jacqueline Kennedy, bootvluchtelingen, … In tegenstelling tot de sobere heldere tekening daarvoor is op deze illustratie echt heel veel te zien. Het is ook de bedoeling dat je tussen al die mensen ‘de lezer’ vindt. Want de opdracht vooraan op de titelpagina luidt: “Zoek de 8 verborgen personages. Tip: ze lezen een boek.” Op de ‘bootpagina’ zou weleens Gulliver te vinden kunnen zijn. Dat alles levert uiteraard een erg intrigerend boek op dat met weinig tekst op zoek gaat naar het universele van ‘een boek’ maar ook naar wat elke lezer persoonlijk verbindt met ‘een boek’. Is een boek “…een antwoord op een vraag die nooit bij me opgekomen is”, “…is het een brul die ik nooit eerder hoorde?”, “…een avontuur, groter dan hoogtevrees”, “…een schuilplaats om naar toe te gaan in slechte tijden”, … Die laatste uitspraak levert een rechtopstaand boek met op de rug een bergbeklimmer én een dubbele pagina bergbeklimmers, wintersporters, alpinisten, schapen, een arrenslee, een walrus, een skilift, … op. Hoogst origineel en boeiend boek dat garant staat voor uren kijkplezier.
Lopez, A. (2023). Een boek. Antwerpen/Amsterdam: Horizon.