
Bolder wil erg graag met zijn boot alle mooie dingen van de wereld zien. Hij bereidt zich zo goed voor dat op de dag van vertrek de boot veel te zwaar geladen blijkt. Dan maar vertrekken met de roeiboot en landen op het vlak bij de kust gelegen vuurtoreneiland. De brief die hij zijn vriend beloofd heeft te schrijven, komt er ook, zij het sneller dan verwacht.
Hoogstad, A. (2005). Bolder en de boot. Amsterdam: Pimento.

Op een dag verliest Benjamin zijn knuffelgiraf Raf. Benjamin is ontroostbaar tot er een prentbriefkaart uit Afrika met de post wordt gebracht. Ze is afkomstig van Raf die klaarblijkelijk de tijd neemt om Afrika te verkennen. Op de kaarten die hij stuurt, staat niet zoveel uitleg, maar dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de prachtige illustraties van Charlotte Dematons. Olifanten, giraffes, flamingo’s, apen, … een heleboel Afrikaanse dieren en landschappen worden natuurgetrouw en in hun volle pracht in beeld gebracht. De details die op de prentbriefkaarten te zien zijn geven de voorlezer aanwijzingen: een postzegel uit Egypte dan weer één uit Zuid-Afrika. Uiteindelijk komt Raf terug thuis: een beetje groter, molliger en bruiner. Hoe dat komt is na al zijn avonturen in Afrika meer dan duidelijk.
De Vries, A. & Dematons, C. (2008). Raf. Rotterdam: Lemniscaat.
Op een dag in de herfst wanneer de wind de blaadjes heel hevig laat ronddwarrelen, ontdekt een kleine zwarte hond een weggewaaide rode paraplu in de tuin. Voor die hond is dat het begin van een reis rond de wereld die in dit tekstloze prentenboek erg mooi in beeld is gebracht. Nu eens doet de rode paraplu dienst als vliegend tapijt, dan weer wordt het een soort bootje waarmee de hond over de golven van de oceaan surft of wordt de gesloten paraplu een afweerwapen tegen bijtgrage krokodillen. De kleine hond staat met zijn paraplu op een besneeuwde bergtop, sluit vriendschap met savannedieren en doet de ijsberen verwonderd opkijken wanneer hij over hun sneeuwvlakte zweeft. Een heleboel continenten en landschappen worden natuurgetrouw in beeld gebracht en de rode paraplu drijft steeds verder en weet zo de nieuwsgierigheid van de kijker blijvend op te wekken. Het is echt heerlijk om samen met de kleine zwarte hond de wereld te ontdekken.
Bekijk de sprekende illustraties op: https://www.bing.com/videos/search?q=dieter+Schubert+The+umbrella&&view=detail&mid=EDCE4C39461830C0CC76EDCE4C39461830C0CC76&&FORM=VRDGAR
Schubert, I. & G. (2010). De paraplu. Rotterdam: Lemniscaat.
De vraag die een mens zich wel eens stelt ‘Hoe groot is de wereld?’ wordt in dit boek door een mollenkind aan zijn vader gesteld. Die antwoordt hem dat hij dat zelf best kan uitzoeken. Die zoektocht leidt de kleine mol eerst langs kleine dieren zoals de spin en de muis die denken dat de wereld niet groter is dan hun web of hun veld. Het paard vermoedt dat de wereld tot aan de zee komt en ook de zeemeeuw ziet de zee als einder. Maar wanneer de kleine mol een walvis ontmoet, maakt die hem duidelijk dat het antwoord op die vraag niet eenduidig is. Samen met de walvis reist de kleine mol de wereld rond en ontdekt steden, woestijnen, bergen, oceanen, … om uiteindelijk weer in zijn molshoop te belanden. De levendige illustraties die meestal een dubbele pagina beslaan, ondersteunen het verhaal dat in korte tekstregels verteld wordt.
Teckentrup, B. (2018). Hoe groot is de wereld? Utrecht: Veltman.
Balotje is met haar ouders en de baby op reis. Tijdens de lange autorit richting hun bestemming vraagt Balotje zich luidop af met wie ze zou kunnen spelen op vakantie. Zal daar wel een vriend zijn? Papa sust haar met de stelling dat je overal vrienden kan maken, maar daar is Balotje helemaal niet van overtuigd. Wanneer het gezin even halt houdt langs de baan, leert Balotje een jongen kennen die een andere taal spreekt. Aanvankelijk begrijpen ze elkaar niet, maar al snel zijn de twee uitgelaten aan het spelen. Jagtenberg brengt mooi in beeld hoe taal voor kinderen geen barrière vormt en hoe evident ze vriendschappen kunnen sluiten. Toch krimpt Balotjes hart in elkaar wanneer het gezin de reis hervat en ze haar nieuwe vriend moet achterlaten. Gelukkig wacht haar een verrassing op de vakantiebestemming … De kracht van dit verhaal zit hem in het perspectief van een kleuter op vakantie, wat je niet vaak genoeg tegenkomt in boeken rond het onderwerp. Deze heruitgave toont hoe die invalshoek na meer dan 15 jaar relevant blijft. Dat Balotje ondertussen een hele reeks avonturen op haar naam heeft, telkens in Jagenbergs typerende stijl, zit er vast ook voor iets tussen.
Jagtenberg, Y. (2023). Balotje op vakantie. Haarlem: Gottmer.
Wasbeer leest een boek over avontuur, spanning, sensatie en de zee. Hij is meteen geïnspireerd en besluit om op wereldreis te gaan. Hij stopt wat spullen in zijn rugzak en trekt naar Das, want die heeft een boot. Een wereldreis maak je volgens Das best niet alleen, dus trekken de vrienden samen richting de rivier. Een reis met vrienden en goesting in avontuur, spanning, sensatie en de zee … daar heeft Vos ook wel zin in! Gelukkig denkt hij eraan om eten mee te nemen. Bij de rivier vinden ze Beer die hen erop wijst dat een beer gevaren onderweg kan afwenden. Ook waar! En Kraai? Die moet toch het broodnodige overzicht bewaren? Zeker! Gepakt en gezakt trekt het vijftal eropuit. Een waterslang, wespen, een kampvuur, samen voetballen en een regenbui maken van de wereldreis een dol avontuur. Aan het einde van de dag blijken ze toch niet aan alles gedacht te hebben en trekken ze terug naar huis, maar dat maakt niet uit, want de zalige dag had avontuur, spanning én sensatie. En het allerbelangrijkste: de dag was nooit zo heerlijk geweest als ze er niet alle vijf waren bij geweest.
Waechter, P. (2024). Een wereldreis met vrienden. Amsterdam: Ploegsma.
De stad waarin een meisje zich verveelt, is grijs en druk. Alleen haar rode step brengt een beetje kleur én een rood krijtje dat ze vindt en waarmee ze een deur tekent. Zo krijgt ze toegang tot een sprookjesachtige wereld waarin de wonderlijkste dingen te zien zijn. In een rood bootje vaart ze door een stad uit ‘duizend-en-één-nacht’; een rode luchtballon laat haar toe het luchtruim te verkennen en weer in een andere wereld terecht te komen. Daar wordt ze gevangen genomen en om te kunnen ontsnappen tekent ze een vliegend tapijt waarop ze weer andere werelden ontdekt, vergezeld van een soort paradijsvogel die haar beste vriend wordt. Uiteindelijk komt ze terug in een grijze stad terecht. Maar gelukkig heeft de vogel daar een baasje met een paars krijtje … Prachtig, woordeloos verhaal dat je als kijker meezuigt in verschillende werelden van een uitbundige schoonheid. Elke kijker kan met dit boek moeiteloos zijn eigen verhaal vertellen. Het volledige boek is te bekijken via https://www.youtube.com/watch?v=DRsmuveKWuk.
Booktrailer:
Becker, A. (2019). Op reis. Kampen: Brevier.
Op een dag breekt het hoofdpersonage van dit tekstloze prentenboek zijn hut in het bos af. Van het hout maakt hij stelten en reist daarmee de hele wereld rond.
De Leeuw, M. (2012). De steltenloper. Tielt: Lannoo.
In dit tekstloze prentenboek ontdekt de aandachtige kijker dat stad, oerwoud, zee en woestijn wel degelijk iets met elkaar te maken hebben.
Dematons, C. (2009). De gele ballon. Rotterdam: Lemniscaat.
De lezer/luisteraar krijgt een inkijk in het ontstaan van dit verhaal over een naamloos en eenzaam biggetje dat een treinreis maakt. Het biggetje dat zichzelf uiteindelijk de naam Johanna geeft, vraagt om een zwarte vlek op haar schouder, om een bepaald kledingstuk, om… en krijgt dit allemaal van de illustrator – je ziet haar tekenende handen. Daarnaast beleeft het allerlei avonturen tijdens de treinreis en ontmoet het vele andere dieren. Die avonturen en ontmoetingen zijn in samenspraak met de auteur/illustrator vastgelegd. Zo krijgen we een verhaal in een verhaal: de conversatie biggetje auteur krijgt zijn plaats in het fantasierijke verhaal van de treinreis. Het is duidelijk dat een dergelijk concept wel wat moeilijk te begrijpen is voor jonge kinderen, maar oudere kleuters krijgen op die manier niet alleen een verhaal met veel onverwachte wendingen (gedicteerd door Johanna). Tegelijkertijd krijgen ze inzicht in de manier waarop een boek tot stand komt. Het boek in oblong-formaat heeft illustraties die iets weg hebben van een stripboek. De kleuren zijn nergens uitbundig maar neigen vooral naar aardetinten.
Schärer, K. (2010). Johanna in de trein. Haarlem: Gottmer.
Op een dag houdt Konijn het voor bekeken waar hij altijd gewoond heeft. Hij stapt op zijn fiets en volgt zijn hart. Konijn fietst niet lang alleen. Een Uil wil hem graag gezelschap houden op zijn reis. Dus zet Konijn Uil in zijn fietsmandje en reizen ze met z’n tweeën door alle weersomstandigheden en seizoenen. Ze reizen door wereldsteden, over besneeuwde bergtoppen en langs zeeën en meren. Dat levert Konijn naast nieuwe vrienden ook een heleboel ervaringen op. Uiteindelijk brengt de weg die Konijn de hele wereld heeft laten zien, hem ook weer naar huis. Mooi, gedetailleerd geïllustreerd prentenboek waar de warmte vanaf slaat. Het eerder filosofische verhaal heeft het over reizen en thuiskomen maar daarnaast ook over vriendschap en over je alleen voelen.
Miller, P.Z. (2016). Volg je hart. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.
Een bende straathonden die houdt van vuilnisbakken omgooien en ander kattenkwaad, besluit een dagje te gaan luieren aan een meer. Flappie, de leider van het groepje, ontdekt een rode rubberboot en besluit dat hij zijn kans wil wagen in Amerika. Niemand van de andere straathonden durft mee. Dus gaat Flappie alleen. Een meeuw doet zijn bootje kantelen en spartelend bereikt Flappie de kant waar … zijn vrienden hem staan op te wachten. Zij denken dat Flappie in Amerika is geweest. Opvallend in dit boek is dat je meer details krijgt via de kleurrijke illustraties dan via de tekst. Zo ontdek je op één van de illustraties hoe klein het meer eigenlijk wel is. En zo is er veel te zien en te ontdekken op de vaak humoristische illustraties.
Gernhardt, R. (2015). Naar Amerika! Leuven: Davidsfonds- Infodok
Cleo is het beu dat ze zoveel moet en zich zo vaak moet haasten. Ze besluit een rustige plek te zoeken. Die vindt ze in haar dagdromen waarin ze samen met Amadeus haar kat, met een bootje de oceanen en het luchtruim verkent. Vanuit haar bootje kan ze de wereld aan zeker wanneer ze een gelijkgestemd vriendje ontmoet. Samen met hem op een bankje op de speelplaats lijkt het leven veel vrolijker en lichter. Meer nog dan de tekst spreken de illustraties en het kleurgebruik daarin boekdelen. Een heerlijk boek voor al wie in zijn hoofd wil reizen.
De Bruyn, S. (2015). Cleo. Hasselt/Amsterdam/New York: Clavis.
‘Sjonnie Stokstaart woont met zijn familie in de woestijn. Hij houdt van beschuit met kevers (met larvenjam), dagdromen en holen graven.’ Zo begint dit verhaal waarin we de stokstaartjes en de ganse familie van mangoesten – de soort waartoe stokstaartjes behoren – beter leren kennen. De belangrijkste vijand van de mangoesten is de jakhals en die is doorheen het ganse boek in de illustraties altijd op de een of andere manier aanwezig. Dit zorgt voor het bijzondere gegeven dat de lezer meer weet dan Sjonnie zelf. Dat houdt de vaart in het verhaal dat vertelt dat het gras vaak groener lijkt aan de andere kant maar dat het nergens zo goed is als thuis. Omdat de stokstaartjes zo menselijk worden voorgesteld, is de herkenbaarheid van wat ze beleven erg groot. Sjonnie stuurt heel dikwijls briefjes/prentbriefkaarten naar zijn familie zoals hij bij zijn vertrek beloofd had. Ze zijn erg gedetailleerd en wekken telkens opnieuw de nieuwsgierigheid. Het kleurgebruik in de illustraties vertoont dezelfde mengeling van fantasie en realiteit als de tekst: aardetinten waar natuurgetrouwheid past, meerdere kleuren waar het fantasie betreft. Een reisverhaal waar je blij van wordt.
Gravett, E. (2006). Maak maar open. Houten: Van Goor.
Voor de eerste keer vertrekt Roodsnaveltje samen met duizenden andere vogels voor een lange reis naar de warmte. Wat Roodsnaveltje tijdens die reis te zien krijgt, krijgen de kleuters ook te zien aan de hand van een ‘magisch vergrootglas’. Daarmee worden de in het blauw getekende verborgen illustraties ook zichtbaar in dit kijk- en zoekboek. Zo vallen ze van de ene verrassing in de andere.
Demois, A. (2015). De lange reis. Leuven: Davidsfonds.
Esmaa is een Marokkaans-Nederlands meisje dat tijdens de grote vakantie met haar familie op bezoek gaat in Marokko, meer bepaald in de buurt van Marrakech. De bijzondere Noord-Afrikaanse sfeer in het dorp, op de markt in Marrakech, … springt van de bladzijden. Zoals op elke markt is het ook op de markt van Marrakech druk en is er zoveel te zien. In die drukte raakt Esmaa haar mama kwijt. Eerst is ze niet ongerust, want ze zou haar mama zeker en vast herkennen aan haar nieuwe paarse djellaba. Maar bij nader toezien dragen heel veel vrouwen zo’n paarse djellaba. Dus roept Esmaa de hulp in van de marktkramers. Zij nemen haar mee naar de waarzegster en de acrobaten. Die moedigen haar aan om op het topje van hun menselijke piramide te gaan staan (een ideetje van de waarzegster). Van daaruit ziet Esmaa haar mama en ziet Esmaa’s mama haar ook. Eind goed, al goed dus. Een voor veel kleuters ongetwijfeld herkenbaar prentenboek maar ditmaal in een andere culturele context en dat werkt verfrissend voor een al vaak herhaald thema.
Boersen, L. & Elbaamrani, H. (2020). Duizend-en-een paarse djellaba’s. Haarlem: Gottmer.
Teun, de bezitter van de kleurdoos, ontvangt plots uit alle hoeken van de wereld ansichtkaarten van krijtjes die vergeten werden, verloren gelegd zijn, opgegeten en uitgespuugd zijn door een hond, … Ook voor die krijtjes zal Teun een oplossing moeten bedenken.
Jeffers, O. (2015). De groeten van de krijtjes. Utrecht: De Fontein.
Ingenieus samengesteld zoekboek waarin de kleuter de wereld ziet vanuit de lucht. Want zo laat piloot Felix aan zijn vriend Beer de wereld zien.
Koolen, M. (2008). Vliegen met Felix. Hasselt/New York/Amsterdam: Clavis.
Wanneer Findus een oude tent op zolder vindt, wil hij uit alle macht onmiddellijk kamperen; omdat de kippen ook mee willen, geraken Pettson en Findus niet verder dan de achtertuin. Maar toch is dat het begin van een hele reeks vrolijke avonturen.
Nordqvist, S. (2015). Pettson gaat kamperen. Leuven: Davidsfonds.
Dit ‘lusboek’ (= een boek dat je in twee richtingen kan lezen) bevat langs de ene kant het verhaal van Otto die met zijn vader het vliegtuig naar de zon neemt en aan de andere kant het verhaal van Otto die naar een skioord reist. De grote illustraties met veel humoristische details zullen veel kleuters aanspreken.
Schamp, T. (2013). Otto met vakantie naar de zon. Otto met vakantie naar de sneeuw. Tielt: Lannoo.
Mejuffrouw Muis en haar hond Lucebert zijn aan vakantie toe en besluiten te boeken voor de Costa-del-Sol. De busreis, Hotel Aquarel, de regen die met bakken uit de hemel valt, maar ook het zwemparadijs, het lekker eten en de leuke winkeltjes, de hele sfeer wordt humoristisch en op rijm beschreven. Ongetwijfeld herkenbare vakantieervaringen voor een heleboel kleuters. Bekijk alvast het animatiefilmpje dat van het boek gemaakt is, op:
http://www.schooltv.nl/video/mejuffrouw-muis-aan-de-costa-del-sol-prentenboek-uit-koekeloere/
Van Lieshout, E. (2007). Mejuffrouw Muis aan de Costa-del-Sol. Rotterdam: Lemniscaat.
Uitgeverij Meis & Maas brengt nieuwe vertalingen van enkele oudere prentenboeken van Quentin Blake opnieuw op de markt. Met de heruitgave van ‘Beatrijs en Annabel’ gaven ze het startschot van een erg aantrekkelijke reeks vrolijke prentenboeken. Beatrijs en Annabel – een schaap en een geit – besluiten op een dag hun vertrouwde plek op de wei te verlaten om het avontuur van een reis aan te gaan. Hun gebrek aan reiservaring blijkt uit de bagage die ze meenemen: ballonnen, een oude draagtas en de kop van een opgezette wolf. Tijdens een korte, maar verrassende reis blijken die spullen net erg goed van te komen. Yeoman en Blake hebben samen heel wat spannende en grappige prentenboeken gemaakt, die een lust zijn voor het oog en al veel jonge kinderen fijne voorleesmomenten hebben bezorgd. Dat enkele van die werken nu aan 7,5 euro opnieuw op de markt komen, is dus goed nieuws.
Yeoman, J. (2016). Beatrijs en Annabel. Amsterdam: Meis & Maas.
In een nauw sluitende doos met het uitzicht van een kist vind je dit boek van Gaudesaboos. Het gaat om een prentenboek in de enge zin van het woord want de tekst is erg beperkt gehouden. De prenten beslaan telkens een dubbele pagina en dat geeft het boek een panoramisch effect. Dat wordt nog versterkt door het gebruik van veel groentinten naast geel en blauw. Een kist speelt de hoofdrol. De reuzenkist wordt van een vrachtvliegtuig overgeladen op een schip. De kapitein vraagt zich af wat in die kist zit. Zou het een olifant zijn? Dan wordt de kist overgeladen op een trein, vervolgens op het dak van de bus, dan overhandigd aan de postbode met zijn fiets en wat er uiteindelijk overblijft van de reusachtige kist die een heleboel kleinere kisten bleek te bevatten, komt terecht bij een meisje. De machinist, de buschauffeur, de postbode en het meisje zelf, stuk voor stuk dromen ze over een dier dat in de kist zit: een leeuw, een aap, … Wanneer het meisje ten slotte het kleine kistje openmaakt, verschijnt er een fluitje. Het meisje blaast er op en … er verschijnt een stoet met al de eerder opgesomde dieren.
Gaudesaboos, P. (2014). Wat zit er in de kist? Tielt: Lannoo.
Groot en kleurrijk en zo anders dan waaraan je denkt als je aan een ‘atlas’ denkt. Deze eigenschappen maken van deze eerder ouderwets ogende ‘Atlas’ een echt geschenkboek. Zoals altijd bij atlassen het geval is, vind je hier ook een verzameling van landkaarten, 50 in het totaal. De kaarten zijn eenvoudig gehouden en bieden tegelijkertijd een boel informatie. Op en rond elke kaart staan een heleboel kleine tekeningen met daarin de betekenis in één of meerdere steekwoorden weergegeven. Wil je meer weten, kijk dan even op Google afbeeldingen. Per land zijn een jongetje en een meisje getekend die de meest voorkomende voornaam van hun land hebben gekregen. Verder bevatten de kaarten ook informatie over de planten en dieren die in dat bepaald land voorkomen, over de mensen die er wonen en hun cultuur. Per land vind je ook vermeld: hoofdstad, oppervlakte van het land en aantal inwoners. M.a.w. deze ‘Atlas’ gaat veel verder dan pure geografie en vormt voor kinderen een heuse kennisschat waarin ontzettend veel te ontdekken valt.
Mizielinski, D. (2018). Atlas. Een fantastische ontdekkingsreis langs de schatten van de wereld. Tielt: Lannoo.
Oma stopt nooit met breien. Haar kleindochter is volledig uitgedost in gebreide kledingstukken en nog stopt oma niet. Gelukkig ziet ze op een dag een reportage over bibberende pinguïns. Onmiddellijk neemt oma samen met haar kleindochter het vliegtuig naar de Zuidpool. Daar breit ze truien voor alle pinguïns, een muts voor de walvis die langs zwemt, een sjaal voor de poolvossen en ga zo maar door. En nog is het niet gedaan. Oma reist met haar tas vol wol de wereld rond om alles en iedereen warmte te geven. Tot het op een dag begint te regenen en de gebreide stukken beginnen te krimpen. Dus moet alles weer uitgehaald worden en daarvoor is er veel hulp nodig. Grappig verhaal over een ondernemende oma die er jammer genoeg met haar brilletje en grijze knoet wel erg stereotiep uitziet.
Blyth, R. (2017). Mijn fantastische breiende oma. Mechelen: Baeckens Books.