Prentenboeken lente: zaaien, groeien, bloeien

Thematopper

and then it's springDit boek opent met een bruin en kaal decor waarin de lente totaal niet valt te bespeuren. Toch is het net in die bruine aarde dat een jongetje de zaadjes voor de lente plant. Vervolgens observeert hij de omgeving terwijl hij lange tijd verlangend uitkijkt naar het uitkomen van zijn zaadje. Het wachten duurt lang, maar wordt rijkelijk beloond door het gestage groeien en bloeien van de natuur in de lente. Uiteindelijk is het decor helemaal omgetoverd tot een decor boordevol tinten groen. Het duo Fogliano-Stead weet als geen ander het hopend wachten op de lente in woord en beeld te brengen. Bekijk hieronder de trailer en klik hier om het volledige verhaal voorgelezen te krijgen.

Fogliano, J. (2012). And then it’s spring. New York: Roaring Brook Press.


Jongere kleuters

We-hebben-er-een-geitje-bij-marjet-huiberts_0

Mik, een peutertje, wil op de kinderboerderij het pasgeboren babygeitje bewonderen. Tijdens dat bezoek ontmoet hij ook de andere boerderijdieren die hem duidelijk maken hoe blij ze zijn met het nieuwe geitje. Op de illustraties zien jonge
kinderen naast de boerderijdieren ook nog een aantal andere dieren zoals de ooievaar, de uil, …

Huiberts, M. (2014). We hebben er een geitje bij. Haarlem: Gottmer.


Leve de lente!Dit tekstloze prentenboek brengt in beeld wat er zoal te zien is op een doodgewone lentedag. Het stevig en groot formaat kartonboek telt 7 prenten (dubbele bladzijde) waarop steeds dezelfde figuren in andere ‘lenteachtige’ situaties terecht komen. De
figuren moeten prent na prent opnieuw opgezocht worden en het geheel speelt zich af in de tijdsspanne van 1 dag, meestal in de stad maar je krijgt ook een blik op wat zich buiten de stad bevindt.

Berner, R.S. (2016). Leve de Lente ! Kijk- en zoekboek. Tielt: Lannoo.


bol.com | Vosje In De Lente, Julia Rawlinson | 9789053418635 | BoekenHet aandoenlijke ‘Vosje’ geniet na de herfst en de winter ook van het prachtige seizoen ‘lente’. Wanneer hij vrolijk door de boomgaard huppelt, ontdekt hij tot zijn grote verbazing een soort sneeuw op de takken van de bomen. Snel waarschuwt hij de dieren die zo naar de lente hebben uitgekeken: de trekvogels, de vlinders, de egel, de eekhoorn … Allemaal moeten ze weten dat de sneeuw nog even op de lente doet wachten. Wanneer de dieren in de boomgaard willen spelen, ontdekken ze dat Vosjes sneeuw eigenlijk lentebloesem is. Het uitgelaten gevoel van de lente komt prachtig tot leven in de vrolijke prent waarin de dieren in de bloesem spelen. ‘Vosje in de lente’ is een zacht verhaal over een groep dierenvrienden in het bos dat tegelijk kennis over de seizoenen meegeeft aan jonge kleuters. 

Rawlinson, J. (2009). Vosje in de lente. Antwerpen: De Vries-Brouwers.


Dikkie Dik  -   Lentekriebels‘Lentekriebels’ brengt vier verhalen samen over Dikkie Dik in de lente. Elk op hun manier roepen de verhalen het typische lentegevoel op. Dikkie Dik heeft zin om te rennen net als de lammeren die door de wei huppelen en enthousiast gaat hij op zoek naar paaseieren. In de prenten ontdekken we de ontluikende natuur en de vogels die hun nesten bouwen. De verhalen zijn zoals steeds eenvoudig en herkenbaar. Peuters en jonge kleuters kunnen zich vast wat voorstellen bij de ‘renbenen’ waar Poes Muis het over heeft. Het vertrouwde recept van Jet Boeke dus dat door heel wat kinderen zal gesmaakt worden.

Boeke, J. (2013). Dikkie Dik: lentekriebels. Haarlem: Gottmer.


Snuffel en de bloem

Snuffel is een olifant die naarstig op zoek is naar een speelgoedje. Hij ontdekt dat in een piepklein groen stekje in de grond. Uit dat stekje groeit een prachtige zonnebloem.

Lambert, J. (2009). Snuffel en de bloem. Utrecht: Veltman.


Kleine AppelgeitEen geitje op een boerderij eet het liefst van alles appels. Jammer genoeg verwoest een hevige storm de boomgaard bij de boerderij. Gelukkig blijken er het volgende voorjaar al nieuwe boompjes boven de grond te komen. Wie heeft die geplant?

Church, C. (2007). Kleine Appelgeit. Tielt: Lannoo.


Het geheimOmdat een kleine muis de appel die ze vindt met niemand wil delen, verstopt ze die onder de grond. Hoe de andere dieren ook proberen achter haar geheim te komen, Muis verklapt niets. Ondertussen groeit de appel uit tot een grote appelboom en wanneer de appels rijp zijn, mag iedereen mee-eten. (De appel blijft op elke bladzijde zichtbaar verstopt in een letter van de tweeregelige tekst.)

Battut, E. (2005). Het geheim. Wielsbeke: De Eenhoorn.


Schermafbeelding 2024-03-06 om 09.00.44Een bloem heeft licht, lucht en water nodig om te kunnen groeien. Dat weet Eekhoorn nog niet aan het begin van het boek, maar op het einde gelukkig wel. Het is lente en op een morgen ontdekt Eekhoorn een mooie gele bloem die daar zomaar opeens staat. Eekhoorn besluit dat het ‘zijn’ bloem is omdat ze zo dicht bij zijn boom staat. Eekhoorn wil de bloem koste wat kost beschermen en roept – denk even terug aan  De blaadjesdief – de hulp in van zijn vriend Vogel. De voorstellen die Eekhoorn doet ter bescherming van de bloem pakken niet zo goed uit en zijn vooral grappig. Net zoals de gezichtsuitdrukkingen van Eekhoorn trouwens. Achteraan in het boek geeft de auteur ook beknopte informatie over bloemen en over het feit dat een bloem in het bos of de weide nooit van één iemand is maar bezit van iedereen.  

Hemming, A. & Slater, N. (2023). Dat is mijn bloem! Utrecht: Veltman Uitgevers.


Oudere kleuters

14 muisjesWie op een prettige en originele manier jonge kinderen verschillende aspecten van de lente wil laten ontdekken, zit met dit boek aan het juiste adres. Een muizenfamilie – groter dan een kerngezin – bereidt zich voor op een picknick in de vrije natuur. Nadat ze alles hebben klaargemaakt en ingepakt, gaan ze op weg. Door het bos waar ze mezen hun jongen zien voeden, langs de sloot vol kikkerdril, in de wei met allerlei insecten en vlinders, … de lente komt in volle pracht aan bod in dit eenvoudige verhaal. Prettig is ook dat de kleuter betrokken wordt omdat hij/zij vragen moet beantwoorden en op de illustraties bepaalde dingen moet zoeken tijdens het vertellen. Wie goed naar de muizen kijkt, weet vrij snel wie wie is op de volgende bladzijden. Het kleurgebruik – veel groen en geel – roept naast de fijne, gedetailleerde tekeningen de lentesfeer helemaal op.

Iwamura, K. (2019). 14 muisjes gaan picknicken. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.


Lente In Het Donkere BosOok in de lente vinden we in het donkere bos van Iwamura de drie innemende eekhoorns Rik, Dik en Dieuwertje die in de andere seizoensboeken eveneens hoofdrollen innemen. Deze keer zijn ze op een boomstam terechtkomen die aan een hoog tempo de rivier afgaat. Het bos lijkt na een koude winter stilaan te ontwaken. We zien knoppen aan de bomen en allerhande kriebeldiertjes zijn naarstig aan het werk. De stromende rivier heeft de lente te danken aan de smeltende sneeuw. Terwijl de natuur in alle schoonheid ontluikt, bevinden de eekhoornkinderen zich op een dolle en net iets te spannende rit. Gelukkig is er redding op komst … Het prentenboek heeft zijn leeftijd, maar dankzij de tijdloze en onnavolgbare stijl van Iwamura blijft het meer dan de moeite waard. 

Iwamura, K. (1995). Lente in het donkere bos. Baarn: Bekadidact.


c'est toi le printemps?

Voor de jongste telg van familie Konijn kan het niet snel genoeg lente zijn: hij is de dagelijkse notensoep tijdens de winter meer dan moe. Bovendien is hij nog te klein om samen met zijn broers op de takken van de bomen te springen. Op een koude winternacht wordt hij wakker en denkt hij de lente te horen. ‘C’est toi le printemps’ toont de kinderlijke verwondering over de aankomende lente in zachte kleuren en frisse beelden. Het enthousiaste konijntje en de eerste bloemen die kleur brengen in het kille landschap tonen een frisheid die we tijdens de winter bijna vergeten waren.

Okada, C. (2014). C’est toi le printemps? Parijs: Seuil jeunesse.


Marnix MolOp een zonnige lentemorgen besluit Marnix Mol dat hij op zoek wil gaan naar de liefde. Marnix is erg bijziend en laat zich dan ook snel verleiden door grote platvoeten (eend), een roze neus (varken), een glanzende vacht (paard),… Maar die dieren blijken geen geschikte partners voor hem te zijn. Wanneer hij terug op zijn molshoop zit en treurt, hoort hij opeens een lief stemmetje en krijgt hij een bril op zijn neus gedrukt.

Bedford, D. (2009). Marnix Mol heeft lentekriebels. Amsterdam: Zirkoon.


De stier met de mooie benenKlaartje is een kalf dat nog veel ontdekkingen moet doen in de wereld. In haar onschuld beledigt ze de stier met vreselijke gevolgen voor de boer, de boerderij en voor de stier zelf. Wanneer er een nieuwe stier op de wei verschijnt, is Klaartje wel
voorzichtiger.


Van Oudheusden, P. (2008). De stier met de mooie benen. Wielsbeke: De Eenhoorn.

Bekijk via deze link de voorgelezen versie van dit verhaal.


Een zaadje in de windHet voornaamste doel van dit prentenboek is aan kinderen duidelijk te maken wat de vier seizoenen met zich meebrengen. Dat gebeurt aan de hand van een zaadje dat meegevoerd wordt door de wind en uiteindelijk – na heel wat avonturen – kan uitgroeien tot een mooie bloem. Met de zaadjes van die bloem gebeurt dan opnieuw hetzelfde.

Carle, E. (2011). Een zaadje in de wind. Haarlem: Gottmer.


Een klein zaadjeDit verhaal heeft het over de kringloop van het leven. Het is echt bedoeld voor de oudste kleuters.

Pock, V. (2013). Een klein zaadje. Hasselt/New York/Amsterdam: Clavis.


Kasper de tuinmanTwee bevers, Filip en Kasper, willen erg graag zelf bonen kweken om ze dan te kunnen klaarmaken. Gelukkig vinden ze alle nodige tips in het tuinboek van oom Karel. Bovendien geven ze die tips ook door aan de kleuters die zelf aan de slag kunnen aan de hand van dit boek.

Klinting, L. (2015). Kasper de tuinman.Amsterdam: Veltman.


Hoera we hebben een tuinDit boek is een soort vervolg op ‘De moestuin van Sophie’. In dit verhaal leren Anna en Benjamin die net een tuin hebben van hun buurjongen Louis welke mogelijkheden een tuin biedt.

Muller, G. (2016).  Hoera, wij hebben een tuin! Zeist: Christofoor.


De moestuin van SophieSophie logeert bij haar grootouders en mag hen helpen in de moestuin. In het najaar komt ze opnieuw en kan ze oogsten. Opa geeft haar wat zaden mee. Die plant ze in het voorjaar in potten op het balkon van hun woning in de stad. Aantrekkelijk boek om met jonge kinderen bezig te zijn rond de verschillende soorten groenten en het
seizoen waarin ze thuishoren.


Muller, G. (2014). De moestuin van Sophie. Zeist: Christofoor.


9789045122823_frontDe lente schudt ons elk jaar opnieuw wakker en doet ons met verwondering kijken naar het hernieuwde leven in de natuur. Niet toevallig verschijnt in deze periode ‘In de tuin’, de opvolger van ‘Naar de markt’ van de hand van Noëlle Smit, een prentenboek waarin de tuin- en natuurliefhebber de ogen de kost kan geven. Wie de voorganger heeft gelezen, herkent op de cover meteen het jonge meisje – dat trouwens wat gegroeid is – en haar trouwe teckel. In grote, kleurrijke en stevig gevulde prenten volg je per maand hun belevenissen in de tuin, een soort volkstuin waarin mensen elkaar doorheen het jaar ook ontmoeten. Het gevarieerde leven, het vele werk en de geneugten van de tuin komen aan bod. Zo genieten ze onder andere van de sporen van het roodborstje in januari, de eerste krokussen in maart en de appelpluk in september, maar moet er ook hard gewerkt worden in de serre en wordt er met de handen in de aarde gewroet. De overdadige prenten worden aangevuld met spaarzame tekst die onderaan elke prent de kern van de maand duidt, bv. ‘Februari. In de kas is het warm, daar laten we de zaadjes voor de moestuin vast ontkiemen.’ Naast de chronologie van het natuurlijke leven in de tuin, kan je in de prenten ook kleinere verhaallijnen volgen en herken je vast ook enkele personages uit ‘Naar de markt’, want daar komt uiteindelijk ook een deel van de oogst terecht. Kortom: een mooi uitgegeven informatief prentenboek. 

Smit, N. (2019). In de tuin. Amsterdam: Querido.


9200000114277973De grote muizenfamilie – 14 muisjes – van auteur Iwamura is in Japan wereldberoemd en begint hier stilaan ook zijn plaats te verwerven. Dit boek vertelt het verhaal van zaadje tot vrucht. De muizenfamilie stopt een pompoenpit in de grond nadat ze de grond eerst helemaal klaar gemaakt hebben door te spitten, te schoffelen en te rijven. Dan begint het wachten … Wanneer het zaadje sterk genoeg is, ontkiemt het en steekt het groene plantje zijn kopje boven de aarde. Vanaf dan moet je het een beetje beschermen zodat de blaadjes niet opgegeten worden, de bloemen vrucht kunnen dragen, enz. Wanneer je lang genoeg gewacht hebt, dan groeit er een prachtige pompoen. Klassiek geïllustreerd prentenboek in warme kleuren waarin antropomorfe muizen de groei van zaad tot vrucht nauwgezet volgen en ondersteunen. 

Iwamura, K. (2019). 14 muisjes en de pompoen. Hasselt – New York – Amsterdam: Clavis.


the bad seedJe ziet het onmiddellijk aan zijn intimiderende, boze blik én aan de angstige en geïrriteerde omstanders. Dit verhaal gaat over een bijzonder stoute zonnebloempit. Het hoofdpersonage wast namelijk nooit zijn handen, steekt voorbij in lange wachtrijen, komt altijd overal te laat, ruimt zijn eigen rommel niet op, … De andere zaden, noten, pitten in dit verhaal lopen in een grote boog om hem heen. De zonnepit vertelt zelf hoe hij ooit vrolijk in een prachtige zonnebloem woonde, maar boos en gefrustreerd raakte eens hij in een zakje pitten terechtkwam en uiteindelijk door ‘een reus’ – lees ‘mens’ – werd uitgespuwd. Zijn verhaal wekt enig medeleven op, een gevoel dat versterkt wordt wanneer hij beslist zijn leven te beteren. ‘The bad seed’ is aan het einde van het verhaal nog niet meteen de publiekslieveling, maar hij probeert zijn leven te beteren en zo wordt hij stilaan toch in het hart van zijn omgeving én van de lezer gesloten. Het boek zou ons wat te moraliserend zijn, ware het niet dat het hele verhaal ondersteund wordt door erg grappige illustraties. Hilarisch hoe de illustrator erin slaagt de verschillende zaden en pitten een uitgesproken expressie mee te geven. Dat jonge kinderen er zich hier en daar in kunnen herkennen en stilaan uit kunnen leren dat ons gedrag effect heeft op anderen, is dan toch maar mooi meegenomen.

Jory, J. (2017). The Bad Seed. Canada: Harper-Collins.