DE ZIEKENWAGEN
Muis is een van de beroemde personages van auteur en illustrator Lucy Cousins. In dit verhaal voor peuters en jonge kleuters werkt Muis in de ziekenwagen. Samen met Kees rijdt Muis met de ziekenwagen naar een spoedoproep. De sirenes en zwaailichten zijn duidelijk zichtbaar. Olifant is gevallen en heeft pijn aan zijn slurf. Gelukkig hoeft de olifant niet naar het ziekenhuis en kunnen Muis en Kees het eenvoudig oplossen met een ijspak en een verband. De vorm van dit kartonboek is een ziekenwagen. Het is – zoals alle Muisboeken – heel kleurrijk met herkenbare figuren zwart omlijnd en met korte zinnen in een taal op niveau van de doelgroep.
Cousins, L. (2022). De ambulance van Muis. Amsterdam: Leopold.
De ziekenwagen komt met loeiende sirenes en zwaailichten aangereden nadat Bert, broer van boer Boris en van Ella, uit de boom is gevallen. Daarna gaat het verhaal vooral over het verblijf van Bert in het ziekenhuis en over de onderzoeken die daar gebeuren. Het boek eindigt uiteraard op een originele manier wanneer Boer Boris om Bert plezier te doen de hele veestapel met een hijskraan op een platform hijst tot voor het raam van de ziekenhuiskamer van Bert. Dat doet die laatste veel plezier. Kleurrijke levensechte tekeningen vullen goed de eerder beknopte tekst op rijm aan. Wie het volledige verhaal wil beluisteren kan hieronder terecht:
Van Lieshout, T. & Hopman, P. (2017). Boer Boris en het gebroken been. Haarlem: Gottmer.
DE BRANDWEER
Dit vrolijke boek geeft een inkijk in het werk van de brandweer. Dat is leuk want heel veel kleuters zijn gefascineerd door de brandweer. Finne, een brandweervrouw, leidt je rond en laat je helpen. Ze start met de uitleg waarom ze die uitrusting – een helm, handschoenen, …- tijdens haar werk nodig heeft. Ze toont hoe snel alles moet gaan wanneer een oproep binnenloopt. Zo snel dat je zelfs met knipperlichten en huilende sirene door het rode licht mag rijden. De slang uitrollen is best zwaar werk. Dus kan Finne daarbij je hulp wel gebruiken. En wanneer de brand dan geblust is, is iedereen tevreden. Het boek bevat op haast elke bladzijde een opdracht bv. de helm dichtklappen, de brandweerwagen besturen, helpen bij het uitrollen van de waterslang, enz. Het boek bevat een beperkte hoeveelheid tekst. De illustraties zijn kleurrijk en duidelijk. Ze maken het boek ook geschikt voor de jongste kleuters.
Boets, J. (2019). Ik help… de brandweer. Antwerpen: Oogappel.
Grappige en tegelijkertijd realistische voorstelling van het leven in de brandweerkazerne en van de verschillende taken die de brandweerlieden moeten uitvoeren. Want de brandweer blust niet alleen. Ze redt ook dieren bv. een maki die niet meer van een giraffennek naar beneden durft glijden of een teckel in gevaar. Eland is een brandweerman in opleiding, maar omdat hij toont dat hij niet bang is van gevaar – met zijn gewei redt hij twee cavia’s uit een brand – wordt hij voortaan als volwaardig aanzien en mag hij zelfs de brandweerwagen besturen. Het geheel is als een verhaal weergegeven maar in kleine kaders bij de illustraties wordt ook nog extra informatie gegeven. Het boek is geïllustreerd met vrolijke prenten in heldere kleuren.
Rentta, S. (2023). Een dag met de dierenbrandweer. Amsterdam: Leopold.
Groot formaat kartonnen zoekboek waar op elke dubbele pagina een rode brandweerauto verstopt zit. Kleuters maken via duidelijke prenten kennis met het reilen en zeilen in de brandweerkazerne en het werk van de brandweer. Dat bestaat uit veel meer dan enkel branden blussen, bv. omgevallen bomen in stukken zagen en van de rijbaan verwijderen, de rijbaan schoonvegen na een ongeluk en ga zo maar door. Door de manier waarop de illustraties in dit boek opgevat zijn, nodigen ze uit tot grondig kijken en vormen ze een bron van veel kijk- en zoekplezier.
Krause, J. (2022). Waar is de brandweerauto? Amsterdam: Witte Leeuw.
Spuit Elf leeft samen met andere brandweerolifanten in de brandweerkazerne en hij wil dolgraag een échte brandweerman zijn. Jammer genoeg lukt dat niet want hij komt altijd te laat en dat kan natuurlijk niet voor een brandweerman. Hoe dat komt? Spuit Elf is een beetje kleiner dan de andere olifanten en heeft veel pech. Zo zit hij bv. met een boek op het toilet net op het moment dat het alarm afgaat. Of hij vindt zijn helm nergens of hij slaapt gewoon doorheen het alarm. Spuit Elf vreest al dat hij nooit een echte brandweerman kan worden tot op een dag de kazerne zelf – waar Spuit Elf is achtergebleven – in brand staat. Nu kan hij bewijzen dat hij een volwaardig lid is van het brandweerteam! De illustraties in de typische ‘na Straaten’-stijl sluiten mooi aan bij de tekst op rijm. Echt een vrolijk prentenboek.
Van Straaten, H. (2021). Spuit Elf wordt brandweerolifant. Amsterdam: Leopold.
Mama konijn en haar kleintje zijn samen op stap in de stad want vanaf 7u in de ochtend komt de stad tot leven en is er van alles te zien. De bakker die de winkel opent, veel volk bij het station, een ongeluk op de hoek van een straat,… .. Doorheen de dag is er ook veel te zien. Denk aan de brandweer die met loeiende sirenes over de weg raast en kun je bv. in de bib een boek ontlenen of naar het postkantoor gaan, … Nadat ze een ganse dag door de stad gestruind hebben, nemen mama konijn en haar kleintje de bus terug naar huis. Daar valt mama prompt in slaap terwijl konijntje naspeelt wat ze die dag gezien en gedaan hebben. In de erg expressieve tekeningen zijn de dierenfiguren tot in detail weergegeven. Bovendien duiken een aantal van hen terug op op andere bladzijden en kun je er naar op zoek gaan. De tekst is to the point en bondig. In dit boek is het duidelijk: de stad heeft meer te bieden dan de ‘hulpdiensten’ alleen.
Reidy, J. & Timmers, L. (2013). Wij samen op stap. Amsterdam/Antwerpen: Querido.
DE POLITIE
Er is iets vreemds aan de hand in het stadje. Alles wat van ver of dichtbij op een paal lijkt, is in twee stukken gebroken. Of het nu gaat om hockeysticks, wandelstokken, blokfluiten of verkeerslichten – allemaal moeten ze eraan geloven. Stilaan vraagt iedereen zich af: wie doet dat toch? Er zijn allerlei beschuldigingen – is het misschien kapper François met zijn schaar, Ridder Melchior met zijn zwaard of Jonas met zijn nieuwe kindermesje – die onterecht blijken. Een slimme politieagent lost het raadsel op: het is een bever. Die wordt in de gevangenis gestopt waar hij prompt alle tralies doorknaagt. Wat nu? Niemand weet het. Maar dan is er een pienter klein meisje dat de bever kan overhalen ermee op te houden. Het boek is op een levendige en originele manier geïllustreerd. De vreemde figuurtjes spreken aan en hun lichaamstaal en mimiek zijn duidelijk leesbaar. Trouwens… wie goed oplet en goed kijkt in het boek krijgt aanwijzingen die helpen de dader op te sporen. Probeer maar eens of het jou lukt! Wil je het grappige trio Job, Joris en Marieke, de makers van dit boek eens bezig zien? Bekijk dan onderstaand gek promofilmpje.
Job, Joris & Marieke (2016). Wie doet dat toch? Alkmaar: Kluitman.
Er gebeuren vreemde dingen in het bos: takken verdwijnen, bomen worden gekapt … Wie deed nu zoiets? De bewoners van het bos beschuldigen in eerste instantie elkaar, maar blijken allemaal een alibi te hebben. Maar wie rooft de bomen dan wel? De dieren zetten een heuse speuractie op met sporenonderzoek, een rechter en een rechercheur en noem maar op … Jammer genoeg levert het allemaal niks op en ondertussen ziet de lezer de bomenrover in de achtergrond zijn gang gaan. Tot ze op een dag de pootafdrukken van een beer vinden en de dader arresteren en verhoren. Voor de rechter geleid, verklaart de beer zijn daden: hij wilde ‘de papierenvliegtuigjeswedstrijd’ winnen. De dieren krijgen medelijden en leggen hem een lichte straf op. En wat het winnen van die wedstrijd betrof, daar wisten de dieren samen wel raad mee … Heerlijk verteld verhaal dat in zachte kleuren geïllustreerd werd met humoristische prenten die de ware toedracht van het gebeuren prent na prent onthullen. Wie het verhaal wil beluisteren en bekijken, kan terecht op: De grote bomenrover, Oliver Jeffers | 9789089672445 | Boeken | bol.com
Jeffers, O. (2017). De grote bomenrover. Hoorn: Hoogland & Van Klaveren.
Jan, Jaap en Janet willen het aller-, allerliefste boeven vangen. Dus beslissen ze om politieagent te worden. Wanneer ze zich aanmelden blijken ze alle drie te klein te zijn. Dan verzinnen ze maar een plannetje: met behulp van een lange overjas en een valse snor, melden ze zich met drie boven elkaar, aan in het politiekantoor als ‘lekker lange agent’. De lekker lange agent slaagt in de toelatingsproeven zoals het verkeer regelen en poesjes vangen. De eerste echte opdracht is meteen serieus: de ‘drie diefjes’ moeten gevangen worden. De lekker lange agent speurt overal rond maar het enige wat hij ziet is een lekker, lange dief. Vreemd genoeg heeft die 6 armen waarmee hij de handboeien en de portemonnee van de hoofdagent steelt! De lekker lange agent heeft alles gezien en zet de achtervolging in op de lekker lange dief. Hoe harder ze rennen hoe korter ze beiden worden. Er is dus niet alleen sprake van Drie Diefjes maar ook van Drie Agenten! De hoofdagent is superblij dat de Drie Diefjes eindelijk geklist zijn. En aan het einde van het verhaal zijn Jan, Jaap en Janet lang genoeg om echte agenten te worden. Zoals steeds in de verhalen van Veldkamp is ook dit verhaal goed opgebouwd en bevat het humoristische accenten. Die humor zet zich door in de illustraties die mede door het kleurgebruik erg retro aandoen.
De lekker lange agent – Kleuteruniversiteit
Veldkamp, T. (2016). De lekker lange agent. Haarlem: Gottmer.
Bart is bijzonder gefascineerd door een grote bouwwerf in zijn buurt. Urenlang kan hij de bouwvakkers en hun dagtaak observeren. Hij weet dat buitenstaanders niet toegestaan worden op de werf, maar wanneer stoere puberjongens hem uitdagen, durft hij de bouwwerf toch te betreden. Hij daagt hen op zijn beurt uit en zegt hen dat ze de politie moeten bellen. Kleine Bart gaat onmiddellijk aan de slag met de cementmolen, de pletwals en de kraan. De puberjongens kunnen hun ogen niet geloven, roepen onophoudelijk dat Bart uit de kraan moet komen en bellen de politie. De aandachtige kijker ziet in de tekeningen van Alice Hoogstad dat Barts acties slechts een doel voor ogen hebben: de boeven vangen die in de achtergrond een bank aan het overvallen zijn. Voor wie het niet gezien heeft, brengt de ontknoping verheldering. Bart is in elk geval de held van de dag en mag voortaan zo vaak de werf op als hij maar wil.
Veldkamp, T. (2015). Kom uit die kraan. Rotterdam: Lemniscaat.